Europese fysici hebben een manier gevonden om bliksem te geleiden via een pulserende laser.
Bliksemafleiders op kerktorens en hoge structuren voorkomen veel schade. Toch biedt zo’n metalen staaf – die wellicht in de 18de eeuw werd uitgevonden door Benjamin Franklin – geen absolute bescherming. Jaarlijks komen nog altijd meer dan vierduizend personen om door een blikseminslag.
Een actieve methode zou beter zijn, meent een groep onderzoekers uit Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. In een artikel in het vakblad Nature Photonics beschrijven ze een eerste geslaagd experiment met lasertechnologie. Ze trokken naar de Zwitserse berg Säntis, waar ze een krachtige terawattlaser installeerden naast een 124 meter hoge telecommunicatietoren. De toren is een notoire bliksemmagneet. Elk jaar wordt hij gemiddeld honderd keer getroffen.
Eerder dan de bliksem wegleiden, moest de laser de schichten naar de bliksemafleider op de toren sturen. Op die manier zou de laser het effectieve bereik van de fysieke paal of toren vergroten.
De onderzoekers stuurden korte, krachtige laserpulsen de lucht in. Die pulsen ioniseren de lucht. Zo ontstaan er luchtkanalen met een verminderde dichtheid en een verhoogde geleidbaarheid. Aantrekkelijk voor bliksemschichten, die dan langs deze kanalen bewegen.
De installatie bleek naar behoren te werken. Over een periode van zes uren stormweer kanaliseerde de laser vier schichten. Die vergrootte het bereik van de afleider op de toren van 124 tot 180 meter.
De onderzoekers denken dat hun werk grotere gebieden van blikseminslagen kan vrijwaren.
Foto © TRUMPF/Martin Stollberg