In de stad hebben slakken vaker een geel huisje dan op het platteland. Dat komt door het effect van het stedelijke hitte-eiland.
Door de dichte bebouwing is er in steden minder wind en meer warmte-absorptie dan op het platteland. Daardoor is het in de stad altijd een paar graden warmer – steden zijn zogenoemde hitte-eilanden. Stuurt dat de evolutie van dieren? Dat zochten Nederlandse onderzoekers uit voor slakken. Ze deden daarvoor een beroep op vrijwilligers. Die ‘burgerwetenschappers’ stuurden via een app achtduizend foto’s in van tuinslakken, samen met de gegevens van de plek waar ze waren gefotografeerd.
Daardoor konden de onderzoekers de kleur van het huisje en de donkere banden die eroverheen lopen linken aan een stedelijke of plattelandsomgeving, en aan de temperatuur en neerslag op die plek. Op warmere plaatsen waren de slakken gemiddeld lichter van kleur. Verder waren er meer gele slakken op plaatsen waar het effect van het hitte-eiland groter was. Die gele slakken hadden ook vaker banden aan de onderkant van hun huisje, en minder aan de bovenkant.
Gele slakken kunnen beter tegen warmte en droogte dan roze of bruine, stellen de onderzoekers. ‘Geel weerkaatst het meeste zonlicht, waardoor de slakken minder snel opwarmen.’ Ze onderzoeken momenteel ook de evolutie van koolmezen en paardenbloemen.
Zelf ook bijdragen aan onderzoek naar de evolutie van dieren en planten? Meer informatie vind je op www.iedereenwetenschapper.be
