Amerikaanse honden komen uit Azië

Genetisch onderzoek, gepubliceerd in het vakblad Proceedings of the Royal Society, stelt dat de huidige Amerikaanse honden niet de nakomelingen zijn van geïntroduceerde Europese soorten, maar van de originele Aziatische populaties.

De vroegste resten van gedomesticeerde honden zijn ongeveer 33.000 jaar oud en werden aangetroffen op Euraziatische vindplaatsen. Het materiaal van Amerikaanse sites is steevast veel jonger. Wetenschappers vermoeden daarom dat de hond het Amerikaanse continent 15.000 jaar geleden samen met de mens betrad. Zo’n 500 jaar geleden, vanaf de ontdekking van Amerika, deden Europese soorten dan hun intrede. Er werd verondersteld dat veel van de inheemse hondensoorten daardoor uitstierven.

Een internationaal team van onderzoekers heeft nu met een grootschalig genetisch onderzoek aangetoond dat verschillende Amerikaanse rashonden en verwilderde soorten afstammen van precolumbiaanse populaties. Slechts 30 % van alle hondenrassen die inheems zouden zijn, vertoont Europese inbreng. Bij sommige soorten, zoals de chihuahua en de Groenlandse hond, is de Europese inbreng zelfs verwaarloosbaar.

De hoge frequentie van Aziatische, Siberische en Oceanische haplotypes bevestigt bovendien de Aziatische oorsprong van de meeste inheemse Amerikaanse rashonden. Ook bij de verwilderde Carolinahond zou de inbreng van Europese genen beperkt gebleven zijn. Zuid-Amerikaanse zwerfhonden beschikken daarentegen wel over heel wat Europees genetisch materiaal. (il)