Betere overlevingskans, ongewilde keizersneden

Plots geloofden artsen dat vrouwen goede kansen hadden om een keizersnede te overleven. Plots waren sommigen bereid om patiënten buitenspel te zetten bij onderhandelingen over hun bevalling. Of hoe een betere prognose bij buikoperaties aan het eind van de negentiende eeuw leidde tot de eerste keizersneden zonder toestemming.

Bron: Wellcome Collection

7 augustus 1889, 21 uur ‘s avonds. Charlotte is op de kraamafdeling van het Beiers Hospitaal in Luik wanneer ze haar eerste weeën voelt. De verantwoordelijke vroedvrouw volgt de situatie gespannen op. Al snel komen de weeën frequenter. De vroedvrouw probeert ogenblikkelijk verloskundige Nicolas Charles te bereiken. Hij neemt de telefoon niet op. Er is echter geen tijd om te verliezen. Alle aanwezige vroedvrouwen en medische studenten brengen in allerijl de operatiezaal in gereedheid. Tegen de tijd dat Charles aankomt, is iedereen er klaar voor. Iedereen buiten Charlotte zelf. Zij heeft geen besef van wat er haar te wachten staat. Onder verdoving wordt zij naar de operatiezaal gebracht. In de nacht van 7 op 8 augustus ondergaat ze tegen haar wil een keizersnede.

Een overlevingskans van 70% na een keizersnede stemde artsen optimistisch

Mijn onderzoek in medische handboeken en tijdschriften heeft onthuld dat Charlottes ongewilde keizersnede een keerpunt inluidde. Ze was waarschijnlijk de eerste vrouw in negentiende-eeuws België die zonder haar toestemming beviel met een keizersnede. Charlotte had een bijzonder smal bekken waardoor ze niet op een natuurlijke manier kon bevallen. Bij vorige bevallingen had haar verloskunde Charles afgezien van de levensgevaarlijke keizersnede. Hij had in plaats daarvan haar foetussen opgeofferd om Charlottes leven te redden. Maar de tijden waren veranderd. Er waren betere prognoses die vrouwen een overlevingskans van 70% gaven na een buikoperatie. Hij was er hierdoor van overtuigd geraakt dat vrouwen met smalle bekkens gebaat waren bij een keizersnede. Charlotte dacht hier echter anders over. Ze was doodsbang van de keizersnede. En dus opereerde Charles haar tegen haar wil.

Keuzes tussen leven en dood

Tot eind negentiende eeuw plaatste het probleem van smalle bekkens artsen voor een groot dilemma. De keizersnede was in theorie de enige operatie die moeder en kind kon redden, maar er waren bitter weinig succesverhalen bekend. De sterftecijfers in medische publicaties liepen op tot 80%. In België konden alleen plattelandsartsen uitpakken met gunstige statistieken. In steden, en zeker in overbevolkte kraamklinieken, stierven quasi alle vrouwen die een keizersnede ondergingen. Patiënten en artsen beschouwden het als een doodsvonnis. De meeste dokters grepen alleen in uiterste nood naar het mes, wanneer vrouwen op geen enkele andere manier konden bevallen.

.

Dit chirurgisch instrument werd gebruikt om het hoofd van een foetus te grijpen en verbrijzelen. Bron: Eugène Hubert, Cours d’accouchements, 2, 1885, 225.

De alternatieven voor de keizersnede hadden echter ook een menselijke prijs. Vroegtijdig ingeleide bevallingen betekenden kleinere foetussen en dus een grotere kans dat ze door een smal geboortekanaal konden passeren. In de praktijk waren er voor de komst van de couveuse bitter weinig premature baby’s die een vroeggeboorte konden overleven. De meest voorkomende operatie om vrouwen met een smal bekken te redden heet in mijn medische bronnen ‘embryotomie’. Wat dokters hiermee bedoelden was het doorboren, verbrijzelen of ontwrichten van een volgroeide foetus, opdat hij gemakkelijker kon afvloeien. Geen enkel kind overleefde zulke gruwelijke ingrepen.

Moeilijke beslissingen

Hoe gingen artsen om met aartsmoeilijke keuzes tussen het leven van de vrouw en de foetus? Velen vonden in religie antwoorden op hun vragen. In de negentiende eeuw waren de meeste Belgische dokters gelovig tot zelfs diepgelovig. Zij discussieerden decennialang over de vraag of de katholieke doctrine hen toeliet om een ongeboren kind op te offeren om dat van de moeder te redden. Sommigen ontwikkelden ook merkwaardige medisch-religieuze instrumenten, zoals de doopspuit. Dergelijke spuiten werden veel gebruikt in kraamklinieken om doopwater tot bij de foetus in de baarmoeder te brengen. Het dopen van ongeboren foetussen in levensgevaar was vooral voor de ouders een grote troost. Hun kindje zou dan misschien nooit het daglicht zien, maar zijn ziel was tenminste gered.

Vrouwen kregen het laatste woord in levensbedreigende situaties

Behalve voor religie was er ook een belangrijke rol weggelegd voor bevallende vrouwen bij verloskundige dilemma’s. Zij hadden het laatste woord bij beslissingen over dodelijke en levensbedreigende ingrepen. Bij een hartverscheurende keuze tussen een keizersnede en embryotomie kozen vrouwen doorgaans voor het offer van hun kind. Voor artsen waren dit soort onderhandelingen uitzonderlijk. Doorgaans bepaalden ze zelf wat goed was voor patiënten zonder hun mening te vragen. Maar bij verloskundige dilemma’s stond er veel op het spel. Door patiënten toestemming te vragen voor een ingreep moesten ze de risico’s niet alleen dragen.

Betere prognoses, minder zeggenschap

Eind negentiende eeuw kwam daar verandering in. Antiseptische technieken deden hun intrede in de Belgische ziekenhuizen. De mortaliteitsstatistieken toonden daardoor plots spectaculaire dalingen. Meer dan ooit waren artsen bereid om de buikchirurgie een nieuwe kans te geven. Nicolas Charles, Charlottes verloskundige, is een typisch voorbeeld van een arts die op korte tijd voorstander werd van de keizersnede bij vrouwen met smalle bekkens. De patiënten zelf hadden daar minder oor naar. In de eerste jaren na zijn omslag kostte het Charles veel moeite om patiënten te overtuigen van een keizersnede. Als vrouwen een operatie weigerde, dreigde hij dat hij niet langer bereid was hun kinderen op te offeren. Soms toonde hij voorbeelden van levende kinderen die hij met een keizersnede ter wereld had gebracht.

.

Het praktijkverslag over de ongewilde keizersnede van Charlotte is uitzonderlijk uitgebreid. Charles verantwoordt uitvoerig waarom hij haar tegen haar wil heeft geopereerd. Bron: Journal d’accouchements, 1889.

In het geval van Charlotte mochten zijn woorden niet baten. Volgens het operatieverslag van Charles weigerde ze resoluut een keizersnede. Uiteindelijk richtte Charles zich dan maar tot haar echtgenoot. Deze laatste had wel vertrouwen in de betere prognose voor de keizersnede en gaf volmondig zijn fiat. Beide mannen vonden dat ze zonder Charlotte deze ingrijpende beslissing konden nemen. De operatie verliep volgens plan. Charlotte beviel van een jongetje dat de toepasselijke naam César kreeg. Pas zes dagen na de operatie kreeg ze informatie over haar operatie. Wat er toen in haar hoofd omging, is onmogelijk te achterhalen. In elk geval was Charlotte, net als haar man, dolgelukkig met haar eerste levende kind. Enkele jaren later werd ze opnieuw zwanger en vroeg deze keer spontaan om een keizersnede.

Jolien Gijbels dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2023. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.

Waar komt het woord 'keizersnede' vandaan?

Lees hier het antwoord