Na de val van het West-Romeinse Rijk, in 476 na Christus, heersten de Longobarden over Noord-Italië. Zij hielden er een strikte sociale indeling op na, gebaseerd op nauwe familieverbanden.
Na de eeuwenlange heerschappij van de Romeinen over het Middellandse Zeegebied en grote delen van Europa en Klein-Azië, volgde in de vijfde en zesde eeuw de totale chaos. Kernland Italië werd overspoeld door volkeren uit het noorden en het oosten – de Romeinen noemden hen barbaren. Van die volkeren beschikken we over zeer weinig geschreven bronnen, waardoor geschiedkundigen moeten gissen over hoe ze hun samenleving organiseerden.
Na de val van het West-Romeinse Rijk, in 476 na Christus, heersten de Longobarden over Noord-Italië. Van dat volk, dat oorspronkelijk uit Scandinavië kwam maar vóór de invasie al lange tijd in huidig Hongarije woonde, is weinig bekend. Maar dankzij genetisch onderzoek op menselijke resten gevonden in oude graven in zowel Hongarije als Noord-Italië, is nu toch een tipje van de sluier opgelicht.
Het internationale team van archeologen ontdekte dat de Longobarden die ‘met egards’ waren begraven – vergezeld van dure kledij, juwelen, wapens en andere kostbaarheden – een sterke genetische band met elkaar deelden. Hun DNA wees bovendien op wortels in Noord- en Centraal-Europa.
Het DNA van de Longobarden die zonder veel ontzag waren begraven, vertoonde dan weer sterke gelijkenissen met dat van andere volkeren rondom de Middellandse Zee. Vermoedelijk waren zij lokale bewoners van de streken die werden ingelijfd door de Longobarden tijdens de twee eeuwen na de val van Rome.
Volgens de onderzoekers werden de gebieden van de Longobarden geleid door mannen uit een selecte verzameling families. De bloedband met de leider waren bepaald voor het aanzien dat een Longobard genoot tijdens de vroegste middeleeuwen.