Geschiedenis

De Slag om de Schelde: belangrijker dan D-day

De Slag om de Schelde had een simpel doel. Om de haven van Antwerpen te bezetten, moesten de geallieerden de oevers van de Schelde innemen. Op een manier werd deze slag de belangrijkste van de Tweede Wereldoorlog. 

Dit is een artikel van:
Eos Geschiedenis

Dit artikel verscheen in oktober 2019 in Eos.

De Slag om de Schelde. Op school zal je er niet of nauwelijks over geleerd hebben. Nochtans was het volgens opperbevelhebber Dwight Eisenhower de belangrijkste slag van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Meer nog dan D-Day. 

De hevige slag was al snel omgeven door een gevoel van gêne, want hij kwam te laat, duurde te lang, was te bruut en volgens velen overbodig. Dat alles was het gevolg van een spelletje ego-armworstelen. En dus werd hij weggemoffeld. 

Nog voor hij begon was de Slag om de Schelde al controversieel. Na de oorlog werden al die verwijten (te laat, te lang, te bruut) uiteraard ontkend en weggezet als zou met wel makkelijk praten zijn na de feiten. Tot historici een wel bijzonder goed geïnformeerde bron konden aanboren: de Enigma-berichten.  

De Slag om de Schelde had een simpel doel. Op 4 september 1944 trokken de geallieerden de haven van Antwerpen binnen zonder noemenswaardige slag of stoot. Op de prioriteitenlijst van opperbevelhebber Dwight Eisenhower stond die haven op nummer één. Alle legereenheden worstelden immers met de aanvoerroutes voor manschappen, voedsel, wapens en munitie van twee krakkemikkige noodhavens in Bretagne, 750 km verder.

De geallieerden kregen Antwerpen op een schoteltje aangeboden. Maar wie naar Antwerpen wil varen, moet door de Westerschelde

Als de geallieerden het Ruhrgebied wilden innemen en daarna naar Berlijn wilden, zouden ze een grote haven moeten inzetten. En plots viel die onverhoeds snel in hun handen. Antwerpen viel zeven maanden eerder dan ze voor D-Day berekend en gehoopt hadden. Eens de geallieerden eind augustus de Seine overgestoken hadden, had het Duitse 15de leger zich massaal teruggetrokken. ‘Gevlucht’ is een beter woord, vaak op fietsen en in boerenkarren. 

Hitler stuurde de soldaten naar festungen– vestingen – die ‘tot de laatste man en de laatste kogel’ verdedigd moesten worden. Bijna al die festungen waren havens: Dieppe, LeHavre, Duinkerken. Hitler was het wat dat betreft eens met Eisenhower: de bevoorrading zou de oorlog bepalen. 

Belgische commando’s tijdens de landing op Walcheren. © WHI

Speerpunt

Eisenhower was duidelijk: eerst nemen we de Schelde-oevers in, dan pas gaan we verder

En plots kregen de geallieerden dus Antwerpen op een schoteltje aangeboden. Maar wie naar Antwerpen wil varen moet door de Westerschelde. In 1944 was dat een corridor van 75 kilometer lang met aan beide oevers een snoer van bunkers (de Atlantikwall) en zware kanonnen. Van Zeeuws-Vlaanderen aan de linkeroever en het eiland Walcheren aan de rechteroevers aan de monding maakte Hitler meteen ook vestingen. 

Eisenhower was duidelijk: eerst nemen we de Schelde-oevers in, dan pas gaan we verder. Maar het boterde al weken niet in het opperbevel. Eisenhower was een diplomaat en bovendien een Amerikaan. De Amerikaanse Generaals Patton en Bradley stuurden hun legers naar de Ardennen. 

Generaal Bernard Montgomery was dan bevelhebber van de Britse troepen. Hij beval naast Britse soldaten ook Poolse, Canadese en gemengde troepen. Monty was de ster van de Britse oorlogspropaganda en kon het goed vinden met Churchill. Hij nam de bevrijding van West- en Oost-Vlaanderen voor zijn rekening, de Noord-Franse havensteden en dus ook Zeeland. 

Eisenhower en zijn generaals wilden een breed front om Duitsland binnen te trekken, ze wilden vechten van de Elzas tot de Ruhr. Montgomery dacht er al een tijdje anders over, hij wilde als een speerpunt direct tot in Duitsland doorstoten. Dat veronderstelde een zeer smal front, met het risico om ingesloten te geraken. De spanning tussen de generaals bouwde zozeer op dat Montgomery al in augustus zelfs niet meer naar de vergaderingen kwam van het opperbevel. 

Stop

Het is de reden waarom op 4 en 5 september de opmars stopte. Er zat nog benzine in de tank(s) voor 100 kilometeren het Duitse leger was in paniek. Enkele bevelhebbers wilden doorstoten (lees: verder rijden, want gevochten werd er nog nauwelijks), maar ze wachtten tevergeefs op het bevel. De opmars stopte in de haven zelf, in West-Vlaanderen hielden ze halt aan het Leopoldkanaal en zo werden Zeebrugge, Heist,  Knokke en nog enkele grensdorpen niet bevrijd in september. Het is het enige hoekje van ons land dat Duits bleef.  

Belgische commando’s tijdens de landing op Walcheren. © WHI

Al kort na de oorlog kwam er heel wat openlijke kritiek op die zet, ondanks het feit dat Montgomery door de propaganda al zo goed al heilig was verklaard. De verdediging was telkens dat je in de oorlog snelle beslissingen moet nemen. Je verliest al eens een veldslag, je weet niet alles en achteraf is het makkelijk praten. 

Dat was ook de redenering om de faliekante Operatie Market Garden goed te praten, het plan om de bruggen in Nederland te bezetten waarbij er eentje te ver bleek te liggen (wél een populaire film: A bridge too far). Montgomery had die actie er door gekregen met politieke steun – allicht van Churchill – tegen de wens van de andere bevelhebbers en heel wat raadgevers in. Hij had daarvoor het front stilgelegd en manschappen en voorraden opgesoupeerd en verloren, maar de resultaten waren vernederend voor de Britten. 

De landing in Walcheren leest als een aaneenrijgen van verkeerde beslissingen

Er waren ook psychologische gevolgen: het gedemoraliseerde Duitse leger werd plotseling een makkelijke overwinning in de schoot geworpen. Terzelfdertijd maakten de Britten een plan bekend om Duitsland na de oorlog te verdelen en onder curatele te plaatsen, onder andere van de Sovjetunie, wat de vechtlust bij het Duitse leger plots weer deed oplaaien. 

Na Market Garden gaf na wat tegensputteren Montgomery toe: hij zou de Schelde bevrijden. Maar hij liet dat over aan de Canadezen. En dat ging moeizamer dan gedacht. Het Duitse leger had immers de kans gekregen zich te reorganiseren en deed dat opmerkelijk snel. Hele legerafdelingen werden al snel terug ingezet in Noord-Brabant. Het was een van de redenen waarom Market Garden mislukte.

Modder

De Slag om de Schelde begon in de eerste dagen van oktober, de geallieerden ploeterden zich een weg door de modder van Zeeuws-Vlaanderen, dat deels door de Duitsers onder water was gezet. Het duurde bijna de hele maand oktober om vanuit Terneuzen Knokke te bereiken (op 1 november). 

Breskens werd door de geallieerden van de kaart geveegd. Ter voorbereiding van de landing op Walcheren werden in de dijken bressen gebombardeerd, waardoor vrijwel het hele binnenland van Walcheren onder zeewater kwam te liggen. Heel wat burgers verloren in de bombardementen en overstromingen hun leven. De ‘tuin van Zeeland’ was voor jaren verzilt. 

Bijna 1.500 burgers verloren in de bombardementen en overstromingen hun leven

De Nederlandse regering in ballingschap werd slechts achteraf verwittigd. Toen ze uiteindelijk op 1 november op Walcheren landden, duurde het acht dagen voor ze het schiereiland hadden bevrijd. De hele operatie kostte minstens vijfduizend militairen en burgers het leven. Het was de slag met procentueel het meeste burgerslachtoffers. 

Enigma

Beslissingen van legerleiders in het heetst van de strijd werden in het verleden niet zo vaak aangevochten. Tenslotte schrijft de overwinnaar de geschiedenis. Bovendien is de waarheid het eerste slachtoffer van elke oorlog. Dat laatste is een oud-Grieks gezegde - het gaat dus al een tijdje mee. 

Maar de Griekse oorlogsgeschiedenis bevat verhaaltjes die we onmogelijk kunnen natrekken. Terwijl in Groot-Brittannië nog een gigantisch archief op ontsluiting lag te wachten, om de verhalen na te trekken. De moderne oorlogsvoering trok immers ook een moderne geschiedschrijving mee in zijn zog. 

In het begin van de oorlog waren de Britten er met Poolse en Franse hulp in geslaagd de Enigma-codeermachines van Duitsland te kraken. De geallieerden luisterden mee naar heel gevoelige informatie, en ze wisten het zo slim aan boord te leggen dat nazi-Duitsland dat nooit door had. Meer zelfs: ze hielden het bestaan ervan geheim tot in 1974. 

Het systeem was uitgekiend. Op Blechtley Park, een domein in midden-Engeland, werden de gecodeerde berichten opgevangen, gedecodeerd en vertaald door een batterij medewerkers - meestal vrouwen. De inlichtingendiensten stelden vervolgens briefings op voor de bevelhebbers. Die uitgaande berichten werden heel selectief uitgestuurd. Ze vormen het archief van wat we toen wisten. Lang was zelfs hun bestaan een geheim, maar vandaag zijn ze te consulteren. 

De Enigma-dossiers tonen ons niet alleen wat de geallieerden wisten van de tegenstand, maar ook aan wie ze dat vertelden

Dat was wat historicus Hans Sakkers deed: honderden uitgaande berichten over die periode uitpluizen op zoek naar wat de geallieerden echt wisten. Hans Sakkers is van Zeeland, en daar wordt niet steeds even goed teruggekeken op hun ‘bevrijding’. Sakkers spreekt zelf van ‘de verovering’. 

De Enigma-dossiers tonen ons niet alleen wat de geallieerden wisten van de tegenstand, maar ook aan wie ze dat vertelden. Als er nog burgers in te bombarderen steden waren, dan wisten de meeste geallieerde troepen dat. Met uitzondering van de bombardementseenheden. 

De strategie bestond erin om nooit te laten merken dat de code gekraakt was. De Enigma-berichten in de duikbotenoorlog waren bijvoorbeeld zeer belangrijk. Opdat de Duitsers niets in de gaten zouden krijgen, zonden de geallieerden steeds een verkenningsvliegtuig over de locatie van een duikboot voordat ze overgingen tot torpederen. De uitschakeling moest toevallig lijken. 

Het Enigma-onderzoek van Sakkers bevestigt en versterkt alleen maar het idee dat die periode voornamelijk door tactische en strategische blunders werd gedreven.

Ferry’s

De eerste blunder begon al op 5 september. Uit de berichten van Enigma bleek dat de hele frontlijn in duigen lag aan Duitse kant. Tienduizenden soldaten zaten ongeorganiseerd vast in Zeeuws-Vlaanderen. Zelfs Hitler had geen hoop meer voor hen. 

De soldaten improviseerden een wanhoopspoging met bootjes en ferry’s tussen Breskens en Vlissingen. Tot hun eigen verwondering werden ze daarbij niet gehinderd. Dagenlang werden vanuit Bletchley berichten doorgestuurd die de overtochten beschreven. Pas op het einde werden enkele luchtbombardementen uitgevoerd. 

Het 15de leger zette 82.000 van zijn vastgelopen soldaten over naar Walcheren. Ze zouden later nog van pas komen. Enigma hoorde later dat een deel van die troepen naar Noord-Brabant vertrok, omdat Duitsland wel vermoedde dat er een uitval naar de Rijnbruggen zou komen. Ook daar werd niet op gereageerd. 

Een tweede blunder was het stoppen van de opmars. Hadden de geallieerden begin september enkele tientallen kilometer verder gereden, dan waren de bevoorradingslijnen naar dat hele ingesloten leger in Zeeland afgesloten. Allicht had het hele Duitse 15de leger zich na een tijd moeten overgeven. 

Enkele generaals lieten daarover tijdens die septemberdagen zelf al hun ongenoegen blijken. Bovendien gaf Enigma hun de pap in de mond, want de angst van het Duitse leger in de berichten verried hun zwakke plekken. Montgomery weigerde de berichten in te kijken. Hij vertrouwde op zijn intuïtie, daar was meer eer mee te halen.

Belgische commando’s tijdens de landing op Walcheren. © WHI

Het Duitse leger had dus half september zijn veerkracht getoond en was opnieuw redelijk paraat. In Zeeuws-Vlaanderen hadden ze weer stevige stellingen ingenomen. De munitievoorraden in de bunkers waren aangevuld. Ze lieten niet na om daar zelf in hun berichten hun verrassing over te ventileren. 

En dan moesten de vermoeide Canadese troepen de klus dragen in Zeeuws-Vlaanderen. De tactische plannen waren stroef en ook nu weer werden fouten gemaakt. Duitse berichten verwonderden zich erover waarom geen andere – makkelijke - weg werd genomen door Zeeuws-Vlaanderen. De voorgift van de geallieerden (zwaardere bewapening en meer voertuigen) zonk letterlijk weg in de modder. Het duurde tot 3 november voordat Zeebrugge in geallieerde handen viel. 

Zeewater

Dan was de landing in Walcheren al twee dagen bezig en ook die leest als een aaneenrijgen van verkeerde beslissingen. Begin oktober beslisten de Canadezen (onder Montgomery) om Walcheren onder water te zetten. Dat zou de bunkergordel moeten afsnijden van bevoorrading. Vier grote bressen in de dijken brachten het vruchtbare land enorme schade toe, tientallen Nederlanders verdronken. De meeste bunkers bleven onbeschadigd op de duinen achter.

Bij een eerdere tactische denkoefening was al de mogelijkheid geopperd of het Duitse leger Walcheren niet onder water zou durven te zetten. De kwestie werd afgewimpeld met het argument dat ze dat nooit zouden doen omdat het humanitair niet te verdedigen zou zijn en bovendien militair helemaal niets opbracht. En dan deden de geallieerden het zelf. 

Het gevolg was dat de geallieerden met hun zwaardere materiaal het terrein niet meer op konden. Ook daar verloren ze hun technische voordeel. Maandenlang nog na de oorlog kon het zeewater vrijelijk de ‘tuin van Zeeland’ overspoelen. 

Britse troepen landen op Walcheren. De ‘tuin van Zeeland’ werd voor jaren een zilte vlakte.

De aanval zelf was de tweede en laatste keer dat een landingsaanval tegen de Atlantikwall werd opgezet (na D-Day). Vanuit Breskens vielen Britse troepen Vlissingen aan. Dat ging relatief vlot. Vanuit Oostende voerden tweehonderd schepen naar Walcheren, maar dat werd een ander paar mouwen. 

De tactiek leek eruit te hebben bestaan om landingsvaartuigen (met geringe diepgang) dicht tegen de kust te laten varen. Het zwaar Duits geschut concentreerde zich op hen, waardoor een groot aantal slachtoffers viel vlak voor de kust en je er vandaag op die wrakken kan gaan duiken. Ondertussen landden commando’s op enkele stranden, die commando’s moesten de bunkers langs achter onschadelijk maken. 

Magen

In steden als Vlissingen werd man aan man gevochten, maar de meeste bunkerbemanningen gaven zich over eens ze omsingeld waren. De tegenstand was dan ook weer niet zo geweldig. Duitsland had in Zeeland een zogenoemde Magendivision gestationeerd. Veel traumaklachten uitten zich toen in maaglijden. 

Omdat zieke en getraumatiseerde soldaten in de nazi-ideologie het best werden ‘opgevangen’ door ze te harden, werden ze samen gezet. De hele divisie bestond uit maaglijders, die een aangepast dieet kregen (witbrood) naast een steviger dril. Hun bevelhebbers hadden al verklaard en via Enigma verklapt dat bij elk schot dat viel de manschappen eerder geneigd waren weg te lopen of te gaan liggen dan terug te schieten. 

De Slag om de Schelde werd vooral gezien als een onnodige slag. Ze had vermeden kunnen worden

Op 9 november gaven de Duitsers zich over op Walcheren. Hoe dat gebeurde zei ook veel. Een handvol Engelse officiers reed Middelburg binnen, waar ze geconfronteerd werden met enkele duizenden Duitsers die zich wilden overgeven. 

De Duitse bevelhebber Daser weigerde aanvankelijk te capituleren, omdat de Engelse officiers niet zo’n hoge rang hadden. Ze logen dat er een hogere officier op komst was. Bij aankomst van de andere Britse officier legden de Britten hun strepen samen en naaiden ze die op één vest. Daser telde de strepen, vond het voldoende en gaf zich over. De geallieerden wisten zich geen blijf met het hoge aantal krijgsgevangenen. 

Bij de commando’s op Walcheren waren ook 78 Belgen, de eerste troep commando’s die in actie kwamen van een Belgische sectie die aan de Engelse troepen was toegevoegd. Ze hadden eerder al verkenningsmissies uitgevoerd in Joegoslavië en Zuid-Frankrijk. Maar dit was hun eerste echte gevechtsmissie. Twee van hen zouden sneuvelen terwijl ze Domburg bevrijden. 

Mijnen

De Slag om de Schelde werd vooral gezien als een onnodige slag. Ze had vermeden kunnen worden als men wat verder was doorgestoten naar het noorden, nadat Antwerpen was ingenomen. Uit de Enigma-berichten bleek duidelijk dat er van organisatie geen sprake meer was bij het Duitse leger.  

Het zou na de Scheldeslag nog bijna een maand duren voor de haven van Antwerpen kon worden bevaren. Honderden zeemijnen moesten eerst geruimd worden. Via Enigma wist men overigens perfect waar die lagen en ook daar vragen velen zich af waarom de transporten van zeemijnen en het leggen ervan nooit verhinderd is geweest. Het Enigma-archief lijst ze netjes op. 

Zonder de onnodige stilstand op 4 september was de Nederlandse bevolking de hongerwinter van 1944-1945 vrijwel zeker bespaard gebleven

Montgomery’s en Churchills drang naar glorie wordt vaak als verklaring gegeven voor zoveel genegeerde kansen. Het blijft kristallen bollen kijken, maar zowel Duitse militairen als Amerikaanse bevelhebbers rekenden voor dat ze zeker voor het einde van 1944 het Ruhrgebied zouden hebben bereikt zonder die onnodige stilstand op 4 september. 

Het had vrijwel zeker de Nederlandse bevolking de hongerwinter van 1944-1945 bespaard (ruw geschat twintigduizend doden). Bovendien wordt vaak voorgerekend dat dan het Russische leger lang niet zover zou zijn opgerukt in Duitsland en dat het Oostblok van na de oorlog een pak smaller zou zijn geweest. De slag zelf kostte ook nog vijfduizend mensen het leven, waaronder 1.440 burgers. 

Toen ze in Antwerpen aankwamen, hadden de geallieerden zeven maanden voorsprong op het voorziene schema om Berlijn te bereiken. Toen ze in Berlijn kwamen nog tien dagen. Die maanden zijn ze hier verloren.