Een drukbezochte plek

28 juni 2014 door EV

In de smalle doorgang tussen de Kluisberg en de Schelde ligt een schat aan historisch materiaal. Archeologen deden er enkele opzienbarende ontdekkingen, die een nieuw licht werpen op de prehistorie.

In de smalle doorgang tussen de Kluisberg en de Schelde ligt een schat aan historisch materiaal. Archeologen deden er enkele opzienbarende ontdekkingen, die een nieuw licht werpen op de prehistorie.

'Daar in het oosten, achter de kerk van Ruien, zie je de Kluisberg’, vertelt archeoloog Bart Cherretté, die op de opgehoopte aarde is geklommen naast de archeologische site waar zijn team werkt. ‘En daar in het westen, aan de andere kant van het terrein, ligt de Schelde.’

We bevinden ons in het Oost-Vlaamse Kluisbergen, aan de rand van de Vlaamse Ardennen. ‘Door de nabijheid van de Kluisberg is de Scheldevallei hier vrij smal’, vertelt Cherretté. ‘Deze natuurlijke flessenhals tussen de heuvels en de rivier was door de jaren heen een aantrekkingspool voor iedereen die van noord naar zuid reisde, want in de streek zijn al heel wat sporen uit het verleden aangetroffen, zoals Romeinse artefacten en bewerkte stenen van neanderthalers.’

Toen de archeologische dienst van SOLVA hier in 2010 begon met een proefsleuvenonderzoek – een vooronderzoek waarbij archeologen om de vijftien meter parallelle sleuven uitgraven om te bepalen of er waardevolle zaken in de grond zitten – was het er vrij zeker van dat er iets zou opduiken. Toch was de vondst van een intacte prehistorische kampplaats een complete verrassing. ‘We wisten dat de streek tijdens de prehistorie een ideaal jachtgebied was voor rondtrekkende jager-verzamelaars, omdat de migrerende kuddedieren bij hun trektochten de loop van de Schelde volgden en in de nauwe doorgang weinig vluchtmogelijkheden hadden’, vertelt Cherretté. ‘Maar in deze streek waren nooit eerder prehistorische resten van jager-verzamelaars in situ, dus op de plaats waar ze zijn achtergelaten, gevonden.’

Missing link

Pas toen ze tijdens de opgraving die volgde op het vooronderzoek ongewoon veel stukjes vuursteen naar boven haalden, realiseerden de archeologen zich dat ze wellicht op iets bijzonders waren gestuit. ‘Toen we de plek waar de concentratie aan vuurstenen het grootst was volledig blootlegden, vonden we de resten van een ronde haard, gemaakt van tientallen opeengestapelde ijzerzandstenen. Daaronder lag een aslaag die we met koolstofdatering konden situeren tussen 11.000 en 10.700 jaar voor Christus, de periode waarin het finaal-paleolithicum in onze streken langzamerhand op zijn einde liep’, legt Cherrettés collega Arne Verbrugge uit. ‘Die periode komt overeen met het einde van de laatste ijstijd. Er zijn in de streek nooit eerder vindplaatsen aangetroffen uit dat tijdperk. De vondst vormt dus meteen een missing link binnen onze kennis van de prehistorie.’

Voor het eerst troffen archeologen hier ongeschonden resten aan in situ – op de plaats waar ze zijn achtergelaten

Rond de haard vonden de archeologen twee concentraties van honderden vuursteensplinters terug. Op basis daarvan vermoeden ze dat jager-verzamelaars hier kort halt hielden om vuurstenen wapens te maken voor de jacht. ‘Op anderhalve meter van de haard hebben we ook resten van oker aangetroffen, die ze vermoedelijk gebruikten om de dierenhuiden voor hun tenten waterdicht te maken.’

Waarschijnlijk bevond de site zich op de oever van een beek die op de Kluisberg ontsprong en uitmondde in de Schelde. De vondsten worden verder onderzocht door archeologen van de Universiteit Gent, maar het staat nu al vast dat ze van groot belang zijn. ‘Het was de eerste keer dat archeologen in deze streek sporen aantroffen in situ van de Ahrensburgcultuur, een Noord-Europese cultuur van Homo sapiens uit het finaal-paleolithicum’, zegt Cherretté.

Dat de site bijna ongeschonden is en dat de artefacten nog in situ liggen, heeft wellicht te maken met de extreme koude die de streek destijds teisterde. ‘De noordelijke watermassa’s zaten grotendeels gevangen in een ijskap rond de noordelijke pool’, vertelt Verbrugge. ‘Daardoor lag een groot deel van de huidige Noordzee volledig droog, waaide het sediment met de noordenwind naar het zuiden en kwam het huidige Vlaanderen voor het merendeel onder een dikke laag zand en leem terecht. Ook deze kampplaats, die daardoor weinig schade ondervond van natuurlijke erosie of recente landbouwactiviteiten.’

Resten van een ronde haard en een aslaag uit de laatste ijstijd.

Bovendien lag de kampplaats veel zuidelijker dan de prehistorische resten die eerder in het noorden van Nederland en Duitsland en zuidelijk Scandinavië zijn gevonden. Het was aan het einde van de ijstijd immers zo koud dat jager-verzamelaars misschien meer naar het zuiden trokken om warmere oorden op te zoeken.

Continuïteit

Verder legden de archeologen een Romeinse weg bloot die parallel met de Schelde liep. ‘Dat hier Romeinse sporen verborgen liggen, is niet zo uitzonderlijk. Maar dit moet wel een belangrijke weg geweest zijn, want hij was met stenen verhard en zes tot zeven meter breed. Terwijl de meeste wegen destijds niet breder waren dan vier meter en ze lang niet allemaal verhard waren’, vertelt Verbrugge. Aangezien onderzoekers eerder al stukken van een lokale weg vonden, die dwars op deze loopt, denken de archeologen dat ze binnenkort het kruispunt tussen deze twee wegen zullen blootleggen.

Sinds november vorig jaar onderzoeken de archeologen van SOLVA ook de laatste zone van het terrein. Ze hopen vooral sporen uit de late ijzertijd en de overgang naar de Romeinse periode aan te treffen. ‘Het was al lang duidelijk dat deze streek een uitgesproken Romeinse aanwezigheid kende. Maar we wisten niet zeker of hier tijdens de late ijzertijd boerderijen stonden, die dan verder werden uitgebouwd in de vroege Romeinse periode’, zegt Cherretté. ‘Nu hebben we voor het eerst sporen aangetroffen die wijzen op die continuïteit: twee hoofdgebouwen en verschillende bijgebouwen die in meer zuidelijke streken courant waren in de late ijzertijd en de vroege Romeinse periode. Ook dat is een boeiende ontdekking die we zeker verder moeten onderzoeken.’

Zelf aan de slag

Wie graag op de site in Ruien wil meehelpen, kan daarvoor contact opnemen met SOLVA, Dienst Archeologie, Joseph Cardijnstraat 60, 9420 Erpe-Mere, archeologie@so-lva.be