Na bijna 107 jaar is het wrak van de Endurance gevonden op ruim drie kilometer diepte in de ijskoude Antractische Weddellzee. Oceanograaf Jan Stel schreef een blog over de bijzondere geschiedenis van dit scheepswrak.
Beeld: De Endurance zonk op 21 november 1915. Bijna 107 jaar later werd het wrak door een internationale expeditie aan boord van het Zuid-Afrikaanse onderzoekschip Agulhas II teruggevonden. © Falklands Maritime Heritage Trust en National Geographic.
Het exclusieve hotel José Nogueira in Punta Arenas ligt in het hartje van de zuidelijkst stad van Chili. Het is één van de internationale toegangspoorten naar Antarctica. Met Ushuaia in Argentinië bedient het vooral het verkeer naar het Antarctische Schiereiland. De andere toegangspoorten zijn Kaapstad in Zuid-Afrika en Hobart in Australië.
In 2008 en 2009 kwam ik er regelmatig omdat ik toen het bezoek van de Nederlandse kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima organiseerde. De voorzitter van de Nederlandse Commissie Polair Onderzoek had bij de opening van het vierde Internationale Pooljaar op 8 maart 2007 in Leeuwarden spontaan koningin Beatrix uitgenodigd voor een bezoek aan Antarctica. Die even spontaan reageerde met het voorstel dat dit net iets voor de kroonprins en zijn vrouw zou zijn. En dat was dan het begin van mijn laatste opdracht voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek, waar ik nog deeltijds werkte.
Het werd mijn ‘mission impossible’. De organisatie van dit bezoek verliep moeizaam en zorgde voor een reeks van lange reizen naar Punta Arenas, waar het bijna altijd regent. Al snel bleek dat het hotel José Nogueira de uitvalsbasis van het koninklijk gezelschap zou zijn. Gelukkig werkten mijn collega’s in de poolinstituten in Chili en Engeland goed mee, evenals de Nederlandse ambassadeur in Santiago de Chile. Hij was ook een Groninger.
In de Shackleton bar van het José Nogueira hotel in Punta Arenas, Chili zijn een paar mooie pastel schilderijtjes van Shackleton zijn mislukte poolexpeditie te zien. © Auteur.
Ik was verrast om in het statige hotel de Shackleton bar aan te treffen. Het hotel is één van de oudste gebouwen in Patagonië. Het was vroeger het paleis van Don José Nogueira en Doña Sara Braun. Hij was een uiterst succesvolle, maar blijkbaar zeer jaloerse Portugese zakenman. Op de hoek van het gebouw is een bijna losstaand prieel met een treurig kijkende donkerharige vrouw die door de van tralies voorziene ramen, naar buiten kijkt. Volgens een kelner van het hotel was dat Sara die opgesloten was door haar man. Maar ik denk niet dat het verhaal klopt. Haar man was al twee jaar overleden toen Sara het paleis tussen 1895 en 1905 bewoonde.
De Shackleton bar en zijn verhaal
Het is een gezellige bar met mooie donkerbruine leren fauteuils en een paar glanzende tafeltjes. Je kon er aperitieven voor het diner in de smaakvol ingerichte serre. Aan de wand hangen acht pastelschiderijtjes met beelden van de tragische Trans-Antarctische-expeditie in 1914-16 van Ernest Shackleton. Xenia, de vriendelijke manager van het hotel vertelde mij dat ze door een lokale kunstenaar waren gemaakt.
Het blijkt al snel dat Shackleton (1874-1922) ook het Sara Braun Paleis bezocht toen hij geld verzamelde om zijn gestrande bemanning op te halen. Hierbij zal hij uitvoerig over zijn belevenissen hebben verteld. De beelden van een onbekende en overleden Chileense kunstenaar zijn mooi en illustreren de moeizame tocht door het pakijs van Antarctica en de even moeizame tocht om het geld te krijgen om ze op te halen.
Voor het Nederlandse poolonderzoek is de Shackletonbar een memorabele plek. In januari 2009 verzamelde zich het gezelschap en de pers die de kroonprins en prinses Maxima kwamen uitzwaaien. We zouden met een groep van vijf personen een bezoek aan het Britse onderzoekstation Rothera brengen. Na een bezoek aan een unieke vindplaats van fossiele ichthyosauriers in het prachtige nationale park Torres del Paine en een bezoek aan het Chileense Poolinstituut in Punta Areans, vertrokken we midden inde nacht naar Rothera.
Een paar dagen later keerden weer terug en werd er in de Shackleton bar geaperitiefd. Toen werd duidelijk dat het budget voor het Nederlandse poolonderzoek structureel zou worden verhoogd. Het gevolg is dat er sinds januari 2013, vlakbij Rothera, een gecontaineriseerde, Nederlandse onderzoeksfaciliteit staat. Dat is het Dirck Gerritsz Laboratorium. De namen van de verschillende containers, zoals Geloof, Hoop en Liefde werken nog steeds op mijn lachspieren. Ze verwijzen naar namen van 16e-eeuwse Nederlandse schepen, die in een sterk Europees gekleurde perceptie, per ongeluk Antarctica zouden hebben ontdekt.
Shackletons noodlottige expeditie
Terwijl Europa werd geplaagd door de Eerste Wereldoorlog, die op 28 juli 1914 was begonnen, vertrok de Endurance op 1 augustus 1914 uit Londen. Het zou de laatste reis van Iers-Britse ontdekkingsreiziger en avonturier Ernest Shackleton (1874-1922) naar de ijzige Zuidpool worden. Eerder had hij deelgenomen aan de race naar de Zuidpool, die uiteindelijk door de Noor Ronald Amundsen in 1911 werd gewonnen. Shackleton had de race vlak voor zijn doel moeten opgeven vanwege de logistiek en de gezondheid van een aantal van zijn mensen.
Nu wilde hij als eerste Antarctica doorkruisen. Hiervoor gebruikte hij twee schepen. Zijn eigen Endurance, zou de avonturiers en onderzoekers via de Weddellzee aan land zetten. De Aurora zou ondertussen via de Rosszee naar het ijzige continent varen, om voorraden aan te leggen langs de geplande route. Of hij ook whisky meenam, zoals op de Nimrodexpeditie van 1907, is mij niet bekend. Die whisky is ruim honderd jaar later in goede staat teruggevonden. De oorspronkelijke brouwerij Whyte & Mackay, heeft het nagemaakt en weer op de markt gebracht als Shackleton’s whisky. Voor de marketing van Sir Ernest Shackleton zijn favoriete whisky is de slogan “Shackleton is a whisky for those born adventurous”, bedacht.
De Endurance voer via Madeira en Montevideo naar Buenos Aires, waar Shackleton aan boord kwam. Hij verving vier bemanningsleden die niet goed functioneerden. Daarna vertrok het schip naar het walvisstation op South Georgia Island. Aan boord waren 27 bemanningsleden, één verstekeling uit Buenos Aires, 69 Canadese sledehonden en Chippy, de kat van de scheepstimmerman. Het 44 meter lange en 7,6 meter brede schip, de Polaris, was speciaal ontworpen voor arctische condities. Het was in opdracht van de beroemde Belgische poolonderzoeker Adrien de Gerlache en Lars Christensen gebouwd, om rijke toeristen naar het Arctische gebied te brengen zodat ze op ijsberen konden jagen.
Door financiële problemen trok De Gerlache zich uit het project terug, waarna Christensen het aan Shackleton verkocht voor £ 11.600. De ijsversterkte driemaster met een enorme kiel en een 350 pk stoommachine, was heel geschikt voor zijn laatste avontuur. Met het familiemotto Fortitudine vincimus, wat ‘Door volharding overwinnen wij’ betekent, herdoopte hij de Polaris in Endurance, of volharding.
Een rondje Weddellzee
De laatste tussenstop was het sub-Antarctische eiland South Georgia dat toen een uitvalsbasis voor de walvisvaart was. Het eiland werd alleen aan de oostkust bewoond door Noren die de walvisstations van Grytviken, Stromness en Husvik bemanden. Ze waarschuwden Shackleton dat de ijscondities dat jaar bijzonder slecht waren. Hij bleef daar een maand wachten op verbeteringen, maar vervolgde zijn reis op 5 December 1914. Door een eindje naar het oosten te varen voordat hij naar het zuiden ging, hoopte hij het ergste pakijs te omzeilen.
Volgens Shackleton is pakijs als een gigantische en eindeloze legpuzzel, die door de natuur is bedacht. Ze bereikten het pakijs op 7 december 1914, waarna ze wekenland hun moeizame tocht naar het zuiden voortzetten. Eén dag voor het einddoel Graham Land, waar ze aan land zouden gaan, werd het pakijs zo dicht dat ze zelfs met behulp van de stoommachine er niet meer doorkwamen. Ze zaten vast en moesten wachten op de volgende zomer. Negen maanden dreven ze met het pakijs mee naar het noorden. Uiteindelijk werden ze erdoor gevangen.
Van oktober 1915 tot april 2016 woonden ze in een kamp op het ijs, bij het gekraakte schip. Kapitein Frank zijn laatste positiebepaling voor de Endurance zonk was: 68° 39' 30'' zuiderbreedte en 52° 26' 30'' westerlengte. De bemanning bleef achter in hun Ocean Camp. Slechts anderhalve meter ijs scheidde hen van de kilometers diepe oceaan. Met het naderen van de Antarctische zomer smolt het ijs en werd hun situatie steeds hachelijker. Daarom sleepten ze de drie reddingsboten met spullen en proviand over het ijs in de richting van het land. De honden trokken de sleeën, maar de mensen moesten de zware boten trekken. Uiteindelijk belanden ze op Elephant Island, waar ze hun sloepen als hutten gebruikten.
Shackleton en vijf bemanningsleden verlaten Elephant Island om 1300 kilometer verderop om hulp te vragen bij de walvisstations op King George-eiland. © Auteur.
Het was van hier dat Shackleton en een paar van zijn mannen in de James Caird, één van de drie sloepen, op 24 april 2016 vertrokken King George-eiland. Op 10 mei landen ze, na een tocht van 1300 kilometer, aan de westkant van het eiland. Het lukte hun niet om naar de walvisstations aan de oostkant van het eiland te varen. Daarom doorkruiste Shackleton met twee andere mannen, het onbekende gebergte. Op 20 mei strompelden ze helemaal uitgeput en met bevroren tenen, het Noorse walvis station Stromness binnen.
"Wie ben jij in hemelsnaam?" vroeg de Noorse manager verbouwereerd aan Shackleton. Ze werden gastvrij ontvangen en haalden de andere mannen van de westkust. Daarna werden er plannen gemaakt om de 22 achterblijvers op Elephant Island te redden. Drie pogingen mislukten. De vierde poging met de Chileens sleepboot Yelcho, lukte. Ze stonden enthousiast te zwaaien op het strand. Door zijn verrekijker zag Shackleton dat ze er allemaal nog waren. Hij huilde van opluchting, schreef kapitein. Frank Worsley, later in zijn memoires. Op 3 september 2016 kwamen ze, rond tien uur, in Punta Arenas aan.
Een naald in een hooiberg
Polaire onderzoekschepen, zoals de Duitse Polarstern, de Britse James Clark Ross en het Zuid-Afrikaanse Agulhas II, zijn hoogtechnologische onderzoeksinstrumenten, die wel tegen een stootje kunnen. Toch is de verkenning van de oceanische ruimte van de Zuidelijke Oceaan nog steeds een uitdaging. In 2019 zocht een Britse privé-expeditie aan boord van de Agulhas II tevergeefs naar het wrak van de Endeaver. Ze hadden pech want ze verloren hun onderwaterrobot met de kostbare resultaten van het onderzoek. Achteraf gezien is het mogelijk dat het wrak toen al was gevonden.
Dit jaar werd er door een internationaal team een nieuwe poging ondernomen. In dit project van US$ 10 miljoen, werd de Agulhas II ook weer gebruikt. Opnieuw werden er gesofisticeerde onderwater robots ingezet om een gebied van een kleine 400 km2 te verkennen. Deze keer hadden ze geluk. Ze troffen het schip rechtopstaand, op een diepte van 3008 meter, op de bodem van de ijskoude Weddellzee aan. Door die kou is het schip goed geconserveerd en niet aangetast of opgegeten door houtwormen of ander leven in de Antarctische diepzee.
Het goed bewaarde wrak van de Endurance staat rechtop op de diepzeebodem. © Falklands Maritime Heritage Trust en National Geographic.
Onder de internationale regels van het Antarctisch Verdrag, is het wrak cultuurgoed van de mensheid. Het mag niet worden aangetast of geëxploiteerd, zoals dat nu gebeurt met het wrak van de Titanic. Voor een bedrag tussen de € 50.000 en € 87.000, kan je tijdens een trip van ongeveer acht dagen, ook met een duikboot de Titanic op een diepte van 3800 meter bekijken. Hopelijk wordt het in de toekomst niet één van de uitstappen die tijdens de vele reizen van touroperators wordt aangeboden. Laat het een eenzaam teken van de vervlogen tijden blijven, waarin avonturiers, ontdekkingsreizigers en wetenschappers het gebied verkenden en de geheimen ervan blootleggen.