Fake news is niet alleen bij Donald Trump een politieke strategie. Ook in de late middeleeuwen bepaalden machtige families als de Breydels de interpretatie van het verleden.
Niet de Amerikaanse president Donald Trump is de uitvinder van fake news, maar een leugenaar uit onze eigen Vlaamse middeleeuwse geschiedenis maakt misschien wel meer aanspraak op deze titel: Jan Breydel, de zogenaamde volksheld uit de Guldensporenslag. Vandaag de dag zijn het nog steeds de grote politieke families die feiten verdraaien en daarmee wegkomen. Dat was in de middeleeuwen niet anders. De Breydels behoren nog steeds tot de meest succesvolle manipulators van het verleden. En dat heeft alles te maken met hoe geschiedschrijving in de middeleeuwen werkt. De middeleeuwse politieke elite zette de rol van hun eigen voorouders maar al te graag in de verf.
De foute nonkel: van dronkenlap naar kapitein
De promotie van Jan Breydel, van dronkenlap naar kapitein, ging hand in hand met de rise to power van de Brugse familie Breydel omstreeks 1400
Geschiedschrijving had een concreet doel voor de grote politieke families in de late middeleeuwen. Het legitimeerde hun macht. De promotie van Jan Breydel ging bijvoorbeeld hand in hand met de rise to power van de Brugse familie Breydel. Omstreeks 1400 waren de Breydels uitgegroeid tot één van de machtigste politieke dynastieën in Brugge, en bij uitbreiding het graafschap Vlaanderen. De Breydels waren steenrijk en oefenden vanaf dat moment eeuwenlang schepen- of burgemeestersambten uit in de stad.
Jan Breydel pronkt stoer op een standbeeld op de Grote Markt in Brugge. Er is zelfs een voetbalstadion naar hem genoemd. In de geschiedkundige teksten uit de tijd van de Guldensporenslag is Jan Breydel echter nergens te bespeuren. Pas jaren later duikt hij op. Het plaatje dat deze oudere teksten van onze fictieve volksheld schetsen, is overigens niet zo fraai. Die Jan Breydel was een bruut, geweldenaar, moordenaar en dronkenlap. Dit beeld werd omstreeks 1400 bijgesteld. Die foute voorvader paste niet langer bij het nieuwe imago van de politieke familie Breydel anno 1400. Een militair leider daarentegen, een kapitein die de Vlaamse graaf door dik en dun steunde, sloot veel beter aan bij hun nieuwe positie aan de top van de middeleeuwse samenleving.
Geen brave jongens
Schrijvers verwerkten hun ongenoegen over de eigentijdse politiek in hun geschiedkundige tekst.
Middeleeuwse geschiedschrijvers waren niet allemaal brave jongens of meisjes. Een Brugs schrijver, Jacob van Malen, stelde een tekst op in gevangenschap. Hij had zich in 1485 tegen het bewind van de vorst gekeerd en werd maandenlang in een toren opgesloten. De Gentenaar Jan van Dixmude pende omstreeks 1520 dan weer tijdens het uitzitten van een ballingschap. Tot tweemaal toe had Jan een Gents politicus een ferme tik op de muil verkocht. Beide heren verwerkten hun ongenoegen over de eigentijdse politiek vervolgens naarstig in hun geschiedkundige werk.
Als historica gebeten door geschiedenis onderzocht ik hoe en waarom dergelijke ‘gewone’ mensen in de middeleeuwen geschiedenis schreven. Maar middeleeuwse schrijvers, dat zijn toch uitsluitend monniken aan hun schrijftafel in een kloostergang? Dit beeld strookt niet volledig met de laatmiddeleeuwse realiteit. Ook talrijke inwoners uit de steden schreven hun geschiedenis neer. In mijn onderzoek kwam naar boven dat vele van deze stedelijke schrijvers bovendien zelf politiek actief waren en dat die politieke kleur hun interpretatie van het verleden sterk beïnvloedde.
De functie van fake news
Onze kennis over de middeleeuwse samenleving steunt op dergelijke oude geschiedkundige teksten (ook wel ‘kronieken’ genoemd). Het is dus belangrijk om deze op een correcte manier te interpreteren. Daarom moeten we de rol van geschiedenis in de middeleeuwse samenleving en politiek beter leren begrijpen. De flexibele omgang van de middeleeuwse schrijvers met het verleden heeft alles te maken met de functie van geschiedschrijving op dat moment. Middeleeuwers waren conservatief: alles wat ‘nieuw’ was, was per definitie slecht.
Het herschrijven van geschiedenis kon dienen om eigentijdse wantoestanden aan de kaak te stellen.
De oplossing lag voor de hand: schrijf een tekst die beweert dat gelijkaardige zaken al eeuwen voordien bestonden. Het herschrijven van geschiedenis kon op die manier dienen om eigentijdse wantoestanden aan de kaak te stellen. Dit gebeurde meestal als volgt. Een vorst of prins uit het jaar 1000 bleek in sommige kronieken plots belastingen te innen die in realiteit voor 1400 nog niet eens bestonden. De boodschap van de middeleeuwse schrijvers was duidelijk: kijk, ook toen kwam de bevolking al omwille van financiële corruptie in opstand. Een dergelijke subtiele maatschappijkritiek was nodig in een samenleving waarin vrije meningsuiting of kritiek tegen de vorst geen evidentie was.
Historische slachtoffers
De intellectuele fout gebeurde op het moment dat historici de fictieve daden van figuren als Jan Breydel letterlijk zijn gaan nemen. Zo maakte de familie-branding van de Breydels historische ‘slachtoffers’. Denk maar aan Pieter De Coninck die andere volksheld op het standbeeld op de Grote Markt in Brugge, enigszins verscholen achter de brede schouders van Jan Breydel. Pieter De Coninck was wél een leidend figuur in 1302. Jammer voor De Coninck speelden zijn nazaten later geen noemenswaardige rol meer in de Brugse politiek. Het gevolg? De Coninck kwam letterlijk en figuurlijk in de schaduw van Breydel te staan. Het is nu de taak van historici om voor eerherstel (en een Pieter De Coninck-stadion) te pleiten.
Lisa Demets is met haar onderzoek naar middeleeuwse kronieken genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup.