Gestolen fossielen vervolledigen mysterieuze dinopuzzel
13 mei 2014 door Eos-redactieIn 1965 vond een paleobioloog in de Gobi-woestijn een paar gigantische grijparmen, maar geen kop. De Belgische paleontoloog Pascal Godefroit (KBIN) heeft nu het vijftig jaar oude mysterie opgelost.
In 1965 vond Pools paleobioloog Zofia Kielan-Jaworowska in de Gobi-woestijn een paar gigantische grijparmen, van wel 2,4 meter lang, met enorme klauwen. In 2006 en 2009 werden in diezelfde Gobi-woestijn nog twee gelijkaardige dinoskeletten gevonden, maar telkens ontbraken schedel en voeten. De Belgische paleontoloog Pascal Godefroit (KBIN) heeft nu het vijftig jaar oude mysterie van de verdwenen dinokop opgelost.
Hij ontdekte dat een fossiele schedel en voetbeenderen uit een privécollectie toebehoren aan de dino met reusachtige grijparmen en klauwen, die de naam Deinocheirus mirificus (letterlijk: ‘ongewone, verschrikkelijke handen’) kreeg, en stamt uit het late krijt – ongeveer 70 miljoen jaar geleden. Godefroit bestudeerde de beenderen in opdracht van het Franse bedrijf Eldonia, gespecialiseerd in paleontologie. Het bedrijf lokaliseerde een paar jaar geleden een vreemde schedel en bijbehorende voeten in een Europese privécollectie. Godefroit en François Escuillié van Eldonia vermoedden dat ze de ontbrekende stukken waren van een van de twee recente Deinocheirus-skeletten. En inderdaad: na vergelijkend onderzoek pasten de schedel en de voeten perfect op het grootste skelet, uit 2006. Na bijna 50 jaar is de Deinocheirus-puzzel eindelijk compleet.
De fossielen worden op dit moment door een internationaal team van paleontologen onderzocht, maar uit voorlopige resultaten blijkt alvast dat Deinocheirus twaalf meter lang was, en een vroeg lid van de ornithomimosaurussen, een groep vleesetende dino’s die gelijkenissen vertonen met de huidige struisvogels. Maar hij was, anders dan andere ornithomimosaurussen, geen snelle loper. Behalve de reusachtige armen en klauwen vallen ook zijn bochel of rugzeil op, zijn ruime bekken, de extreme veerkracht van zijn ledematen en de dikke beenderen.
De gestolen Deinocheirus-schedel en voeten werden gekocht door Eldonia en aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen gedoneerd. Op 1 mei 2014 maakten Godefroit en Escuillié de fossiele resten officieel over aan Mongolië, in het bijzijn van Oyungerel Tsedevdamba, Mongools Minister van Cultuur, Sport en Toerisme. De fossielen zijn nu officieel geregistreerd in het Central Museum of Mongolian Dinosaurs, samen met het skelet van Tarbosaurus baatar, een ander gestolen dinosaurusspecimen, dat recent van onder de veilhamer werd gered.