Archeologen hebben alle restanten van een stadje uit de tijd van de Romeinse Republiek in kaart gebracht, zonder dat ze daarbij een schop in de grond moesten steken.
De laatste jaren is er een revolutie gaande in de archeologie. Daar waar onderzoekers vroeger met schop en borstel stukje bij beetje het verleden blootlegden, kijken ze dat nu ongehinderd recht in het gezicht. Dat kan dankzij verbeterde varianten van teledetectiesystemen zoals magnetometrie (voor metalen objecten) en bodem penetrerende radar (GPR). Zeker de laatste techniek is bezig de archeologie grondig te veranderen, met een beeldscherpte tot een tiental centimeter. Bij die resolutie worden kleine objecten en details zichtbaar, zoals – in het geval van nederzettingen – individuele muren, straatstenen of zelfs waterleidingen. En dat allemaal zonder dat de artefacten een sprankje licht zien.
Met GPR kunnen nederzettingen uit de oudheid die eeuwen geleden al verlaten werden en in de loop der tijden onder de grond zijn beland, virtueel gereconstrueerd worden. Dat is interessant voor archeologen die specifiek geïnteresseerd zijn in vroege urbanisatie. Terwijl bij opgravingen vaak losse artefacten of op zichzelf staande structuren aan het licht komen, kan een ‘grondradar’ immers een volledig stadsplan onthullen.
Bijvoorbeeld de indeling van een typische stad ten tijde van de Romeinse Republiek (vijfde tot en met eerste eeuw vóór Christus). Een stad zoals Falerii Novi, gelegen in de vallei van de Tiber op zo’n vijftig kilometer ten noorden van Rome. De restanten van deze stad liggen al eeuwenlang verstopt onder akkergrond, op een paar stukken omwalling en een stadspoort na die nog boven de grond uitsteken. Maar archeologen van de universiteiten van Cambridge en Gent konden die bovenste bodemlaag virtueel wegnemen. In het vakblad Antiquity beschrijven ze de resultaten van hun ‘scan’ van de ruim dertig hectare binnenin de oude stadsmuren van Falerii Novi. Om een idee te geven: het stadje is daarmee ongeveer half zo groot als Pompeii, een van de best bewaarde steden uit de oudheid.
Met hun grondradar, die ze voortrokken met een quad, toverden de archeologen het volledige grondplan van Falerii Novi tevoorschijn. Dat toont het damboordpatroon dat zo typisch is voor Romeinse steden. De vorsers konden behalve straten en huizen ook publieke gebouwen herkennen, zoals een tempel, een marktplaats en een badencomplex. Dat complex was verbonden met een nabijgelegen aquaduct via waterleidingen die onder de straten en huizen liepen – de buizen daarvan zijn nog zichtbaar. Aan de noordkant, bij de stadspoort, moet zich dan weer een imposant bouwwerk hebben bevonden in de vorm van een overdekte zuilengalerij. Ook het vroegere theater is door de halve-cirkelvorm duidelijk zichtbaar.
Falerii Novi was, zoals de naam al doet vermoeden, een ‘nieuwe stad’. Hij werd gebouwd nadat de Romeinen in 241 vóór Christus de opstandige Falisken had verslagen, waarna ze de rebellenstad met de grond gelijk maakten en de bewoners een nieuwe woonplaats toegewezen.