Harde bewijzen voor genocide door Julius Caesar
10 december 2015 door AAAls we aan de komst van de Romeinen denken in onze regio, zien we ze vooral als brengers van cultuur en beschaving. Maar dat beeld is niet helemaal juist.
Als we aan de komst van de Romeinen denken in onze regio, zien we ze vooral als brengers van cultuur en beschaving en als bouwers van grandioze villa’s. Maar dat geldt pas vanaf keizer Augustus, toen er een periode van stabilisatie aanbrak.
De veroveringsfase is een uitermate gewelddadig gebeuren geweest, en daar zijn nu harde bewijzen voor gevonden. Op een persconferentie eerder vandaag kwam archeoloog Nico Roymans van de Vrije Universiteit Amsterdam de resultaten van een jarenlang vondstenonderzoek in Nederland voorstellen. En die zijn redelijk spectaculair.
Het archeologenteam zegt het definitieve bewijs te hebben gevonden dat Julius Caesar in het huidige Nederland, meer bepaald in het Noord-Brabantse Oss, in 55 voor Christus een veldslag uitvocht tegen twee Germaanse stammen, de Tencteri en Usipetes. De precieze plek van het wapengekletter kon worden vastgesteld aan de hand van archeologisch materiaal dat al tientallen jaren opgegraven wordt in de buurt van het plaatsje Kessel, een deelgemeente van Oss in Noord-Brabant.
Geografische kaart met de reconstructie van de veldtocht van Caesar van 55 v.Chr. en de locatie (kruisje) van de massaslachting van de Tencteri en Usipetes bij Kessel. (© Vrije Universiteit Amsterdam)
Het gaat voornamelijk om Romeinse zwaarden en speerpunten, en opvallend veel menselijke botresten. Door nieuwe dateringsmethoden te gebruiken, kon worden vastgesteld dat alle gevonden botten – afkomstig van meer dan 100 mannen, vrouwen en kinderen- dateren uit de eerste helft van de eerste eeuw voor Christus. Daaruit concluderen de archeologen dat de slachtoffers bij één grote gebeurtenis om het leven kwamen. Wellicht is dit nog maar het tipje van de ijsberg en komen later nog veel meer resten van slachtoffers aan het licht.
Dat het om een veldslag ging, weten we van Julius Caesar zelf, en dat is het bijzondere aan het hele verhaal. In boek IV van zijn ‘De bello Gallico’ (‘Over de oorlog in Gallië’) wilde Caesar zichzelf neerzetten als een militair genie. Een van de feiten waarmee hij tien bladzijden lang uitpakt, is precies de manier waarop hij twee Germaanse stammen genadeloos in de pan heeft gehakt nabij de samenvloeiing van Maas en Waal, precies de plek waar de resten gevonden zijn.
Menselijke kaakstukken uit Kessel gebruikt voor isotopenanalyse. (© Vrije Universiteit Amsterdam)
Ze hadden tegen zijn consignes in de Rijn overgestoken – dat de botresten afkomstig waren van mensen die niet uit het huidige Nederland afkomstig waren, werd overigens ook bevestigd door isotopisch onderzoek van tandglazuur - en wilden asiel aanvragen. Caesar vertrouwde hen niet en gaf zijn troepen de opdracht om de stammen gewelddadig te vernietigen, waarbij de meegereisde families met vrouwen en kinderen niet werden gespaard.
Het onderzoek van Roymans’ team geeft dus ook aan dat we Julius Caesars geschriften – die toch vooral als zelfverheerlijking en propaganda werden gezien - vanaf nu misschien wel letterlijker moeten nemen dan tot nu toe het geval was.
Schedelfragment van een volwassen vrouw uit Kessel met boven de oogkas een gat. (© Vrije Universiteit Amsterdam)