Het keerpunt 1715
31 augustus 2015 door FDDe dood van Lodewijk XIV, op 1 september 1715, effende het pad voor de verlichting.
Ook dit jaar zijn er weer historische mijlpalen die vragen om een herdenking. Veel aandacht gaat naar de verjaardag van de slag bij Waterloo in 1815. Maar ook de dood van Lodewijk XIV, de Franse Zonnekoning, een eeuw eerder bracht heel wat in beweging.
Na 2014, met als hoogtepunt de honderdjarige herdenking van het begin van de Eerste Wereldoorlog, zijn er ook dit jaar heel wat grote ‘verjaardagen’ te vieren. Historici lijken wel het hele jaar door te kunnen feesten en herdenken. De Slotakte van het Congres van Wenen (9 juni 1815) en de Slag bij Waterloo (18 juni 1815) liggen voor de hand. Maar wist u dat Frankrijk bijvoorbeeld op 13 en 14 september vijfhonderd jaar Slag van Marignano viert?
Elk Frans schoolkind leert deze datum uit het hoofd als het moment waarop Frans I de Zwitsers in de pan hakte. 25 oktober 1415, of de Engelse overwinning bij Azincourt in de Honderdjarige Oorlog, zal dan weer zeshonderd jaar geleden zijn. De belangrijkste tekst uit de Engelse middeleeuwse geschiedenis, de Magna Carta van Jan zonder Land, werd op 15 juli 1215 ondertekend.
Ook 1715 kent zo’n keerpunt. Op 1 september van dat jaar, om kwart na acht in de ochtend, overlijdt Lodewijk XIV op het paleis van Versailles. Volgens de markies van Dangeau, die een uitgebreid dagboek van het hofleven heeft bijgehouden, heeft de Zonnekoning vreedzaam de geest gegeven, ‘als een kaars die uitgaat’.
‘Le plus grand roi du monde’
Wat een contrast met Lodewijks leven. Van 1643 tot 1715 bestuurt de Zonnekoning Frankrijk. Je kan wel zeggen dat dit met ijzeren hand gebeurt. Bij zijn geboorte, op 5 september 1638, is zijn land weliswaar belangrijk, maar domineert het Europa nog niet. De koning van Spanje, Lodewijks grootvader aan moederskant, is samen met zijn verwant, de Habsburgse keizer in Wenen, de arbiter van Europa.
De Zonnekoning was ook een oorlogsstoker. Hij intimideerde en vernederde andere vorsten
Zevenenzeventig jaar later wordt het paleis van Versailles gretig nageaapt over het hele continent. De grenzen van Frankrijk reiken dan van de Pyreneeën tot aan Leie en Schelde, over Straatsburg en Besançon tot aan Genève. Op alle gebieden heeft Lodewijk een brandende ambitie proberen te verwezenlijken. ‘Le plus grand roi du monde’ was hij, volgens de Franse historicus Lucien Bély. De grootste koning ter wereld is Lodewijk niet echt. Ook in zijn tijd geldt bijvoorbeeld China als uitgestrekter en machtiger dan de westerse staten. Hij heeft ook binnen Europa rivalen met uitgestrekte gebieden, als de Habsburgse keizer, de Spaanse koning, of de Ottomaanse sultan. Op de oceanen vecht Frankrijk tegen bloeiende handelsnaties, zoals de Nederlandse Republiek of Groot-Brittannië.
Maar Lodewijk streefde wel onvermoeibaar naar roem en glorie, en heeft zijn land op veel gebieden naar een hoger niveau getild. Opera (Lully), schilderkunst (Le Brun, Mignard), architectuur (Perrault, Mansard), tuinaanleg (Le Nôtre) en theater (Molière, Racine) worden gul gefinancierd door het hof. Parijs zou onherkenbaar zijn zonder Lodewijks gebouwen: denk maar aan de Invalides, de Place Vendôme, grote delen van het Louvre, het Observatorium of de Saint-Sulpice.
In de slag bij het Waals-Brabantse Ramillies (23 mei 1706) leden de Fransen een zware nederlaag. Een sterke alliantie van Engeland, de Nederlanden en enkele Duitse vorstendommen wilde het expansionisme van Lodewijk XIV een halt toeroepen. Van de Nederlandse schilder Jan van Huchtenburg (1646-1733).
In het Franse leger voert hij geleidelijk het begin van een staatsstructuur in, boven de hoofden van grote adellijke families. Machtige ministers als Colbert en Louvois verheft hij persoonlijk in de adel. Ze hebben alles aan hem te danken, en zorgen met eigen dynastieën voor vernieuwing in de hogere kringen. Lodewijk slaagt er ook in om de middeleeuwse tegenmachten in Frankrijk naar zijn hand te zetten. De hoogste rechtbank van Frankrijk, het Parlement van Parijs, wordt zo goed als gemuilkorfd. De rebelse algemene vergadering van de Franse Kerk moet zich ten dienste van de staat stellen, tegen de wil van de Paus in.
Oorlogsstoker
Lodewijk is natuurlijk ook een oorlogsstoker of ‘Mars Gallicus’ (Franse oorlogsgod), zoals hij op spotprenten wordt afgebeeld. Gebiedsuitbreiding verkrijgt hij door verdragen te sluiten, of ‘par une bonne guerre’. Lodewijk intimideert erop los, vernedert andere vorsten en breekt zijn woord wanneer het hem uitkomt. Uiteindelijk brengen zijn oorlogen Frankrijk tot de hongersnood en bijna tot een faillissement, leeggezogen door corrupte bankiers en ondernemers.
Ook zijn invallen in België zaaien terreur: in 1695 laat hij de Grote Markt in Brussel brutaal bombarderen, in 1683 Kortrijk en Oudenaarde. In Duitsland wordt het kasteel van Heidelberg opgeblazen, in het huidige Nederland worden volledige dorpen uitgemoord.
De glorieuze wapenfeiten van zijn generaals Condé, Turenne, Luxembourg, Vendôme, Boufflers of Villars hebben oorlogsheffingen en ellende tot gevolg voor de ooit zo rijke Spaanse Nederlanden. Het huidige België is het toneel voor Franse overwinningen (Neerwinden 1693), maar ook nederlagen (Ramillies 1706, Oudenaarde 1708). Zegerijke bloedbaden als de slag bij Seneffe (1674) zorgen in Parijs meer voor ontzetting dan blijdschap. Na de patstelling-nederlaag van Malplaquet (1709), net over de huidige grens met Frankrijk, kan maarschalk Villars alleen maar naar Lodewijk schrijven dat hij ‘hoopt dat de tegenstander nog eens zo’n overwinning op ons behaalt, dan zijn uw vijanden definitief vernietigd’.
Ook in het liefdesleven van Lodewijk XIV gaat het er stormachtig aan toe. Tot de devote Madame de Maintenon opduikt
Op het toppunt van zijn macht, in 1685, neemt Lodewijk de beslissing om alle overgebleven protestanten (Hugenoten, hoofdzakelijk calvinisten) uit zijn land te verjagen. Het Edict van Fontainebleau trekt het tolerantie-Edict van Nantes van Hendrik IV (1598) in. Tienduizenden talentvolle of gefortuneerde Fransen trekken naar Genève, Berlijn, Londen of de grachten van Amsterdam en Leiden. Onze hedendaagse rechten en vrijheden komen van bij Lodewijks tegenstanders, John Locke en Spinoza.
Hoe dubbelzinnig Lodewijk staat tegenover religie, kun je aflezen uit de opeenvolging van zijn maîtresses. Zijn Louise de la Vaillière of Madame de Montespan nog frivool, dan gaat de koning resoluut de conservatieve toer op met de devote Madame de Maintenon. Toch huwt hij haar in het geheim (1683), een schending van de regels van het Concilie van Trente.
Despoot én vernieuwer
De prachtige plafondschilderingen van Le Brun in Versailles beelden Lodewijks successen af uit de eerste twintig jaar van zijn persoonlijk bewind. Van 1661 tot 1684 loopt alles op rolletjes: eerst Spanje, dan de Republiek en uiteindelijk weer Spanje knielen nederig voor Lodewijk. Na een strafbombardement verschijnt de doge van de Republiek Genua persoonlijk in de Spiegelzaal om zijn verontschuldigingen aan te bieden bij de Franse agressor.
De verheerlijking van ’s konings glorie kan ook vandaag nog als een belediging worden gelezen door de volkeren die voor eeuwig belachelijk worden gemaakt boven bladgoud, spiegels en luchters. In de Franse kolonies wordt het statuut van de zwarte slaven vastgelegd in een ‘Code Noir’, die hen behandelt als objecten, geïnspireerd op het Romeins recht. Opstanden in Bretagne of de Cevennen worden hard neergeslagen. Lodewijk verbiedt het onderwijs van het publiekrecht, om kritiek te vermijden. De strenge geestelijken van de Sorbonne censureren de pers, rechtbanken sturen veroordeelden naar de galeien of het schavot. De manier waarop Lodewijk verafgood wordt, en bijvoorbeeld de goede afloop van zijn anale fisteloperatie in 1680 wordt gevierd, lijken in onze ogen ronduit belachelijk.
Toch zijn er ook kanttekeningen te plaatsen. Wanneer historici Lodewijks Frankrijk bestuderen, kijken ze in de eerste plaats naar de strekkende kilometers archiefmateriaal die zijn administratie heeft voortgebracht. Franse historici noemen zijn periode de ‘Grand Siècle’, zoals de Nederlanders net iets vroeger een ‘Gouden Eeuw’ kennen, en de Spanjaarden kort daarvoor een ‘Siglo de Oro’. Lodewijk gebruikt godsdienst als politiek wapen, maar wil tegelijk zijn bastaardzonen als volwaardige prinsen behandelen.
De koning verheft competente militairen en bestuurders op basis van verdienste tot boven de oudste families van Frankrijk. Belgische juristen weten uit het hoofd dat ons Gerechtelijk en Burgerlijk Wetboek, of het Wetboek van Strafvordering rechtstreeks afstammen van de Ordonnanties van Colbert. Maarschalk Vauban, Lodewijks grote fortenbouwer, versterkte tientallen plaatsen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk, wat hun uitzicht tot vandaag bepaalt.
De memoires van de hertog van Saint-Simon, een tijdgenoot van Dangeau, zijn een monument van de Franse literatuur. Met bijtend venijn beschrijft een conservatieve aristocraat hoe Lodewijk de ene verandering na de andere doorvoert, hoe hovelingen zich in zijn gunst proberen te vleien en hoe geraffineerde intriges via netwerken verlopen. Ook de correspondentie van Liselotte von der Pfalz, de plompe Duitse echtgenote van Lodewijks broer, of die van Madame de Sévigné verzamelen schatten van vinnige impressies.
Wanneer Lodewijk overlijdt, wordt zijn testament wel geopend, maar onmiddellijk aangepast. Het Parlement van Parijs, de hoogste rechtbank van het land, neemt wraak op de autoritaire stijl van de koning. Een vijfjarig achterkleinkind, de latere Lodewijk XV, moet nog acht jaar wachten voor hij kan regeren. In de tussentijd krijgt één regent het roer in handen. De neef van Lodewijk XIV, Filips van Orléans (1673-1723), is het tegenbeeld van de overleden koning. Politiek misschien nog slimmer, beseft hij dat andere tijden aanbreken. De macht van de ministerraad, waar figuren als Louvois of Colbert zetelden, wordt gebroken. Ministers worden vervangen door voorzitters van regeringsraden, bevolkt met mensen uit alle clans aan het hof.
De politieke en morele sfeer wordt losser. Het hof verhuist weer naar Parijs, naar het Palais-Royal, tegenover het Louvre. Orléans zelf is niet echt gelovig, houdt er een verhouding met zijn eigen dochter op na, en bindt zich openlijk aan Lodewijks traditionele vijand, Engeland. Voltaire of Montesquieu, die na 1715 de verlichting aankondigen, zijn beiden gefascineerd door het land van Isaac Newton en John Locke. Opnieuw is niets wat het lijkt. Samen met abt Dubois (1656-1723) vreet Orléans als een worm de regeerraden aan. De aanhangers van ‘la Vieille Cour’ verdwijnen geleidelijk uit de besluitvorming. Na een paar jaar bestuurt de Regent even ‘absoluut’ als zijn oom, en stelt hij weer ministers aan.
Dertig jaar rust
In 1715 verandert veel in Europa, door de Franse alliantie met Engeland. Na bijna honderd jaar onophoudelijke conflicten met miljoenen slachtoffers, breekt een periode van dertig rustigere jaren aan. De overleden koning zou de politiek van de Regent niet hebben afgekeurd. Lodewijks laatste oorlog is net in een onderling akkoord met Londen beëindigd. De Vredes van Utrecht (1713), Rastatt en Baden (1714) hebben dit omgezet in bindende teksten.
De oom van de kleine Lodewijk XV, hertog Filips van Anjou (1683-1746), vervangt met Engelse instemming de laatste Spaanse Habsburger, Karel II (1661-1700). Voorwaarde is dat de Spaanse Nederlanden, het huidige België (min Luik) en ook de Italiaanse bezittingen van de Spanjaarden worden overgedragen naar de Oostenrijkse Habsburgers in Wenen. Filips van Anjou mag nooit koning van Frankrijk worden. Omgekeerd kunnen Lodewijk XV noch een andere Franse prins ooit in Madrid regeren. Eerder dan dit akkoord in vraag te stellen en een nieuwe grote oorlog te starten, kiest Orléans voor de blijvende verzoening en werkt hij aan het interne herstel van Frankrijk.
Ondanks tussentijdse conflicten blijven de geopolitieke verworvenheden van Lodewijks regeerperiode stevig overeind. In 1738 verkrijgt Frankrijk onder het beleid van kardinaal Fleury Lotharingen (het ontbrekende stukje in de puzzel van de Franse oostgrens), en wordt don Carlos (1716-1788), zoon van Filips van Anjou, erkend als koning van Napels. Pas in 1740 breekt opnieuw een allesomvattend conflict uit.
Was 1715 echt een keerpunt? Ja, als je denkt aan Lodewijk XIV’s laatste raad aan zijn opvolger, op 26 augustus 1715, zes dagen voor zijn dood: ‘Mignon, vous allez être un grand roi, mais […] il faut que vous évitiez autant que vous le pourrez de faire la guerre: c’est la ruine des peuples’ (vrij vertaald: ‘Je zult een groot vorst worden, maar doe alles wat in je macht ligt om oorlog te vermijden. Want dat is de ondergang van het volk.’)