Een nieuwe studie haalt de hypothese onderuit dat de voorouders van de zoogdieren zich voortbewogen zoals de huidige reptielen. Ze geeft ook aan dat we nog niet alles weten over de evolutionaire ontwikkeling van de ruggengraat, maar we komen steeds dichterbij.
Allesbepalend voor de manier van voortbewegen is de ruggengraat. Het unieke bij zoogdieren - zie de kat op de illustratie hieronder - is dat die op- en neergaande bewegingen kan maken. Tot nog toe ging men ervan uit dit een evolutionaire doorontwikkeling was van de ruggengraat en bijgevolg de bewegingswijze die we vandaag kennen van reptielen, zoals de slang of de hagedis: zijwaarts, van links naar rechts.
De basis van deze hypothese, de zogenoemde overgang van lateraal naar sagittaal, was volgens sommige wetenschappers nogal smal en dus wankel. Kort samengevat: relatief oppervlakkige gelijkenissen tussen die hagedis van vandaag en uitgestorven zoogdierachtige reptielen. Een onderzoeksteam onder de vleugels van Harvard University hield deze hypothese nu tegen met licht met een aantal geavanceerde nieuwe technologieën.
Ze namen een breed staal van uitgestorven en nog levende zoogdieren en reptielen die evolutionair met elkaar verwant zijn. Daarbij vergeleken ze de vorm van ruggengraat, en zo kwamen ze tot een nieuwe kaart van de ontwikkeling ervan qua vorm en dus bewegingsfunctie. Het bleek dat er bij zoogdieren geen laterale tussenfase is geweest, en dat ze zich dus nooit op een reptielachtige wijze hebben voortbewogen.
Aan de hand van tekeningen zoals deze van de Thrinaxodon puzzelt het team letterlijk de volgens haar correcte evolutie van de ruggengraat in elkaar. Credit: April Neander.
Daarmee kunnen we die hypothese inruilen voor een veel complexer en boeiender evolutionair verhaal,’ stelt de onderzoeksleider, organisme- en evolutiebioloog Stephanie Pierce. ‘Dit is een wegwijzer naar het echte evolutionaire pad dat de unieke ruggengraat van zoogdieren heeft afgelegd.’ Deze concrete studie maakt overigens deel uit van een hele reeks onderzoeksprojecten, die samen de puzzel moeten leggen: ‘We kennen het hele verhaal nog niet, maar we komen steeds dichter in de buurt.’