In de Tollense vallei, een plek in Noord-Duitsland, vond meer dan 3000 jaar geleden een grote veldslag plaats. Een analyse van pijlpunten toont aan dat minstens een deel van de strijders van ver uit het zuiden kwam. Dat maakt deze veldslag uit de late Bronstijd Europa's oudste interregionaal conflict.
Beeld: Schedel doorboord met bronzen pijlpunt. Credit: Volker Minkus
In 1996 stootte een amateurarcheoloog aan de oevers van de Tolleserivier op een bot met daarin een stenen pijlpunt. Verdere opgravingen legden de overblijfselen van een omvangrijke veldslag bloot. De schaal van de strijd, die zo'n 3250 jaar geleden plaatsvond, moet enorm geweest zijn. De hoeveelheid menselijke resten en wapens suggereert dat er minstens tweeduizend strijders betrokken waren bij dit bijzonder brutaal treffen, dat geldt als Europa's eerste grote oorlog.
Pijlen uit het zuiden
Onder de wapens bevinden zich een groot aantal pijlpunten. De meeste gemaakt van vuursteen, in lijn met archeologische vondsten uit de omgeving, maar ook een aantal bronzen pijlpunten. Opmerkelijk, vertelt onderzoeker Leif Inselmann (Universiteit van Göttingen), archeoloog gespecialiseerd in de Bronstijd. 'In de noordelijke regio dicht bij de Oostzee werden nooit eerder bronzen pijlpunten gevonden, enkel punten gemaakt van vuursteen. De site aan de Tollense rivier is in dat opzicht een regionaal unicum.'
Geen van de bronzen pijlpunten die op het slagveld van Tollense overbleven, zijn precies hetzelfde. Maar er vallen wel types te onderscheiden. Inselmann vergeleek de verschillende pijlpuntvormen met vondsten van elders. 'Een deel van de punten komt overeen met vondsten niet zo heel ver van Tollense, maar andere punten komen helemaal niet voor in het noorden van Duitsland. Het heeft er alles van dat ze uit zuidelijke regio’s komen, zoals Beieren of het zuiden van Polen en Tsjechië.'
'Honderden, misschien wel duizenden strijders zijn van vele honderden kilometers naar het noorden getrokken om slag te leveren'
Inselmann acht het onwaarschijnlijk dat deze punten via handelscontacten bij lokale strijders uit Noord-Duitsland beland zijn. 'Mocht dat het geval zijn, dan zouden we ze ook in grafgiften terugvinden, en dat is niet zo. Het gaat dus om wapens van krijgers die uit het zuiden naar deze plek gekomen zijn om strijd te leveren. Dat is in lijn met een aantal andere vondsten op de site, zoals een bronzen zwaard van een type uit het zuiden van Centraal-Europa en enkele kledingspelden. De menselijke resten laten verder zien dat het niet om een migrerend volk gaat, maar om mannelijke strijders, waarvan sommigen al geheelde wonden uit vorige gewelddadige confrontaties hadden.'
Krijgheer of koning?
De analyse van de pijlpunten toont aan dat militaire mobiliteit in de late Bronstijd groter was dan aangenomen, een conclusie die heel wat nieuwe vragen oproept. Waarom troffen de strijders elkaar op juist deze plek? 'Het is aannemelijk dat de vallei deel uitmaakte van een handelsroute tussen het noorden en het zuiden,' aldus Inselmann. 'De Bronstijd staat bekend om de ontwikkeling van grote handelsnetwerken. De handel in amber vanuit de Baltische kust richting het zuiden van Europa is een goed voorbeeld van hoe uitgestrekt die netwerken waren. Of het echter gaat om plunderaars, slavenjagers of om een groep die de plek onder permanente controle wilde krijgen, weten we niet.'
De late Bronstijd staat bekend als een woelige periode waarin grootschalige sociale verandering plaatsvond. Dat laat zich evengoed zien in de manier van oorlog voeren, vertelt Inselmann. 'Honderden, misschien wel duizenden strijders zijn toen van vele honderden kilometers naar het noorden getrokken om precies hier slag te leveren. De grote vraag is welke sociale structuur zoiets mogelijk maakte. Een alliantie van stammen, een charismatische krijgsheer, of misschien wel iets wat op een koninkrijk leek?