Leidse Egyptoloog ontrafelt eeuwenoud verdwijningsmysterie
20 juni 2014 door Eos-redactieDe verdwijning van een 50.000-koppig Perzisch leger in de Egyptische woestijn rond 524 voor Christus was een doofpotaffaire.
Het is een van de grootste archeologische mysteriën: de verdwijning van een 50.000-koppig Perzisch leger in de Egyptische woestijn rond 524 voor Christus. De Leidse prof. dr. Olaf Kaper ontdekte een doofpotaffaire en lost zo het raadsel op.
Het moet een zandstorm zijn geweest, lezen we bij de Griekse geschiedschrijver Herodotus. Hij verhaalt over de Perzische koning Cambyses, die met 50.000 man de Egyptische woestijn ter hoogte van Luxor (toen Thebe) introk. De troepen zouden echter nooit terugkeren, want ze werden opgeslokt door een zandduin. Een fantastisch verhaal dat de gemoederen lang bezighield.
Egyptoloog Olaf Kaper heeft er echter nooit in geloofd: ‘Al vanaf de 19e eeuw tot op de dag van vandaag zoeken mensen naar dat leger, zowel amateurs als professionele archeologen. Sommigen verwachten ergens onder de grond een complete krijgsmacht te vinden, met uitrusting en al. Toch heeft de ervaring allang geleerd dat je niet kunt overlijden door een zandstorm, laat staan dat een heel leger verdwijnt.’
Kaper komt nu met een compleet nieuw verhaal. Hij beargumenteert dat het leger niet is verdwenen, maar verslagen. ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat het leger niet op doortocht door de woestijn was, maar dat de oase Dachla de eindbestemming was. Daar zaten namelijk de troepen van de Egyptische rebellenleider Petoebastis III. Die lokte uiteindelijk het leger van Cambyses in een hinderlaag, en wist zo vanuit de oase een groot deel van Egypte terug te veroveren, waarna hij zich in de hoofdstad Memphis tot farao liet kronen.’
Dat het lot van Cambyses’ leger zo lang onduidelijk bleef, komt waarschijnlijk door de Perzische koning Darius I, die twee jaar na Cambyses’ nederlaag de Egyptische opstand bloedig beëindigde. Als een ware spindoctor schreef hij het beschamende verlies van zijn voorganger toe aan natuurlijke elementen. Dankzij deze effectieve manipulatie kon Herodotus 75 jaar na de gebeurtenissen alleen het verhaal van de zandstorm noteren.
Kaper deed zijn ontdekking bij toeval, want hij was er niet actief naar op zoek. In samenwerking met New York University en de Universiteit van Lecce, doet hij al tien jaar opgravingen in Amheida, in de oase Dachla. Begin dit jaar ontcijferde hij op oude tempelblokken de volledige titulatuur van Petoebastis III. ‘Toen pasten de puzzelstukjes in elkaar', aldus de Egyptoloog. ‘De tempelblokken geven aan dat het een machtsbasis moet zijn geweest aan het begin van de Perzische periode. Dat gecombineerd met de geringe kennis die we hadden van Petoebastis III, de opgravingslocatie en het verhaal van Herodotus, maakt dat we de geschiedenis kunnen reconstrueren.’