Leuvenaars ontdekken industriegebied uit Oude Egypte

Leuvense Egyptologen ontdekten een industriële zone van ruim 3.000 jaar oud, van waaruit bouwmateriaal werd vervoerd naar de historische hoofdstad Amarna.

In de 14de eeuw voor Christus was Amarna de hoofdstad van Egypte. Amarna, zo'n 300 kilometer ten zuiden van het huidige Caïro, was een enorm grote stad, die desalniettemin in amper vijftien jaar verrees. Leuvense Egyptologen beschrijven in het vakblad Journal of Archaeological Science hoe dat mogelijk was.

De onderzoekers analyseerden satellietbeelden van het gebied rond de historische site van Amarna. Uit die studie blijkt dat de regio in de oudheid doorkruist werd door talloze wegen en paadjes, die van de begane grond amper of niet meer zichtbaar zijn.

Een groot deel van die wegen loopt van recent ontdekte steengroeves in de woestijn naar de Nijl. Vandaar werden talatat-blokken, kleine bouwstenen die typisch zijn voor de periode, verscheept naar Amarna.

Industriezone avant la lettre

Andere groeves stonden dan weer via een transportweg direct in verbinding met de stad. Zodoende bevond er zich een kilometerslang industriegebied boven het historische Amarna, vergelijkbaar met industriezones rond moderne steden. Daardoor was het mogelijk om op korte tijd enorme hoeveelheden bouwmaterialen de stad in te loodsen.

Het onderzoek, onder leiding van prof. Harco Willems (KU Leuven), toont aan dat historici bij dergelijk onderzoek hun aandacht niet alleen hoeven te vestigen op de bebouwde gebieden, maar ook naar de omliggende regio moeten kijken. Op de plaats van Amarna bevindt zich vandaag het dorpje Al Amarnah, maar het historische industriegebied ligt zo'n twintig kilometer meer naar het noorden, rond het huidige Dayr Abu Hinnis en Dayr Al Barsha.

Amarna werd gebouwd in opdracht van Achnaton, een farao uit de 18de dynastie van het Oude Egypte. Volgens sommige historici voerde Achnaton het monotheïsme in, met de zonnegod Aton als oppergod. (adw)