Lonely Planet in de 16de eeuw
21 augustus 2013 door Eos-redactieVier eeuwen geleden namen rondtrekkende jonge Britten reisgidsen mee met korte nuttige zinnetjes in die andere taal.
Hebt u zich deze vakantie in een regio gewaagd waarvan u de landstaal niet machtig was? Handig om dan te kunnen terugvallen op een reisgids met korte nuttige zinnetjes in die andere taal. Vier eeuwen geleden deden welgestelde jonge Britten dat ook al als ze voor hun plezier of voor zaken naar het buitenland reisden, zo blijkt uit doctoraatsonderzoek van historicus John Gallagher aan de University of Cambridge.
Upperclass reizigers namen op hun Grand Tour – de obligate passage langs de grote monumenten op het Europese vasteland, vooral in Italië - een hele reisbibliotheek mee met boeken vol praktische tips (waar kun je overnachten en waar kun je paarden vinden om de volgende etappe van de reis aan te vatten) en niet te missen bezienswaardigheden (naast culturele hoogtepunten waren deze reizigers ook geïnteresseerd in politieke ontwikkelingen).
In tegenstelling tot nu was Engels in de 16de en 17de eeuw helemaal geen wereldtaal. Om je als lid van de elite staande te houden moest je niet alleen Latijn kennen (dat op school werd geleerd), maar ook een aardig woordje Frans kunnen meepraten (de taal van de cultuur, maar ook van de diplomatie en de handel). Ook een basisinzicht in Italiaans kon goed van pas komen. Ondernemende leraars sprongen op dit gat in de markt en produceerden taalgidsen die konden meegenomen worden op reis. Daarin werd geanticipeerd op alle soorten ontmoetingen die de jonge reizigers te wachten konden staan. Van gebeden in andere talen, tot complete scheldpartijen voor als niet alles naar wens verliep op reis: met zo’n werkje op zak was je op alle omstandigheden voorbereid.
Of de taalgidsen ook effectief nuttig waren, valt nog te bezien. Over de zogenaamde brede talenkennis van de upperclass toeristen maakten anderen zich ook toen al vrolijk. Taalleraar en satirist John Eliot drukte zijn leerlingen op het hart om niet zoals vele Engelsen voortdurend uit te pakken met de enkele woordjes Frans, Spaans of Italiaans die ze kenden. (aa)