Napoleons cruciale fouten
17 juni 2015 door KSDeze week is het exact tweehonderd jaar geleden dat Napoleon Bonaparte finaal werd verslagen in Waterloo. Al staat hij vandaag bekend als een legendarisch krijgsheer, toch maakte hij doorheen zijn militaire carrière een aantal cruciale fouten.
Deze week is het exact tweehonderd jaar geleden dat Napoleon Bonaparte finaal werd verslagen in Waterloo. Al staat hij vandaag bekend als een legendarisch krijgsheer, toch maakte hij doorheen zijn militaire carrière een aantal cruciale fouten. Tijdens de Slag bij Waterloo zouden een reeks van slechte beslissingen het einde betekenen van het grote Franse keizerrijk waarmee hij Europa inpalmde.
Het continentaal stelsel
Tussen 1806 en 1814 verbood Napoleon alle handel tussen Groot-Brittannië en het continent. Deze maatregel, het continentaal stelsel, vaardigde hij uit in de hoop dat de Britten hun leger niet langer zouden kunnen financieren. Hij wilde zo van Groot-Brittannië een minder sterke militaire tegenstander maken. Uiteindelijk zou Napoleons plan niet veel effect hebben, aangezien er op grote schaal smokkel ontstond. De beslissing zou hem zelfs zuur opbreken. De Russische tsaar Alexander I was immers erg ontevreden met de maatregel, aangezien Rusland veel hout leverde aan Groot-Brittannië en er dus veel hinder van ondervond. In 1810 dreigde de tsaar daarom het embargo te negeren, wat uiteindelijk mee zou leiden tot Napoleons aanval tegen Rusland.
De Russische veldtocht
Napoleon begon zijn veldtocht op 23 juni 1812, nadat hij nog een laatste vredesverzoek naar Sint-Petersburg had gestuurd zonder daar een antwoord op te krijgen. Hij viel binnen met zijn ‘Grande Armée’ van bijna 700.000 soldaten en was ervan overtuigd Rusland snel op de knieën te krijgen. Maar eens de Russische opperbevelhebber Barclay de Tolly zag hoe groot en snel het Franse leger was, besloot deze zich terug te trekken. Hierdoor sloeg Napoleon er niet in een snelle overwinning te behalen.
Barclay paste ook de tactiek van de ‘verschroeide aarde’ toe en vernielde alle aanwezige voorraden. Het land was verlaten, de mensen waren gevlucht en de boeren namen hun vee mee. Ook de Kozakken vernietigden alles dat van nut kon zijn voor de Fransen. Soldaten en paarden werden massaal ziek of stierven door ondervoeding en dysenterie. De eenheden moesten na lange dagen vaak in de openlucht overnachten, zonder eten of drinken. Hoewel Napoleon moet geweten hebben waar hij aan begon, en dus ook veel bevoorrading meehad, werd hij toch verrast door de tactiek van de Russen. Hoe dieper het Franse leger Rusland werd binnengelokt, hoe meer ziektes zich begonnen verspreiden.
Op 14 september kon Napoleon Moskou innemen, op dat moment al een lege stad. Moskou zou vier dagen branden, wat waarschijnlijk het werk was van Russische saboteurs. De meeste huizen en voorraden gingen daardoor in vlammen op, waardoor de Fransen opnieuw geen voorraden of beschutting hadden. Napoleon besloot zich terug te trekken uit de stad en begon aan de terugtocht, die nog meer van zijn manschappen het leven kostte. Achteraf gaf hij toe dat de veldtocht een vergissing was, maar hij hield vol dat de strenge Russische winter de belangrijkste reden was voor zijn verlies.
Napoleon hoopte Frankrijk nog te kunnen beschermen tegen een invasie, maar ook dat mislukte. Op 31 maart 1814 werd Parijs ingenomen. Napoleon werd op 6 april 1814 verplicht afstand te doen van de troon en werd verbannen naar het eiland Elba. Lodewijk XVII nam vanaf dan de macht over in Frankrijk. Maar tien maanden later ontsnapte Napoleon. Het leger en het volk waren Lodewijk XVII niet gunstig gezind en liepen naar Napoleon over, die terug op weg was naar Parijs.
De Slag bij Waterloo
Tijdens de Slag bij Waterloo, in 1815, maakte Napoleon verschillende beslissingen die uiteindelijk zijn nederlaag zouden betekenen. Hij maakte drie grote fouten in het bijzonder.
Fout 1: Verkeerde aanvoerders
Napoleon stelde volgens historici de verkeerde aanvoerders aan. Hij deelde voor de slag zijn leger op in een linker- en een rechtervleugel. Zelf voerde hij de centrale reserve aan. Michel Ney kreeg de leiding over de linkervleugel. Hoewel Ney bekend stond als een goede vechter, was hij niet goed niet in het onafhankelijk uitdenken van vechtstrategieën en volgde hij niet altijd Napoleons orders op. Mogelijk werd hij aangesteld om politieke redenen. Ney hielp immers mee aan Napoleons triomfantelijke terugkeer naar Parijs. Emmanuel Grouchy had eerst de leiding over de cavalerie, waar hij erg ervaren in was, maar kreeg tijdens de slag de leiding over de hele rechtervleugel. Dat terwijl hij nooit eerder het commando had gevoerd over een korps. Hoewel Ney en Grouchy als goede officiers werden beschouwd, kregen ze allebei een verkeerde rol toegewezen. Waarschijnlijk dacht Napoleon dat zijn centrale leiding kon compenseren voor hun gebreken.
Fout 2: Te laat
Op 18 juni besliste Napoleon de belangrijkste aanval niet ’s morgens uit te voeren, maar die uit te stellen tot 13.00 uur. De ondergrond was immers erg nat, waardoor het moeilijk was wapens en kanonnen te vervoeren. Bovendien vreesde hij dat de kanonskogels zouden blijven steken in de modder, in plaats van laag boven de grond verder te botsen om zo manschappen van de tegenpartij uit te schakelen. Historici beschouwen deze beslissing vaak als een grote fout, omdat de Pruisische troepen, onder leiding van Gebhard von Blücher, hierdoor de tijd kregen de Britse troepen, onder leiding van de hertog van Wellington, te vervoegen. Napoleon had in twee aparte slagen de twee legers misschien kunnen verslaan, maar gecombineerd waren de troepen te sterk voor het Franse leger.
Fout 3: Hoogmoed
De Engelse troepen wisten op 18 juni Napoleons eerste grote aanval goed te doorstaan en konden bijna doordringen tot de Franse centrale reserve. Napoleon had zijn troepen op dat moment kunnen terugtrekken, om te hergroeperen en de volgende dag een nieuwe aanval te beginnen. Maar terugtrekken maakte geen deel uit van Napoleons strategie en dus besloot hij verder te vechten.
Toen Ney extra troepen vroeg voor de linkervleugel, om zo toch nog een succesvolle overwinning tegen Wellington te verzekeren, weigerde Napoleon dat ook. Veel historici zijn het erover eens dat dit een kritiek punt was in de Slag bij Waterloo. Als Napoleon Ney wel extra troepen had gegeven, was de overwinning nog mogelijk geweest. Hij had minstens zijn leger moeten terugtrekken op het moment dat de Britse en Pruisische troepen erin slaagden bij elkaar aan te sluiten en andere geallieerde troepen onderweg waren om hen te helpen. Toen Wellington rond 20.15 uur een algemene aanval commandeerde, werden de Fransen verpletterd tussen de twee geallieerde legers. Napoleon zag zijn fout meteen in en vluchtte weg van het slagveld.
Op 21 juni kwam Napoleon terug aan in Parijs, waar hij voor de laatste keer zou aftreden. Hij vroeg asiel aan bij de Engelsen. Zij stemden toe, maar besloten hem te verbannen van het continent. Hij werd overgebracht naar het zwaar bewaakte eiland van Sint-Helena, waar hij verbleef tot zijn dood in 1821.