Neanderthaler gebruikte aspirine
09 maart 2017 door DDCTandsteen geeft informatie over dieet en medicijngebruik van neanderthalers.
De Belgische ‘mensen van Spy’ aten wolharige neushoorn en wild schaap. Hun Spaanse verwanten aten overwegend vegetarisch en gebruikten vermoedelijk medicijnen. Dat meldt een internationaal team onderzoekers in het tijdschrift Nature.
De wetenschappers onderzochten gefossiliseerd tandsteen. Daarin zijn niet alleen stukjes voedsel bewaard gebleven, maar ook bacteriën die in de mond en het verteringsstelsel van de neanderthalers leefden. Door het DNA in het tandsteen te analyseren, kregen de onderzoekers een beeld van wat onze oude verwanten aten.
Het tandsteen bevatte ook de schimmel penicilline, een antibioticum. Dat suggereert dat neanderthalers medicinale planten gebruikten
Bij de ‘mens van Spy’, neanderthalers waarvan de fossielen in de Belgische grotten van Spy werden gevonden, stond er wolharige neushoorn op het menu, en mouflon, of wild schaap. Neanderthalers die leefden in de Spaanse El Sidrón grotten, aten voornamelijk vegetarisch: pijnboompitten, mos en paddenstoelen.
De tandsteenresten zijn 40.000 à 50.000 jaar oud en daarmee de oudste die tot dusver werden geanalyseerd. Die analyse maakt duidelijk dat het vandaag populaire ‘paleodieet’ erg variabel was.
Maar dat was niet de meest verrassende vondst. Eén van de neanderthalers uit El Sidrón had een tandabces dat sporen naliet op zijn kaakbeen. Uit de analyse van het tandplak bleek dat hij ook een darmparasiet bij zich droeg die diarree veroorzaakt. De neanderthaler bleek populierenschors te eten. Die bevat salicylzuur, de pijnstillende stof in aspirine. De onderzoekers vonden in zijn tandsteen ook de schimmel penicilline, een antibioticum. Dat ze die schimmel enkel bij hem aantroffen, doet vermoeden dat dat geen toeval was.
Daaruit besluiten de wetenschappers de neanderthalers over een goede kennis van medicinale planten beschikten.
Nauw contact
De wetenschappers vonden in het tandsteen ook resten van bacteriën die tandbederf en tandvleesontsteking veroorzaken, en die ook bij de moderne mens voorkomen.
Van één van die bacteriën, Methanobrevibacter oralis, brachten ze het genoom in kaart. Meteen goed voor het oudste gereconstrueerde bacteriegenoom. Uit een vergelijking met het genoom van de moderne stam van de bacterie, blijkt dat beide stammen 112.000 tot 143.000 jaar gelden uit elkaar zijn gegroeid. Dat is lang nadat de evolutionaire wegen van neanderthalers en Homo sapiens zich van elkaar scheidden – vermoedelijk 450.000 tot 750.000 jaar geleden. Dat ondersteunt de hypothese dat neanderthalers en Homo sapiens nauw contact met elkaar hadden.
De samenstelling van de bacteriegemeenschap in de mond, bleek afhankelijk van de hoeveelheid vlees op het menu. Die van Belgische neanderthalers leek sterk op die van de eerste landbouwers, en de moderne mensen. Terwijl bacteriën in de Spaanse monden meer overeenkomsten vertoonden met die van chimpansees.