Dat suggereert alvast de vondst van twee kringen van afgebroken stalagmieten in een Franse grot.
Begin jaren negentig vonden leden van een Franse speleologenclub in de Grotte de Bruniquel in het zuidwesten van Frankrijk twee kringen van afgebroken stalagmieten. De bouwsels waren vermoedelijk al behoorlijk oud, want enkele leden van de club hadden zelf de ingestorte ingang van de pas ontdekte grot vrijgemaakt. Maar hoe oud? Daar hadden archeologen het raden naar.
Een koolstof-14-datering van een verbrand bot in de grot suggereerde dat ze minstens zo'n 50.000 jaar oud waren. Ouder kon dus ook, maar dat was buiten het bereik van deze methode. Dus werden de structuren na de dood van de archeoloog die ze voor het eerst bestudeerde gaandeweg vergeten.
Tot Sophie Verheyden, geochemicus bij de Vrije Universiteit Brussel en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, en in haar vrije tijd speleologe, in de buurt op vakantie ging. De verhalen over de kringen spraken meteen tot haar verbeelding. 'Zeker toen ik me realiseerde dat wij deze structuren waarschijnlijk wél konden dateren,' vertelt ze. 'Elk nieuw laagje steen dat door de vallende waterdruppels wordt afgezet, bevat een klein beetje uranium, dat langzaam radioactief vervalt tot thorium. Aan de hand van de verhouding tussen uranium en thorium in het jongste laagje kunnen we afleiden hoe lang geleden de stalagmiet afbrak.'
Daaruit konden Verheyden en haar collega's afleiden hoe lang geleden de steen afbrak. 'Bovendien groeiden er op het afbraakpunt natuurlijk nieuwe stalagmieten. Ook dat gaf een idee van het moment waarop hun voorgangers eraan moesten geloven.” En gelukkig wezen alle wijzertjes ongeveer dezelfde ouderdom aan: de stenen sneuvelden niet 50.000, maar makkelijk 175.000 jaar geleden. Dat geeft ook een idee van wie de vandalen waren, zegt Verheyden. “In die tijd was Homo sapiens hier nog niet aan de horizon verschenen. Het moeten dus Neanderthalers geweest zijn.'
Opmerkelijk, want totnogtoe waren er weinig aanwijzingen dat die zich zo diep in grotten begaven – de kringen bevinden zich een heel eind van de ingang. Bovendien zou je misschien wél verwachten dat de cognitief vermoedelijk wat minder verfijnde Neanderthalers daar hier en daar een druipsteen zouden afbreken, maar dat ze ze vervolgens, om welke reden dan ook, netjes in een kring zouden zetten, dat had u vast niet zien aankomen. 'En dat zo'n 140.000 jaar voor de grotten van Chauvet en Lascaux versierd werden,' benadrukt Verheyden. 'Dat is toch hoogst opmerkelijk.'
De Franse archeoloog Jacques Jaubert (Universiteit van Bordeaux), met wie Verheyden samenwerkte, is er bovendien van overtuigd dat dit niet het werk was van een eenzame Neanderthaler. 'De bouwsels – het grootste heeft een oppervlakte van zo'n 30 m² – bestaan uit in totaal 400 stukken stalagmiet, samen 2,2 ton zwaar. De constructies zijn zorgvuldig opgebouwd, uit soms wel 4 lagen, en worden hier en daar aan de buitenkant gestut. Zo'n klus klaar je volgens mij alleen met een goed georganiseerde groep, en het is niet zo evident dat Neanderthalers die hadden.'
Daarnaast vertonen veel stalagmieten ook sporen van vuur. 'Dat was toen al meer dan honderdduizend jaar vrij algemeen,' vertelt Jaubert, 'vermoedelijk omdat koken steeds populairder werd. Maar deze studie suggereert dat neanderthalers het vuur al uitstekend beheersten. Alleen al om zo diep in de grot te komen, waar volstrekte duisternis heerst, hadden ze overigens vuur nodig.' En niet alleen omdat de Neanderthalers, ondanks hun veel grotere oogbollen, anders geen hand voor ogen zouden zien. 'Gezien de hoeveelheid in de grot gevonden resten, zaten er regelmatig beren.'
Hoewel het nauwelijks denkbaar is dat deze bouwsels níet het werk van Neanderthalers zouden zijn, zijn er in de grot verder geen onbetwistbare resten of sporen van mensachtigen gevonden. 'Misschien duiken die later nog op,' zegt Verheyden. 'We zijn sowieso van plan om de grot en de bouwwerken nog uitgebreider te onderzoeken, bijvoorbeeld om uit te zoeken wat voor weer het was toen de Neanderthalers in de grotten afdaalden. Dat kan misschien verklaren wat ze kwamen doen.'
Want dat blijft uiteraard een raadsel, voorlopig. 'Gezien de inspanning die dit klaarblijkelijk heeft gevergd, is het moeilijk voor te stellen dat ze dit gewoon uit verveling deden,' zegt Verheyden. 'In die zin lijkt een symbolische of rituele functie ons dus meer waarschijnlijk, ook gezien de vuursporen. Maar welke dat dan was? Ik durf niet beloven dat we dat ooit te weten zullen komen. Al zou het helpen mochten we in andere grotten in de buurt gelijkaardige bouwsels vinden.'
Dat is, voor alle duidelijkheid, geen oproep aan speleologen om zelf te gaan bouwen met stalagmieten – wie dergelijke eeuwenoude structuren beschadigt komt nadien waarschijnlijk nooit meer een grot binnen en mag zich mogelijk aan vervolging verwachten. Maar als u met de nodige voorzichtigheid nieuwe diepten verkend en daarbij op een opmerkelijk bouwsel stoot, dan mag u Verheyden of het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen altijd verwittigen.