Oorlog in beeldjes

26 april 2016 door EV

Kunstenaar Koen Vanmechelen wil het enorme aantal van 600.000 slachtoffers letterlijk in beeld brengen in een gigantische landartinstallatie die volop in opbouw is.

Kunstenaar Koen Vanmechelen wil het enorme aantal van 600.000 slachtoffers letterlijk in beeld brengen in een gigantische landartinstallatie die volop in opbouw is. Ook jij kan deelnemen.

Tussen 4 augustus 1914 en 11 november 1918 vielen in ons land naar schatting zeshonderdduizend slachtoffers ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog. Zeshonderdduizend. Militairen en burgers. Belgen en inwoners van de meer dan zeventig landen die bij het conflict betrokken waren. Toenmalige bondgenoten en gewezen vijanden.


Door de jaren heen kregen medewerkers van het In Flanders Field Museum in Ieper geregeld vragen van bezoekers over een gesneuveld familielid waarover niets meer terug te vinden was. Daarom besloten ze in 2010 om systematisch alle beschikbare informatie te verzamelen van alle slachtoffers van de Groote Oorlog in België.


Deze inclusieve namenlijst is uniek in zijn soort. Ze bevat niet alleen de nationale slachtoffers, wat in andere landen wel altijd het geval is, maar ook buitenlanders. En er worden naast militairen ook burgers in opgenomen. Zelfs vandaag nog krijgt elke boer, elke medewerker van DOVO (de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen) en elke verzamelaar die tijdens het werk op het veld, tijdens opruimingswerken of door onvoorzichtigheid het slachtoffer wordt van een obus uit de Eerste Wereldoorlog, een plekje op de lijst.

Kunstenaar Koen Van Mechelen.


Op dit moment telt de lijst, die je via de website van het museum kan consulteren en aanvullen, al meer dan 529.000 namen en vind je er het verhaal dat achter elk van die namen schuil- gaat: waar en wanneer ze zijn geboren, waar ze hun militaire dienst vervulden, waar ze zijn overleden, waar ze werden begraven, waar ze worden herdacht, enzoverder. Het museum hoopt de lijst tegen het einde van de herdenking – 11 november 2018 – zo compleet mogelijk te maken.

Herdenken, reflecteren, verbinden, helpen
Tal van herdenkingsprojecten van GoneWest/Reflections on the Great War – het culturele evenementenprogramma van de Provincie West-Vlaanderen voor de herdenking van de Groote Oorlog – zijn gebaseerd op de Namenlijst. Zo projecteert het In Flanders Fields Museum sinds 4 augustus 2014 – de start van de herdenkingen – dagelijks de namen van de slachtoffers die dag op dag honderd jaar geleden sneuvelden.


Ook kunstenaar Koen Vanmechelen – een van de peters van de herdenking – en vzw Kunst inspireerden zich voor hun project ComingWorldRememberMe op deze lijst. ‘Het conceptuele idee voor ComingWorldRememberMe komt voort uit een kruising van een basisidee van curator Jan Moeyaert en wat ik doe als kunstenaar’, vertelt Vanmechelen. ‘Met ComingWorld verwijs ik naar de oneindigheid van het leven, waarop veel van mijn werk is gestoeld. Met RememberMe wil ik uitdrukken dat we moeten durven te reflecteren over het verleden. Want als generaties zich opbouwen en vergeten wat er ooit is gebeurd, is er geen echte evolutie meer mogelijk.’

Zelf deelnemen? Ga naar http://www.cwrm.be/

Voor de uitwerking van het project werkte Vanmechelen rond vier hoofddoelstellingen: herdenken, reflecteren, verbinden en helpen. Bovendien wilde hij het enorme aantal van zeshonderdduizend slachtoffers in beeld brengen in een gigantische landartinstallatie, iets doen met het feit dat de namen van al deze gesneuvelden bekend zijn, en meteen ook mensen bewust maken van de zinloosheid van oorlog en hen engageren. ‘Je kan als kunstenaar een beeld maken dat daar staat en mooi is en mensen laat reflecteren’, vertelt hij. ‘Maar als je het over dingen hebt zoals oorlog en dat dat nooit meer mag terugkeren, dan denk ik dat je mensen moet meenemen op dat hele traject. Door mensen zelf beeldjes te laten boetseren, worden ze een onderdeel van het project en beleven ze iets, waardoor ze gaan reflecteren over wat ze echt willen en hoe ze dat kunnen waarmaken.’

Ruggengraat
Vanmechelen ontwierp het beeldje zelf, in samenwerking met kunstenaar Anno Dijkstra en keramiste Natasja Lefevre. Wat meteen opvalt, is de uitgesproken ruggengraat. ‘We hebben de vorm van het beeldje vastgelegd in een mal’, vertelt Vanmechelen. ‘Het stelt een menselijke figuur voor die ineengedoken zit en in zichzelf gekeerd is. Maar je voelt ook de spanning om opnieuw geboren te worden, om zich weer te ontplooien. Dat gevoel van hoop kunnen mensen accentueren door die ruggengraat te bewerken. Daardoor plaatsen ze meteen ook hun signatuur in hun beeldje en geven ze het uniforme ontwerp een diverse uitstraling.’

De vorm van het beeldje werd vastgelegd in een mal. Door de ruggengraat te bewerken, geven mensen het uniforme ontwerp telkens een andere uitstraling.


Voor het materiaal van de beeldjes werd gekozen voor een mengeling van Ieperiaanse blauwe klei en bruine klei uit Duitsland, een symbolische verwijzing naar het begin van de oorlog, die startte met de invasie van Duitsland in België. Nadat de klei gedroogd en gebakken is, krijgt het beeldje een dogtag – het universele identificatiesysteem voor frontsoldaten. Daarop wordt niet alleen de naam van een van de zeshonderdduizend slachtoffers geponst, maar ook die van de maker van het beeldje.


Die verbintenis heeft volgens Vanmechelen een heel sterke symbolische waarde. ‘Ze heeft dezelfde opbouw als die van generaties, van DNA dat zich telkens weer verdeelt over de wereld’, vertelt hij. ‘Door je te verbinden met iemand die er niet meer is, verbind je je met die generatie en is het voortzetten van het leven gegarandeerd. En doordat verschillende nationaliteiten en generaties zich via de beeldjes in de herdenking herenigen, wordt de landartinstallatie een grens- en generatieoverschrijdend symbool van vrede.’


Momenteel is de software voor het linken van de slachtoffers aan de makers van de beeldjes – de peters en meters van het project zeg maar – nog niet ontwikkeld. Zodra dat wel zo is, krijgen ze een mail, waarna ze kunnen inloggen op de website van het project om te zien aan welk slachtoffer ze werden verbonden. Ze kunnen dan doorklikken naar de namenlijst om meer informatie te vinden over ‘hun’ slachtoffer.

Uitdijende vlek
In maart 2018 wil Vanmechelen al deze beeldjes samen uitzetten op een strook van drie hectare in het provinciaal domein De Palingbeek. Daar lag honderd jaar geleden het niemandsland van de frontzone van Ieper, een van de meest bevochten plekken van de Eerste Wereldoorlog. Hoe het gezamenlijke kunstwerk er precies gaat uitzien, staat nog niet helemaal vast. Maar het zal volgens Vanmechelen niet op een uniform leger lijken, eerder op een enorme uitdijende vlek aan mensen.


De beeldjes krijgen een plaats tussen twee grote werken van Vanmechelen: Carried by generations – een groot ei in een nest van kippenpoten – en een werk dat hij nog moet maken en dat Coming World zal heten – een groot opengebroken bronzen ei met een spiegel aan de binnenkant waarin mensen naar de reflectie van zichzelf en van de beeldjes kunnen kijken. ‘In deze werken vind je, net als in al mijn andere werken, verwijzingen naar de opbouw en het verbinden van generaties en het leren uit het verleden’, vertelt hij.


Wat er nadien met de beeldjes gaat gebeuren is nog onzeker. ‘Ik vind het een mooi idee om na de herdenking de beeldjes over de hele planeet te verspreiden, bijvoorbeeld door musea van over de hele wereld zo’n beeldje te bezorgen’, vertelt Vanmechelen. ‘Maar de beeldjes kunnen ook gewoon blijven staan, waardoor je de sterke visibiliteit van de enorme massa behoudt.’


Kinderen in nood
Meewerken aan het project kost vijf euro, waarvan de ene helft wordt gebruikt om het project te realiseren en de andere rechtstreeks wordt doorgestort naar twee goede doelen: het Centre for Children in Vulnerable Situations in Noord-Oeganda en in Oost-Congo, en The Future of Hope Foundation in Zimbabwe. Beide projecten proberen kinderen te onttrekken aan de fysieke en psychische nood waarin ze zich bevinden door huidige oorlogssituaties.

  Elk beeldje krijgt een dogtag waarop de naam van een slachtoffer wordt verbonden met die van de maker van het beeldje.


‘Het is eigen aan mijn werk om er een goed doel bij te betrekken’, vertelt Vanmechelen. ‘In mijn atelier, de Open University of Diversity, zitten vier stichtingen die allemaal sociaal-maatschappelijk geïnspireerd zijn. Het Cosmogolemproject gaat over kinderrechten, het Walking Egg project over vruchtbaarheid in ontwikkelingslanden enzovoort. Zo’n goed doel ondersteunen versterkt ook het engagement om aan het project mee te werken. Wie een beeldje maakt, neemt dus niet alleen het engagement om het te maken, maar ook de verantwoordelijkheid.’

Ook deelnemen?
Iedereen kan deel uitmaken van dit unieke project. Dat kan in een van de vaste ateliers – in Kazemat 5 aan de  Bollingstraat in Ieper of in Het Bommenvrij aan de Schoolstraat 48 in Nieuwpoort – of in een mobiel atelier in de buurt. Vrijwilligers geven uitleg over de visie en de missie van het project en begeleiden u bij het maken van uw beeldje. Voor meer informatie kunt u terecht op www.cwrm.be of op cwrm@vzwkunst.be

Dit artikel verscheen eerder in Memo, het geschiedenisblad van Eos. U kunt reeds verschenen nummers nog steeds nabestellen in de Science Shop.