135 jaar na de Iguanodons van Bernissart heeft het Museum voor Natuurwetenschappen nog eens een authentiek en volledig dinosaurusskelet in huis: plateosaurus Ben, uit Zwitserland.
Een 6,4 meter lange en 210 miljoen jaar oude Plateosaurus, uit een Zwitserse mergelgroeve, staat na anderhalf jaar van beitelen, lijmen en lassen te blinken in het Museum voor Natuurwetenschappen. Plateosaurus was een van de eerste grote dinosauriërs, en een voorloper van Diplodocus. Dit is het verhaal van 'Ben'.
Frick, zomer 2007: Eureka!
‘We hebben een uur lang dammetjes gebouwd om te verhinderen dat de fossielen met de stroming werden meegesleurd.’
Zwitsers paleontoloog Ben Pabst graaft samen met een groep studenten in de klei- en mergelgroeve van Frick naar dinofossielen. De kans dat ze op resten van een Plateosaurus stoten is niet klein: sinds de jaren zeventig zijn in de Zwitserse groeve al meer dan 30 gedeeltelijke en volledige plateosaurusskeletten gevonden. Frick is een plateosauruskerkhof. En ja hoor, weer prijs: de paleotrippers krabben en borstelen een prachtexemplaar tevoorschijn. Al gaat het bijna mis. ‘Toen we de fossielen hadden blootgelegd, brak er een zwaar onweer los’, herinnert Pabst zich. ‘We hebben een uur lang dammetjes gebouwd om te verhinderen dat de fossielen met de stroming werden meegesleurd. We waren drijfnat.’
Brussel, mei 2016: 'Ben'
Vier houten kisten, samen een halve ton zwaar, worden binnengereden in het paleontologielab van het Museum voor Natuurwetenschappen. Ze zitten vol witte pakketten, het een al groter dan het ander. ‘Kinder-surprises’, wrijft preparateur Aldo zich in de handen. Ze gaan wel minder snel open dan de chocolade-eieren: er zit nog 210 miljoen jaar oud sediment rond, en een beschermlaag van aluminiumfolie, jute en gips. Met een pneumatische prepareerbeitel - lijkt op een tandartsboor - de 200-tal fossielen blootleggen, is monnikenwerk. Meteen ook de reden waarom het Sauriermuseum in Frick, waar de plateosaurusresten zich in het depot begonnen op te hopen, een deal sloot met het Museum voor Natuurwetenschappen: het skelet mag voor eeuwig in Brussel worden tentoongesteld, als het ‘dinomuseum’ het geld en de mankracht vindt om alles uit te prepareren. Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet financiële steun. Het is nu aan Aldo Impens, Stéphane Berton, Jonica Dos Remedios en een paar vrijwilligers om de klus in anderhalf jaar te klaren.
Het fossiel wordt 'Ben' gedoopt, naar ontdekker Ben Pabst. Pabst is geen onbekende voor het Museum. In 2002-2003 waren al eens acht echte dinoskeletten te zien uit het jura-tijdperk - onder meer een diplodicus, een stegosaurus en een allosaurus - stuk voor stuk exemplaren die Pabst in de jaren negentig had helpen uitgraven in de How Quarry in Wyoming (VS).
Brussel, november 2016: Engelengeduld
'Je moet voortdurend opletten dat je niet in de fossielen boort.'
Al maanden is in het paleolab een luid en haast ondraaglijk 'bzzzz' te horen, onderbroken door het instrijken van stukjes blootliggend fossiel met 'mowilith', een vloeibaar plastic dat de microscopisch kleine scheurtjes in het fossiel dicht en zo het hele stuk bijeenhoudt. Zonder dat spul zouden de fossielen vroeg of laat verpulveren. ‘Ze zijn breekbaarder dan glas’, verzekert Stéphane Berton, een voormalige zaalwachter van het Museum die zich jaren geleden tot preparateur omschoolde. 'Je moet voortdurend opletten dat je niet in de fossielen boort. Gelukkig verraadt het kleurverschil waar de grens is tussen sediment en fossiel.’
Brussel, februari 2017: Plateoteam
Het Museum heeft geld om Ben te 'preppen', maar zoekt via crowdfunding extra middelen om het skelet tentoon te stellen. Ben maakt na passages in zo goed als alle media en na een benefietavond meer dan 600 crowdfunders warm, goed voor 50.000 euro. Het geld zal dienen voor op maat gemaakte metalen armaturen, een podium, een making-of-video, en een verdere verfraaiing van de Galerij van de Dinosauriërs, de zaal die Ben deelt met de 140 jaar eerder gevonden Iguanodons van Bernissart, nog altijd een van de belangrijkste dinovondsten tot nu toe, en de enige andere authentieke dinosaurusskeletten in België.
Brussel, april 2017: Dinopuzzel
Een zucht van verlichting bij de preparateurs: na bijna één jaar ononderbroken werken liggen alle beige-okerbruin-grijze fossielen netjes op een grote tafel, in open doosjes, en elke fossiel gelabeld om het puzzelen straks te vergemakkelijken. De fossielen zijn eigenlijk van twee verschillende individuen van dezelfde grootte, ‘07’ en ‘08’. Het tweede werd in de zomer van 2008 opgegraven. Het museum van Frick had beloofd dat het samengestelde skelet voor meer dan 80 procent compleet zou zijn, maar nu pas kunnen de paleontologen en technici dat ook nagaan. Ze maken een inventaris: 50 botten en botjes aan de achterpoten, 42 aan de voorpoten, 47 wervels vanaf het heiligbeen tot het puntje van de staart, 15 rugwervels, 10 nekwervels, 26 ribben, 32 'chevrons' (botten aan de onderkant van de staart), ... Klopt! De ontbrekende fossielen worden vervangen door gesculpteerde stukken, met een stevige kern van polyurethaan en lagen synthetische gips. ‘In de toekomst hopen we dergelijk werk met een 3D-printer te doen’, zegt Aldo.
Hoe weet je hoe een ontbrekend stuk eruitziet? Voor een stuk poot is het een makkie: neem het spiegelbeeld van wat aan er aan de andere kant wél is. Voor andere botten moeten ze in de ruime documentatie over Plateosaurus duiken. De schedel is dan weer aangevuld op basis van een replica van een schedel die in 1911 gevonden werd in Trössingen, Duitsland. Daar, en in Frankrijk zijn nog tientallen en tientallen plateosaurussen gevonden. Aldo: 'Het stikte hier 210 miljoen jaar geleden van de Plateo’s. Het waren de eerste grote dinosauriërs, en ze hadden door hun gestalte dus weinig last van predatoren. Ik zal het plastischer uitdrukken: ze konden vreten en paren dat het een lust was. Ze moesten alleen opletten dat ze niet in de modder sukkelden, wat mogelijk met Ben en vele andere plateosaurussen in Frick is gebeurd.’
Brussel, juli 2017: Kapstok op maat
Na een vervelende vertraging van een paar weken is het metaal aangekomen om de armaturen te maken. Het is zweten in de tent buiten waar Aldo in een regen van vonkjes het metaal bewerkt, en nog wat bijslijpt, en nog een beetje. Alle fossielen – tot het kleinste vingerkootje toe – moeten op metalen kapstokjes rusten. Er wordt niet in de fossielen geboord, veel te broos. ‘Dit is mijn droomjob’, zucht Aldo. 'Voor het salaris moet je het niet doen, maar een dinoskelet mogen opbouwen is toch een once-in-a-lifetime.' Intussen is Stéphane de afgietsels in bruin aan het schilderen. 'We gaan het eerlijk spelen: de bezoeker moet van dichtbij kunnen zien welke stukken authentiek zijn en welke namaak.'
Brussel, oktober 2017: Zes
Paleontoog Koen Stein van de Vrije Universiteit Brussel heeft nieuws. Zijn analyse wijst uit dat Ben zo’n zes jaar oud was toen hij stierf. Stein was in juli langsgekomen om een klein cilindervormig staal uit het versteende dijbeen van Ben te boren. Van het staal werd een flinterdun plakje gesneden. Op scans van dat staaltje - met zogenoemde röntgenfluorescentiespectrometrie - zie je het gehalte aan calcium, dat op botweefsel wijst (blauw), en het gehalte titanium, voor bloedvaten (rood). ‘Een blauwe lijn betekent een vertraging in de groei: dat was in het droge seizoen wanneer plateosaurussen minder te eten hadden’, zegt Koen. ‘Tussen twee blauwe lijnen zit een 'rode' periode van snelle groei en sterke aangroei van bloedvaten in de botten. Dat was in het regenseizoen, met veel groen. Niet alle gewervelde dieren hebben zo'n ringpatroon. De nazaten van Plateosaurus, de sauropoden zoals Diplodocus en Apatosaurus, groeiden continu, waardoor ze zo gigantisch werden.’
'Een dinoskelet mogen opbouwen is een once-in-a-lifetime.'
Brussel, november 2017: Het doek valt
Het armatuur is naar de museumzaal gebracht. Het frame wordt ter hoogte van de staart aan het plafond gehangen en krijgt onderaan nog twee steunpunten, onder de buik en de schouders. Als Aldo, Stéphane en collega's alle fossielen weer aan de metalen kapstok hebben gehangen, is Ben klaar voor het grote publiek.