Pre-koloniale Caribiërs waren echte netwerkers
15 mei 2014 door Eos-redactieNetwerken lijkt een modern fenomeen, maar het is al zo oud als de weg naar Rome, of beter gezegd: als de vaarroute naar de Caraïben.
Netwerken lijkt een modern fenomeen, maar het is al zo oud als de weg naar Rome, of beter gezegd: als de vaarroute naar de Caraïben. Archeoloog Angus Mol (Universiteit Leiden) analyseert in zijn proefschrift sociale netwerken in het pre-koloniale Caribisch gebied.
Voordat Mol aan zijn onderzoek begon werd een netwerkwetenschappelijke aanpak nog niet gebruikt in de archeologie. Mols taak om daar verandering in te brengen. ‘Het probleem is echter dat andere onderzoeksterreinen een studie kunnen maken van bestaande sociale structuren, terwijl je als archeoloog voornamelijk met materiële overblijfselen moet werken, zoals opgegraven ornamenten of gebruiksvoorwerpen', zegt hij, 'Tussen de vondst van wat potjes en een theorie over de sociale relaties tussen de toenmalige gebruikers van die potjes, zit een groot gat.’ Tussen die twee werelden probeert Mol in zijn proefschrift een brug te slaan.
Hij keek bijvoorbeeld naar de iconografische stijlen van diverse kunstobjecten. Mol analyseerde talloze guaízas: kleine gezichtjes gemaakt uit een schelp, die dienst deden als ornament of geschenk. Hij constateerde dat alle objecten van hetzelfde type waren, maar toch allemaal verschillend. Mol: ‘Nadat ik er een netwerkanalyse op had losgelaten, zag je ineens overkoepelende patronen. Het bleek dat hoe dichter de schelpgezichten bij elkaar werden gevonden, hoe minder gelijkenissen ze onderling vertoonden. Dat past mooi in de geschenktheorie. Je wilt immers een uniek cadeau geven, dus moet je zorgen dat jouw cadeau afwijkt van alle andere.’
Multiculturele Caraïben
De Caribische samenleving bleek veel diverser dan altijd werd gedacht. Terwijl de meeste mensen bij de Caraïben aan palmboomrijke eilanden met tropische stranden denken, gaat het in werkelijkheid om een ecologisch veel gevarieerder gebied. De Amerindiaanse bevolking was dus bijna wel gedwongen contact te leggen met andere eilanden en hun bewoners. ‘Hierdoor was er, ondanks een grote diversiteit aan talen en culturen, altijd veel onderling contact, en dus sociale en culturele uitwisseling,’ licht Mol toe. ‘Dat is anders dan in onze multiculturele samenleving, waarvan criticasters zeggen dat die mislukt is doordat de verschillende groepen langs elkaar heen hebben geleefd.’
De ontdekkinsgreiziger Christoffel Columbus maakt ook al dankbaar gebruik van die sociale netwerken. Na zijn aankomst in de Bahama’s lijfde hij direct enkele lokale mannen in als gids. Hij gebruikte hun kennis over de regio; wie woont waar, wie is vriendelijk, wie vijandelijk? Mol: ‘Zonder die lokale netwerkkennis over de archipel was de ontdekkingstocht waarschijnlijk totaal anders gelopen. Bovendien is door dat nauwe contact met de inheemse bevolking veel kruisbestuiving ontstaan. Daar hebben we onder andere onze hangmat en de barbecue aan te danken. Om maar niet te spreken over de invloed op de huidige geopolitieke en –culturele verhoudingen in de wereld.’
Mols volgende stap is om, binnen het ‘Nexus 1492’-project waarvan hij deel uitmaakt, de netwerken van de pre-koloniale periode te verbinden met die van de koloniale periode. ‘Zo willen we een nog helderder beeld creëren van hoe de inheemse bevolking, met hun rijke traditie van intercultureel “netwerken”, is omgegaan met de komst van de Europeanen.’