Stedelingen waren niet (on)gezonder dan plattelandsbewoners
15 november 2016 door Eos-redactieHet leven op het platteland in de middeleeuwen was niet veel beter dan in de stad.
De stad in de middeleeuwen associëren we vaak met een totaal gebrek aan hygiëne, uitbraken van besmettelijke ziekten en overbevolking. Maar het leven op het platteland was – althans in Nederland – niet veel beter.
Dat is de conclusie van het proefschrift van de Nederlandse historica Rachel Schats, die begin deze maand promoveerde aan de Universiteit Leiden. Voor haar onderzoek keek ze naar zogenaamde ‘stressfactoren’ in en op de botten van bijna duizend skeletten uit de vroege én late middeleeuwen. De beenderen waren afkomstig uit verschillende collecties (het resultaat van opgravingscampagnes tijdens de 20ste eeuw) en representeerden zowel stedelingen (uit Alkmaar, Dordrecht en Delft) als plattelandsbewoners (uit dorpen in West-Friesland en Zeeland). Dankzij de spreiding in ruimte en tijd kon ze een scherp onderscheid maken tussen stad en platteland. Typisch voor de late middeleeuwen was immers de sterke opkomst van de steden.
Stressfactoren gelijkmatig verdeeld
Schats vond dat de stressfactoren, die een soort fossiel bewijs zijn van zowel ziekte als ondervoeding, gelijkmatig verdeeld waren over de plattelandsbewoners en de stedelingen. Dat wijst erop dat de voorouders van onze noorderburen vroeger allemaal te kampen hadden met ziekten en andere lichamelijke kwaaltjes, en dat het platteland dus zeker niet de idylle was die we soms nog van het ongerepte middeleeuwse landschap koesteren.
Verschillende aandoeningen
Wél vond de historica specifieke verschillen tussen de aandoeningen. Zo trof ze bij de plattelandsbewoners meer afgeplatte scheenbeenderen aan, wat erop wijst dat deze tijdens hun leven veel grotere afstanden te voet aflegden. Bij de vrouwen op het platteland vond ze dan weer duidelijke tekeningen van artrose, wat een indicatie is van het zware boerenlabeur. De stedelingen waren daarentegen kwetsbaarder voor besmettelijke ziekten zoals tbc. Nog een interessant detail: bij de skeletten opgegraven in Alkmaar vond Schats opvallend veel sporen van tandbederf terug. Wellicht wijst dat op een groter aanbod van voedsel, fruit, suiker en honing in de stad. Terwijl ondervoeding op het platteland eerder regel was dan uitzondering. (sst)