Stonehenge is wellicht het meest geselfiede monument uit de prehistorie. Wat al die smartphones níét vastleggen, is het landschap rond de iconische stenen. Nochtans is het daar dat de geschiedenis zich het meeste prijsgeeft.
Wanneer je met de auto Stonehenge nadert, zie je de iconische stenen al van ver staan. Ze tornen als machtige kathedralen uit boven Salisbury Plain, een groen landschap dat golft tot aan de horizon. Op wat bomen, grazende varkens en drommen toeristen na is er niets dat de aandacht ervan afleidt. De stenen zijn hier de sterren.
Zo dachten de archeologen er eeuwenlang ook over. En toch weten we na alle intensieve onderzoek nog steeds niet echt wie het prehistorische monument heeft gebouwd en met welke reden. Dat alleen al blijft het Stonehenge-mysterie voeden (en de toeristen lokken).
De laatste jaren verleggen wetenschappers hun focus naar de wijde omgeving rond de stenen. Dat werpt zijn vruchten af. Recente bodemscans en opgravingen laten zien dat Stonehenge ooit onderdeel was van een veel groter geheel. De iconische stenen stonden niet zoals nu eenzaam in een open terrein, maar maakten deel uit van een uitgestrekt ritueellandschap van ongeveer 12 vierkante kilometer. Er waren begraafplaatsen, er werden processies gehouden en er werd gefeest – heel uitgebreid zelfs, door de vermoedelijke bouwers van Stonehenge.
Wetenschappers vermoedden al langer dat het monument uit meer bestond dan enkel de bekende stenen. Maar hoe staaf je dat, als alle sporen onder de grond verdwenen zijn? Je kan niet zomaar het hele gebied afgraven. Ontdekkingen waren daarom lange tijd het gevolg van toeval, getriggerd door de aanleg van een weg of een nieuwe parking.
De laatste jaren maakten technologieën om de bodem te scannen veel vooruitgang, waardoor het mogelijk werd om snel grote stukken van de site rond Stonehenge te verkennen. Een van de wetenschappers die het landschap rond Stonehenge op die manier laat praten, is de Gentse archeoloog en bio-ingenieur Philippe De Smedt. Hij en zijn collega’s aan de Universiteit Gent ontwikkelden een techniek om tot drie meter diep in de bodem te ‘kijken’ zonder die te beroeren.
De Smedt rijdt daarvoor op een quad met daarachter een elektromagnetische sensor over het terrein. Hij gaat niet zomaar even heen en weer. Verschillende uren lang rijdt hij, tot elke vierkante centimeter is gescand. ‘De sensor registreert de elektrische en magnetische variatie in de bodem’, legt De Smedt uit. ‘Op basis van die variatie kunnen we voorspellen waar er interessante zones voor archeologen zijn.’
VIDEO. Philippe De Smedt won in 2013 de Eos Pipet voor zijn bodemscanonderzoek. Dit filmpje dateert van toen, en toont hoe de techniek werkt waarmee hij ook de bodem rond Stonehenge scant.
‘Interessant’ duidt hier op bepaalde variaties in de bodem die De Smedt en zijn collega’s niet geologisch kunnen verklaren. Op die plaatsen nemen ze een grondstaal. Als ook dat belangwekkend blijkt, kunnen de archeologen aan het graven slaan. De sensoren die De Smedt gebruikt, meten zeer nauwkeurig. ‘Ze zijn in staat om recente rommel zoals kroonkurken uit de beelden te filteren. We kunnen zo zonder ruis naar sporen uit het verleden kijken.’
Prehistorisch festival
In 2015 lag De Smedt mee aan de basis van een grote ontdekking bij het nabijgelegen Durrington Walls. Op radarbeelden van de bodem leek daar een grote stenen cirkel begraven te liggen met een diameter van een halve kilometer. De ontdekking van de ‘Superhenge’ was fenomenaal nieuws, alleen werden de stenen bij opgravingen nooit gevonden.
De vermeende stenen bleken gedempte kuilen te zijn waarin ooit metershoge houten palen hadden gestaan. Op de radarbeelden leken de opgevulde putten op grote stenen. De betrokken archeologen vonden die ‘gecorrigeerde’ ontdekking even indrukwekkend. Wie bouwde deze ring met misschien wel tweehonderd houten palen van vier tot zes meter hoog? Waarom? Hoe werden de palen rechtgezet? En waarom werden ze terug verwijderd?
Brits archeoloog Mike Parker Pearson van het Londense University College denkt dat de palen werden opgericht door dezelfde mensen die drie kilometer verder Stonehenge bouwden. Pearson is een wereldautoriteit in het onderwerp. Hij leidde het Stonehenge Riverside Project, het grootste onderzoek dat ooit in Stonehenge en haar omgeving is uitgevoerd.
Zijn idee over het monument is dat de bouwers bij Durrington Walls verbleven en feestten. ‘We vonden sporen van tien laatneolithische huizen. Vermoedelijk stonden er ooit honderden huizen, en telde dit dorp enkele duizenden inwoners. Het dorp was bewoond tussen 2500 en 2460 v.Chr. In die periode is ook Stonehenge verbouwd – inderdaad ‘verbouwd’, want de basis van het monument is ouder.’
Opvallend: de grote massa verbleef hier enkel tijdens midwinter. ‘We vonden ongeveer tachtigduizend dierenbeenderen, vooral van runderen en varkens. Gedurende de enkele decennia dat het dorp in gebruik is geweest, moeten hier gigantische vreetpartijen hebben plaatsgevonden.’
Het prehistorische dorp was volgens Pearson even indrukwekkend als de stenen cirkel van Stonehenge vandaag. ‘Er was een tien meter brede ‘boulevard’ van ongeveer 100 meter lang die was afgeboord met afwateringskanalen en dijkjes, en leidde naar de rivier Avon. De inwoners bouwden ook een aantal monumenten.’
De archeoloog vertelt verder over een omwalling van metershoge houten palen en een processieweg die het dorp met de rivier Avon verbond. Ook tussen Stonehenge en de rivier lag een processieweg. De Avon verbond beide processiewegen met elkaar. Ook het nabijgelegen Woodhenge was opgebouwd uit vier tot zes meter hoge houten palen. ‘Dat monument is nu nog zichtbaar, maar de houten palen zijn vervangen door stenen exemplaren.’
Stenen voor de doden
Opmerkelijk is dat alle monumenten bij het dorp uit hout zijn opgetrokken, in tegenstelling tot Stonehenge. Volgens Pearson was Stonehenge een monument voor de doden, terwijl de houten monumenten van Durrington Walls bedoeld waren voor de levenden.
Hout als symbool van vergankelijkheid, steen voor het eeuwige leven: tot dat inzicht kwam Pearson in 1998, na een onderzoek in Madagaskar. ‘Op dat eiland bestaat nu nog een cultuur van megalitisme, het optrekken van grote stenen monumenten. Daar dienden ze om doden en voorouders te eren. Ik werkte er destijds samen met de plaatselijke archeoloog Ramilisonina. Hij vermoedde dat dat in Stonehenge niet anders was geweest. Stenen linken aan de eeuwigheid zou weleens een universele praktijk kunnen zijn.’
Pearsons theorie werd onder andere bevestigd door nauwkeuriger dateringen van Stonehenge en Durrington Walls. Ook de vondst van honderdvijftig menselijke beenderresten rondom het stenen monument in Stonehenge wijst in die richting. ‘Vermoedelijk bevinden er zich nog veel meer graven in de omgeving. Tot nu toe deden we enkel steekproeven. De lichamen werden zoals toen gebruikelijk was gecremeerd, maar we konden ze toch dateren tussen 3000 en 2500 v.Chr., met het grootste aandeel in de beginperiode.’
De bouw van Stonehenge begon al eerder. ‘De oudste schoppen en pikhouwelen die we vonden, zijn vijfhonderd jaar ouder. Die werktuigen zijn vermoedelijk gebruikt om de grote gracht van meer dan 300 meter lang rond Stonehenge te graven. In die beginfase zijn ook de kleine blauwstenen geplaatst. Vijfhonderd jaar later volgden de veel grotere, tot wel dertig ton zware stenen, de zogenaamde ‘sarsens’.’
Politiek verbond
Volgens Pearson is de herkomst van de stenen geen toeval. ‘De sarsens komen van de 30 kilometer noordelijker gelegen Marlborough Downs, in de buurt van het dorp Avebury. Daar werd een tijd voor de oprichting van Stonehenge al de grootste steencirkel van Europa gebouwd. De kleinere blauwstenen komen waarschijnlijk uit de Preseli Hills in het westen van Wales, zo’n 200 kilometer verder. Stonehenge vormt zo een link tussen twee regio’s.’
‘Het nu iconische monument zou dus ook een politiek symbool geweest kunnen zijn voor een verbond tussen volkeren uit Wales, groepen uit Zuid-Engeland, en mogelijk nog andere Britse volkeren. Wales werd dan vertegenwoordigd door de blauwstenen, Zuid-Engeland door de sarsens.
Dat idee wordt ondersteund door de herkomst van de dieren die bij Durrington Walls werden verorberd. Wetenschappers kunnen hun afkomst vandaag, duizenden jaren na datum, achterhalen via isotopen in de beenderen. Isotopen zijn atomen van hetzelfde chemische element, maar met een verschillend aantal neutronen in de kern. Elke regio heeft een specifieke isotopensamenstelling. Die is gelinkt aan de eigenschappen van de bodem. Dieren en mensen krijgen die ‘regionale’ isotopenverhouding binnen via hun plaatselijke voedsel en drinkwater.
De beenderen slaan de isotopen op, en zo kunnen wetenschappers vandaag achterhalen waar een dier of mens duizenden jaren geleden is opgegroeid of heeft geleefd. Pearson: ‘We ontdekten dat het gros van het vee lokaal opgroeide, maar er waren ook dieren die van heel ver kwamen, sommige zelfs van het noorden van Schotland. Die dieren moeten zijn meegereisd met de mensen die bij Stonehenge kwamen feesten.’
Ook een aantal individuen die bij Stonehenge gecremeerd en begraven zijn, kwamen niet uit de buurt. Een internationaal team van onderzoekers, onder leiding van Christophe Snoeck van de Vrije Universiteit Brussel, ontdekte op basis van isotopenanalyse dat zowat 40 procent van de onderzochte beenderresten toebehoorde aan mensen die ergens anders hadden geleefd. De meesten lijken afkomstig uit het westen van Wales, waar ook de blauwstenen vandaan komen.
Prehistorische brexit
Dat Stonehenge een politiek symbool zou zijn, kan helpen verklaren hoe mensen er – voor de uitvinding van het wiel – in godsnaam in slaagden om de kolossale stenen helemaal naar de site te brengen. ‘Voor elke steen had je een paar honderd mensen nodig’, zegt Pearson. ‘Het duurde zeker een jaar om de zwaarste exemplaren ter plaatse te brengen. Alleen al de werklieden verzamelen, was een werk van lange adem. Boodschappers trokken van dorp naar dorp om mensen te ronselen. Zoiets doe je niet in een paar maanden.’
‘De bouwers moeten heel gemotiveerd geweest zijn. Zonder een gemeenschappelijk doel, een gevoel van verbondenheid en sterk leiderschap was Stonehenge er nooit gekomen.’ Volgens Pearson was de tijd er wel rijp voor. ‘Voor de periode voor de bouw van Stonehenge vonden we veel sporen van conflicten terug, voor de periode tijdens de bouw niet. De bouw voltrok zich wellicht in een tijd van vrede.’
‘Tegelijk heerste er onzekerheid. De oogsten vielen tegen, het inwonersaantal daalde en er was de groeiende dreiging van migrantenvolkeren uit het continent. Dat vergrootte de nood aan vereniging tussen de Britse volkeren, en de afkeer van het continent. Een prehistorische brexit, eigenlijk.’
Die poging tot afscheiding was overigens zonder succes. Kort na de voltooiing van Stonehenge zou de zogenaamde klokbekercultuur het eiland overspoelen. Die verspreidde zich ongeveer 4.500 jaar geleden razendsnel vanuit Eurazië naar Centraal-Europa en uiteindelijk ook Groot-Brittannië. Archeologen kunnen de migratie volgen onder meer dankzij het typische klokvormige aardewerk van de migranten – vandaar de naam.
Begin dit jaar becijferden wetenschappers de impact van die migratie. Via het DNA van vierhonderd prehistorische skeletten ontdekten ze dat in een paar honderd jaar tijd 90 procent van de oude Britten vervangen was door Europese klokbekermigranten. Dat betekende het einde van de neolithische cultuur die stenen structuren zoals Stonehenge bouwde.
De oprichting van Stonehenge was in alle opzichten een monumentale verwezenlijking. Toch wil Pearson de prestatie niet overschatten. ‘De stenen transporteren was eigenlijk niet zo moeilijk. De werkers legden met boomstammen een houten spoorweg aan. De stenen plaatsten ze op een slede, die ze met koorden over de rails trokken. Met een hoop mankracht en veel geduld krijg je dat wel voor elkaar.’
Vracht vol vragen
Hoewel er de laatste jaren veel vragen over Stonehenge zijn beantwoord, boden zich nieuwe mysteries aan. Om die op te lossen, blijven wetenschappers naar het landschap en in de bodem kijken. De kans bestaat dat ze er antwoorden vinden die veel ouder zijn dan Stonehenge zelf. ‘Zesduizend jaar voor de eerste monumentale steen werd geplaatst, was deze regio al bewoond’, zegt Philippe De Smedt. ‘Het landschap oefende toen al een aantrekkingskracht uit. ’ Twee jaar geleden stapte De Smedt in een nieuw project met de University of Birmingham om het historische landschap in kaart te brengen.
‘Deze contreien zijn getekend door menselijke ingrepen. En dan heb ik het niet over de monumenten en artefacten, maar over de vele putten, grachten, bomenrijen en oude perceelgrenzen die we hier vinden. Vergeleken met de iconische stenen van Stonehenge lijken die zaken banaal. Maar ze leren archeologen veel over de mensen hier – waar en hoe ze leefden, en wat hun dagelijkse gewoonten waren. En vooral ook: waarom ze dit gebied uitkozen om zich te vestigen. Inzicht in de evolutie en populariteit van deze regio kan belangrijk zijn voor wie wil achterhalen waarom Stonehenge net hier is gebouwd.’
Ondertussen reed De Smedt met een vrachtwagen al drie ton bodemmateriaal uit Stonehenge op en af naar Gent. ‘In dat materiaal zitten antwoorden op onze vragen. Maar vermoedelijk roepen ze ook weer nieuwe vragen op. Het mysterie van Stonehenge zullen we nooit helemaal kunnen uitklaren.’
Prehistorische graffiti
Op verschillende stenen van Stonehenge kan je allerlei kleine inscripties en tekeningen zien. ‘De oudste inkervingen dateren van ongeveer 1500 v.Chr.’, zegt Stonehenge-kenner Mike Parker Pearson. ‘Het zijn tekeningen van bijlen en dolken. Die inkervingen werden vermoedelijk gemaakt om de doden te herdenken die in de omgeving van het monument begraven zijn.’
Naast de prehistorische inscripties ontdekten archeologen ook veel recentere ‘graffiti’. ‘In de 19de eeuw krasten de eerste rijke toeristen hun naam, herkomst en bezoekersdatum in de stenen. Een opvallende naam is ‘X Wren’.’ Pearson vermoedt dat die is geplaatst door de jonge architect, anatomist en fysicus Christopher Wren (1632-1723). ‘De ‘X’ is een kruis en is een afkorting voor Christopher. Wren zou later opklimmen tot hofarchitect en het ontwerp voor de beroemde St Paul’s Cathedral in Londen tekenen.’ Wakkerde Stonehenge zijn liefde voor bouwkunst aan?
Mike Parker Pearson is curator van de expo ‘Stonehenge – Voorbij het mysterie’, die van 13 oktober 2018 tot en met 21 april 2019 loopt in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Philippe De Smedt geeft er een lezing op 1 december 2018.
Meer info op www.galloromeinsmuseum.be.