Vlees en werktuigen maakten ons mens
09 maart 2016 door Eos-redactieDe nood om minder te kauwen, speelde een sleutelrol in onze evolutie.
Toen onze voorouders meer vlees begonnen te eten, en simpele stenen werktuigen gingen gebruiken, maakte dat de weg vrij voor de ontwikkeling van typische eigenschappen van de moderne mens. Dat melden Amerikaanse wetenschappers in Nature.
Zo’n twee à drie miljoen jaar geleden hoefden onze voorourders minder tijd te spenderen aan het kauwen van hun maaltijd, doordat ze energierijk vlees gingen eten en werktuigen gingen gebruiken. Daardoor konden onze kaken, kauwspieren en tanden kleiner worden, en onze gezichten korter, wat spraak vergemakkelijkte. Bovendien konden we zo op een efficiëntere manier meer energie uit onze voeding halen, waardoor we grotere lichamen en hersenen konden onderhouden.
De wetenschappers lieten onfortuinlijke proefpersonen onder meer kauwen op rauw geitenvlees – dat wild het best benadert –, wortels en bieten, en vroegen hen alles uit te spuwen op het moment dat ze normaal zouden doorslikken. Ze registreerden de kauwbewegingen en analyseerden de fijngekauwde prakjes.
Wanneer de maaltijd ongeveer voor een derde uit vlees bestond, en wanneer het vlees werd gesneden en knollen en groenten werden verbrijzeld, waren er ongeveer 20 procent minder kauwbewegingen nodig. Dat scheelt op jaarbasis zo’n 2,5 miljoen keer kauwen. Bovendien was bij het kauwen ongeveer een kwart minder kracht nodig.
Onze naaste verwanten de chimpansees, spenderen ongeveer een halve dag aan het met brute kracht fijnmalen van hun kostje. Ook koken heeft wellicht een belangrijke rol gespeeld in onze evolutie, maar deed vermoedelijk pas zo’n 500.000 jaar geleden zijn intrede. (ddc)