Wetenschappers reconstrueren gezichten van Tongerse skeletten

Bovenmaatse neuzen, borstelsnorren… Zagen onze voorvaderen er echt uit zoals in de Asterix-strips? Je kunt het binnenkort zelf zien in het Gallo-Romeins Museum Tongeren, dat uitpakt met een spectaculaire en spraakmakende primeur op het vlak van de gezichtsreconstructie. 

Voor het eerst in ons land werden aan de hand van DNA- en ander onderzoek de gezichten gereconstrueerd van drie mensen die rond 10 v.Chr. begraven zijn. Meer bepaald twee kinderen, een jongetje van zes en zijn drie jaar jongere zusje, en een niet met hen verwante man tussen de veertig en de vijftig. Wellicht hun stiefvader, suggereert de houding waarin ze in het graf werden aangetroffen. Ze kregen destijds een gezamenlijke laatste rustplaats in het in 2013 bij opgravingen in Tongeren aangetroffen Romeins grafveld. Onderzoeker Henk van der Velde (Vlaams Erfgoed Centrum) beleefde de ontdekking van dit graf als ‘een moment van historische sensatie’, dat hem en zijn team aanzette tot verdere studie. ‘En het resultaat daarvan is baanbrekend,’ stelt hij.

Concreet: naast de al aangehaalde graden van verwantschap bracht de DNA-studie ook hun genetische afkomst in kaart. Gecombineerd met gebitsonderzoek naar wat ze in hun eerste levensjaren hebben gegeten, is de conclusie dat ze alle drie geboren en opgegroeid zijn in het Tongerse.

3D-printtechnologie

Gezichtsreconstructie van de man.

Maar er is meer. Spectaculairder vooral. Het DNA-onderzoek specifieerde ook de kleur en tint van hun haar, huid en ogen. Bij de volwassen man respectievelijk blond, bleek tot lichtbruin en blauw, en het jongetje had bruine ogen, bruin tot blond haar en een lichtbruine, mediterrane huidskleur. Het haar van het meisje was donkerbruin tot zwart, ze had bruine ogen en een lichtere huid dan haar broertje. Tel daar de uitzonderlijke conserveringsgraad en volledigheid van de schedels bij op, en de weg lag open naar uitzonderlijke gezichtsreconstructies.

Fysisch antropoloog en archeoloog Maja d’Holossy (Universiteit van Amsterdam) hanteerde daarbij de algemeen geldende wetenschappelijke wetmatigheden. Het eerste uitgangspunt is het principe dat elk gelaat specifiek is. Het krijgt zijn unieke vorm door de bij iedereen verschillende manier waarop het spier- en zenuwstelsel is opgehangen aan de schedel. Daarover bestaan tabellen, die gebruikt worden als referentie bij elke nieuwe gezichtsreconstructie. Die tabellen zijn het resultaat van eeuwen antropologisch onderzoekswerk, maar nieuw is dat we vandaag gebruik kunnen maken van 3D-printtechnologie.

Opgraving aan de Beukenbergweg in Tongeren.

Rimpels

Op zo’n 3D-print van de schedel van de drie Tongerse Gallo-Romeinen bracht het team achtereenvolgens weefsels, aangezichtsspieren, de huid en de vetlaag aan. Van dat voorlopige eindresultaat – zogenoemde ‘basisgezichten’ – werden kopieën gemaakt in siliconenrubber. Die werden vervolgens gepersonaliseerd op basis van wat het DNA-onderzoek had geleerd over ogen, haar en huid. Waarna de kroon op het werk volgde met details als bijvoorbeeld rimpels bij de man. Een beetje speculatief en hypothetisch wegens indirect afgeleid uit de algemene historische context, maar het eindresultaat is er niet minder spraakmakend om.

Specialist Maja d'Holossy reconstrueert het gezicht van de jongen.

Vanaf 1 mei kun je het zelf gaan bekijken in de inkomhal van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. En voor wie eerder al meer wil vernemen over het globale syntheseonderzoek, uitgevoerd door het Vlaams Erfgoed Centrum (VEC), is er op 8 april al de gratis online Spraakwater-lezing van Henk van der Velde. Inschrijven kan via www.galloromeinsmuseum.be