Van burger tot algenshake: zeewier is hip. Toch werd het in Europa tot voor kort als armeluisvoedsel beschouwd. Dat is niet altijd zo geweest, blijkt uit nieuw archeologisch onderzoek.
Dat Europeanen eeuwen geleden zeewier aten, was al bekend. Zo schreef de Romeinse schrijver Plinius in de eerste eeuw na Christus over zeewier als remedie tegen scheurbuik bij zeelieden. Daarnaast hadden IJsland, Ierland en Brittannië in de tiende eeuw al wetgeving over het verzamelen van zeewier. Ook in de duizenden jaren daarvoor aten mensen al zeewier, blijkt nu uit archeologisch onderzoek.
Een internationaal team van archeologen onderzocht het tandsteen van 74 individuen afkomstig van 28 verschillende Europese sites, van het noorden van Schotland tot het zuiden van Spanje. Uit die analyses bleek dat mensen al vanaf het mesolithicum, zo’n achtduizend jaar geleden, zeewier en zoetwaterplanten aten. In één tandsteenstaal werden ook de resten van zeekool gevonden.
De zeewierconsumptie hield stand tijdens de landbouwrevolutie, tot aan de vroege middeleeuwen. Dat is opmerkelijk, want vaak wordt aangenomen dat mensen minder voedsel uit de zee en andere wateren gingen halen na de introductie van de landbouw. Voor zeewier gaat dat dus niet op. De wetenschappers hopen dat hun onderzoek bijdraagt aan de herontdekking van een voedingsbron die duizenden jaren lang geliefd was in de Europese keuken.