Sinds begin jaren negentig is de overlijdenskans van Amerikaanse kankerpatiënten gedaald met liefst 27 procent.
Het aantal kankerdoden in de Verenigde Staten zit al een kwarteeuw in een dalende lijn, zo blijkt uit statistieken van de belangrijkste Amerikaanse kankervereniging. Tussen 1991 en 2016 (zo laten de cijfers zien) zijn er 2,6 miljoen minder kankerdoden minder gevallen, in vergelijking met de hypothetische situatie waarin de sterftekans sinds begin jaren negentig stabiel is gebleven.
De auteurs van het rapport wijten de daling aan verschillende oorzaken: steeds minder mensen roken, tumoren worden sneller opgespoord en de behandeling is in het algemeen sterk verbeterd. De betere overlevingskansen situeren zich vooral bij patiënten met long-, borst-, prostaat- en darmkanker.
Daar staat tegenover dat het aantal doden ten gevolge van hardnekkige en moeilijk bestrijdbare kankers zoals lever-, alvleesklier- en hersenkanker is toegenomen onder Amerikanen – zij het heel lichtjes.
Het rapport laat ook zien dat de economische ongelijkheid in de VS een steeds meer bepalende factor wordt voor de overlevingskans van kankerpatiënten. Dat wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door de overlijdenskans voor darmkanker, die zich heel traag ontwikkeld en dus goed kan worden behandeld, mits vroeg opgespoord. De kans ligt in sommige armere gebieden wel 35 procent hoger dan in de welvarende staten aan de oost- en westkust.
