Als student had Piet Hoebeke een heel eigen studiemethode. Hij las zijn cursus en legde de materie uit aan een denkbeeldig publiek. Die techniek gebruikt hij nu ook in zijn lezingen en debatten. ‘De grootste uitdaging voor een wetenschapscommunicator bestaat erin de feiten zo uit te leggen dat iedereen het begrijpt’, vertelt hij. Het leverde hem de Loopbaanprijs Wetenschapscommunicatie op.
Prof. dr. Piet Hoebeke is al decennialang een bijzonder geëngageerd wetenschapper. Naast zijn job als uroloog in het UZ Gent schrijft hij populariserende boeken, geeft hij geregeld lezingen en is hij een graag geziene gast in populaire programma’s op radio en televisie. Hij informeert er een breed publiek op een heldere manier over gevoelige onderwerpen uit zijn vakgebied die vaak nog in de taboesfeer liggen.
‘De maatschappij financiert wetenschappers, universiteiten en universitaire ziekenhuizen om onderzoek te doen’, vertelt hij daarover. ‘Ik vind dat ze ook het recht heeft om de resultaten daarvan op een begrijpelijke manier terugvertaald te krijgen. Zeker over onderwerpen die maatschappelijk gevoelig liggen.’
‘Ik zie in mijn consultatie veel jonge mannen die een totaal verkeerd beeld hebben van hoe genitalia er moeten uitzien’
Hoebeke heeft er zijn missie van gemaakt om over de thema’s waarrond hij werkt, zoals transseksualiteit en genderdysforie, zoveel mogelijk onwetendheid, vooroordelen en fake news te ondergraven. ‘Ik zie in mijn consultatie veel jonge mannen die een totaal verkeerd beeld hebben van hoe genitalia er moeten uitzien en hoe ze moeten functioneren’, vertelt hij. ‘Dat is bij vrouwen niet anders. Wat zich maatschappelijk als norm installeert, is vaak gebaseerd op informatie die tegenwoordig overal te vinden is maar wetenschappelijke onderbouwing mist. Voor mij is het een no brainer om daar tegenin te gaan.’
Ook wanneer een collega beweert dat openhartchirurgie onder hypnose mogelijk is, vindt Hoebeke dat hij als wetenschapper niet stil kan blijven zitten. ‘Dergelijke onwaarheden bereiken miljoenen mensen die dat ook nog eens geloven’, vertelt hij. ‘Daar moeten we uit wetenschappelijke hoek hard tegen ingaan.’
Heeft u het gevoel dat uw boeken, lezingen en deelnames aan debatten een verschil maken in uw strijd tegen onwetendheid, vooroordelen en fake news?
‘Ik ben me ervan bewust dat boeken maar worden gelezen door een klein segment van de bevolking en dat ik in lezingen vaak preek voor eigen parochie. Believers komen nog eens luisteren om hun belief te versterken, terwijl het toch vooral de non-believers zijn die ik wil bereiken en die vaak niet komen opdagen.’
‘Als Tom Van Grieken zegt dat hij het verschrikkelijk vindt dat op geboorteaktes niet meer vader en moeder staat, dan wil ik daarover met hem in debat gaan’
‘Toch blijf ik me tegen alle vormen van fake news verzetten, want ik wil bijdragen aan een samenleving die verdraagzaam, respectvol en rechtvaardig is. Er is nu bijvoorbeeld een tendens gaande waarbij we van een binaire opdeling in man en vrouw overgaan naar een genderfluïde maatschappij. Die tendens betekent maatschappelijk een aardverschuiving die heel wat weerstand oproept. Ik begrijp heel goed waarom die conservatieve reflex er is, je kan de maatschappij niet continu veranderen. Maar als je wetenschappelijke inzichten hebt die bewijzen dat gender geen ideologie is maar een realiteit, dan moet je dat communiceren, onder andere om ervoor te zorgen dat de groeiende LGBTQIA+ groep zichzelf kan zijn.’
‘Als Tom Van Grieken er een politiek thema van maakt en zegt dat hij het verschrikkelijk vindt dat op geboorteaktes niet meer vader en moeder staat maar ouder 1 en ouder 2, dan wil ik daarover met hem in debat gaan en hem wetenschappelijk onderbouwd aantonen dat dit gewoon de realiteit is.’
‘Wat ik bijzonder lastig vind, is dat fake news zo makkelijk verkoopt. De hele hetze tegen de coronavaccins, waar zelfs academici zich voor een stukje aan bezondigden, was bijna onbegrijpelijk. Om misverstanden te vermijden vind ik dat wetenschappers in debatten niet naar buiten moeten komen met hypotheses, maar met bewezen feiten. Of dat ze tenminste het verschil moeten duiden en mensen duidelijk moeten uitleggen hoe wetenschap werkt.’
U zegt dat de LGBTQIA+ groep groeit, maar dat is toch gewoon omdat mensen vroeger niet voor hun geaardheid durfden uit te komen?
‘Ik krijg heel vaak de vraag of er nu meer transgender personen zijn dan vroeger. Ik ga ervan uit dat ze nu niet met meer zijn, maar dat mensen vroeger meer in de kast zaten en daar soms zelfs hun hele leven in bleven zitten of hun leven organiseerden op een manier die maatschappelijk aanvaard was.’
‘Woke is een reactie op de weerstand van de maatschappij tegen een verandering die er onvermijdelijk aankomt’
‘Ik ben zelf homoseksueel en kan getuigen hoe een coming out was in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het was de tijd dat hiv een stigmatiserend taboe was. Toen onlangs het apenpokkenvirus de kop opstak, kwam dat stigma weer naar boven. Ik heb me daar onmiddellijk hevig tegen verzet, want ik wilde geen herhaling van wat zich in de jaren tachtig had voorgedaan.’
‘Ik merk wel een maatschappelijke evolutie. Onlangs kreeg ik studenten over de vloer die me kwamen vertellen dat hun cursussen nog niet volledig LGBTQIA+-vriendelijk waren. Ik volgde hen helemaal, ook al wordt dat dan als woke geclassificeerd. Maar woke is uiteindelijk een reactie op de weerstand van de maatschappij tegen een verandering die er onvermijdelijk aankomt.’
Uw professionele leven schaart zich rond drie domeinen – urologische en genitale aandoeningen, transseksualiteit en geslachtsvariatie. Dat u uw job al decennialang bijzonder graag doet, ligt volgens u vooral aan het feit dat u uw patiënten van begin tot einde kan opvolgen en kan zien wanneer patiënten zich echt geholpen voelen.
‘Ik ben inderdaad bijzonder blij dat ik zelf de vinger aan de pols kan houden bij mijn patiënten. Want op basis van een langdurige observatie van problemen, ontstaat vaak de vraag hoe we ze beter kunnen oplossen.’
‘Er zijn zaken die enorm geëvolueerd zijn. Vroeger wachtten we bij kinderen die werden geboren met een blaas die niet goed bezenuwd was en daardoor niet goed functioneerde tot er zich problemen voordeden en voerden we dan een blaasvergroting uit met een stukje darm. Op een bepaald moment vroegen we ons af of de problemen niet betekenden dat we te laat waren met onze behandeling. We zijn die kinderen toen heel snel, nog voor ze problemen kregen, geneesmiddelen beginnen te geven om hun blaas te ontspannen waardoor hun blaas niet te klein werd. Dat inzicht zorgde ervoor dat bijna geen enkel kind nog een blaasvergroting moet krijgen.’
‘Er circuleren online duizenden advertenties voor penisverlengingen, maar er werkt er geen een’
‘Het verhaal is niet altijd zo zwart-wit. Er is een tijd geweest waarin we pas geboren baby’s met atypische geslachtsorganen zo snel mogelijk opereerden en onomkeerbare ingrepen uitvoerden. Nu wachten we tot de persoon oud genoeg is om zelf te beslissen. Maar door die patiënten langdurig op te volgen hebben we gemerkt dat de patiënten die we vroeg geopereerd hebben daar ook soms heel gelukkig mee zijn.’
‘Soms merken we dat er ten onrechte nog niets veranderd is. Vandaag voeren we reconstructies van penissen bij transmasculiene personen nog altijd op dezelfde manier uit als hoe we dat dertig jaar geleden deden. Maar erectieprotheses gaan maximaal 10 jaar mee en we voeren die operaties nu uit bij twintigjarigen die een levensverwachting hebben van 90 jaar, waardoor die in hun leven meerdere operaties moeten ondergaan. Je kan je afvragen of dit nog wel een goede behandeling is.’
In het boek De Penis vergelijkt u de piemel met een kanarie in de kolenmijn, omdat erectiestoornissen vaak het eerste teken zijn dat er iets mis is met de bloedvaten. De meeste mannen die een hartinfarct krijgen hadden eerder erectieproblemen. En impotentie is een van de eerste symptomen van diabetes. Schreef u het boek omdat mannen zo’n zaken niet weten?
‘Ik heb De Penis geschreven om mannen te laten beseffen dat hun lid een edel orgaan is waar ze heel goed zorg voor moeten dragen. Die informatie krijgen ze meestal wanneer het al te laat is. Door geen diabetes te krijgen, niet obees te worden, veel te bewegen en hun hart en bloedvaten gezond te houden, kunnen ze impotentie vermijden, wat voor veel mannen een zeer confronterende aandoening is.’
‘Politieke partijen van het extreem-rechtse kamp weten mensen naar hun kamp te halen door het anti-LGBTQIA+-verhaal te combineren met een heel goed programma voor sociale zekerheid’
‘Mijn boek is vooral bedoeld voor adolescenten. Niet alleen omdat ze die informatie heel vroeg in hun leven moeten krijgen, maar ook omdat de informatie die ze op internet vinden vaak niet klopt. Wat Google hen het eerst laat zien is niet de beste informatie maar die waar de meeste commerciële inkomsten aan vast zitten, en dat is vaak een heel fout verhaal. Er circuleren online duizenden advertenties voor penisverleningen, maar er werkt er geen een. En ze zijn vooral niet nodig, want it’s not the size of the ship but the motion of the ocean.’
In Gender in de blender vergelijkt u alle elementen van de seksuele identiteit met schuifknoppen op een mengpaneel. De knoppen kunnen aan de uiteinden staan – waarbij iemand 100 procent mannelijk of vrouwelijk is – maar meestal staan ze ergens tussen de twee polen. Iedereen heeft een eigen mix en dus een unieke seksuele identiteit. Aanvaarden dat er een spectrum is en mensen laten zijn wie ze zijn, op voorwaarde dat ze de vrijheid van de andere niet beperken, is volgens u de enige zinvolle weg. Hoever staan we daar nog van af?
‘Ik heb een heel basic idee over de maatschappij. Je kan die verdelen in drie groepen. Een derde is echt mee in het verhaal, voor wie LGBTQIA+ geen hokje zou moeten zijn. Daarnaast is er een derde dat het helemaal niet begrijpt en er uit onbegrip tegen is. En het laatste derde is onverschillig of onbeslist.’
‘Die laatste groep is de gevaarlijkste omdat die de maatschappij in een van de twee richtingen kan laten kantelen. Politieke partijen van het extreem-rechtse kamp weten dat ook. Om die groep naar hun kamp te halen, combineren ze het anti-LGBTQIA+ -verhaal bijvoorbeeld met een heel goed programma voor sociale zekerheid.’
‘Als die groep overstag gaat is het hek van de dam. In de Verenigde Staten vielen de republikeinen eerst de LGBTQIA+-gemeenschap aan. De don’t say gay-wet in Florida was daar een voorbeeld van, net zoals het feit dat er in bibliotheken geen boeken over gender meer mochten staan. Kort daarop volgden abortus en vrouwenrechten.’
‘Ik probeer om die groep met wetenschappelijke argumenten naar de groep te krijgen die LGBTQIA+ aanvaardt, om de maatschappij in de juiste richting te sturen. Sommigen noemen dat wetenschapsactivisme, maar ik doe gewoon datgene waarvan ik voel dat het juist is. Want in essentie kan wie iemand is toch geen probleem zijn voor iemand anders, zolang die niet met de vrijheid van die ander in conflict komt?’
Wie zijn die onverschilligen?
‘Dat is vooral mijn generatie, de babyboomers, en de generatie daarna - de veertigers en de vijftigers zeg maar. Van de jongeren zit de meerderheid in de eerste groep. Al denk ik niet dat het alleen een kwestie van leeftijd is, want er zijn ook ouderen die voor alles open staan en jongeren die tegen de LGBTQIA+-gemeenschap zijn.’
‘De film Close van regisseur Lucas Dhont gaat over de homoseksuele gevoelens die hij als kind al ervaarde en over de maatschappelijke druk die hij ondervond, waardoor hij een vriendschap heeft moeten kapotmaken. Het feit dat hij een jonge dertiger is en dat hij dat ook nog heeft moeten meemaken vind ik heel zorgwekkend.’
Aan het einde van het boek roept u de LGBTQIA+-gemeenschap op om uit de kast te komen. ‘Laat zien dat je een mens bent zoals alle andere mensen. Toon dat je geen gevaar bent voor de maatschappij, maar een verrijking. Toon dat je gelukkig kunt zijn, maar dat het allemaal veel gemakkelijker gaat als de maatschappij die jou omringt je ook aanvaardt als een normaal mens’, schrijf je. Waarom doen ze dat zo weinig?
‘Op 11 oktober was het world coming out day. Op Netflix loopt nu de serie Heartstopper over een middelbare school in de UK, waar zowel een open homoseksuele jongen, een twijfelende biseksuele jongen, als een trans meisje moeilijkheden ervaren. In steden zijn er safe spaces, zoals de Gentse bar Blond, voor mensen die non-binair zijn. Dat we dergelijke zaken in 2022 nog nodig hebben, betekent dat er nog altijd een probleem is. Het betekent dat de maatschappij de LGBTQIA+-gemeenschap nog altijd verplicht om zich te isoleren, om in de kast te blijven zitten.’
Waar wil u zich in de toekomst nog voor inzetten?
‘Ik wil mijn werk omtrent LGBTQIA+ nog verder verfijnen om de taboes daaromtrent volledig weg te werken, omdat ik vind dat we met die thema’s nog lang niet thuis zijn. Mijn onderzoek in het Gents Universiteitsmuseum waarbij we de museumbezoekers vragen om de genderblender te testen, is daar een voorbeeld van. Er is ook daar natuurlijk een bias, want het zijn alleen mensen die musea bezoeken die aan de test deelnemen, maar ik kijk toch uit naar de resultaten daarvan.’
‘Bij de validatie van de vragenlijst had ik het gevoel dat er veel meer biseksualiteit is dan we nu aannemen. Dat was ook voor mij vernieuwend. Of dat ook betekent dat mensen dan ook echt biseksueel actief zijn, is natuurlijk nog iets anders. Het kan ook zijn dat meer mensen dan we denken alleen in hun hoofd een aantrekking ervaren naar mannen en vrouwen toe. Ik ben heel benieuwd wat de test nog meer gaat onthullen.’
Bio
Piet Hoebeke is kinderuroloog en reconstructief uroloog in het UZ Gent, decaan van de faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen aan de UGent. Hij is auteur van De Penis, weetjes en kneepjes voor dagelijks gebruik, Gender in de blender, ontdek jouw seksuele identiteit en De staat van de prostaat. Hij werd dit jaar door de Koninklijke Vlaamse Academie van België en de Jonge Academie bekroond met de Loopbaanprijs Wetenschapscommunicatie.