Alternatief voor pleister bij lui oog

Met deze elektronische bril hoeven kinderen met een lui oog hun goede oog nooit meer af te plakken.

Een van de grootste oorzaken van visuele problemen bij kinderen is amblyopie of een lui oog. Doordat de hersenen vanuit beide ogen verschillende beelden krijgen - bijvoorbeeld doordat de kinderen scheel kijken of het ene oog slechter werkt dan het andere - schakelen ze spontaan een van beide beelden uit om verwarring te voorkomen. Daardoor kan de verbinding tussen het ene oog en de hersenen zich niet goed ontwikkelen en ontstaat een lui oog. Wordt dit niet behandeld voor de leeftijd van 8 jaar – de periode waarin hun hersenen en ogen zich nog ontwikkelen - dan kan het kind in dat oog volledig blind worden.

Om een lui oog te behandelen, moet het kind gedwongen worden dit slechte oog meer te gebruiken. Tot nu toe kon dat alleen door het goede oog maandenlang een aantal uren per dag af te plakken of door pupilverwijdende druppels in het goede oog te brengen, waardoor dit niet kan worden gebruikt voor het kijken van dichtbij. Helaas is dat niet evident. De meeste kinderen vinden de oogpleisters niet leuk om dragen omdat ze er minder door zien. En een kwart van de kinderen heeft schrik van oogdruppels.

Voor het eerst in vijftig jaar komt er een alternatieve behandeling op de markt: een elektronische bril waarvan het glas van het goede oog zo geprogrammeerd is dat het afwisselend helder en ondoorzichtig wordt. Bij een eerste onderzoek werden 33 kinderen van 3 tot 8 jaar getest. De ene helft moest het luie oog twee uur per dag afplakken. De andere helft mocht de elektronische bril dragen waarbij het glas van het goede oog vier uur per dag om de halve minuut omschakelde.

Na drie maanden bleek dat de behandeling even effectief was, maar dat de kinderen er minder last van hadden. Zo wisten ze al snel dat de bril maar tijdelijk ondoorzichtig was, wat ze minder lastig vonden dan de pleisters die hun ogen constant afplakten. Bovendien moesten de meeste kinderen met een lui oog sowieso al een bril dragen om hun gezichtsvermogen te verbeteren, waardoor ze zich niet aan het dragen van een bril moesten aanpassen. (ev)