Net als kanker kan het amyloïde-bèta eiwit zich verplaatsen van andere delen van het lichaam naar de hersenen.
Heel lang werd aangenomen dat de ziekte van Alzheimer – de belangrijkste oorzaak van dementie – ontstond in de hersenen. Maar uit nieuw Brits en Chinees onderzoek blijkt dat het ook kan ontstaan in andere delen van het lichaam.
Om dat te testen, maakten de onderzoekers twee muizen chirurgisch aan elkaar vast. De ene was een normale muis, de andere droeg een gemuteerd menselijk gen dat zorgt voor de productie van grote hoeveelheden van het amyloïde-bèta eiwit. Bij mensen met de ziekte van Alzheimer zorgt dit eiwit ervoor dat zich uiteindelijk plaques vormen die de hersencellen verstikken.
"Dat het amyloïde-bèta eiwit ook in de rest van ons lichaam geproduceerd wordt, was al langer gekend. Dat het ook kan bijdragen tot het ontstaan van alzheimer niet"
Normale muizen die een jaar lang aan een genetisch gemodificeerde partner vast zaten, ontwikkelden de ziekte van Alzheimer. Volgens de onderzoekers verplaatste het amyloïde-bèta eiwit zich van de genetisch gemodificeerde muis naar de hersenen van de normale muis, waar het zich ophoopte en schade veroorzaakte. Naast plaques was er ook sprake van andere tekenen van alzheimer, zoals de typische kluwens, celdegeneratie, ontstekingen en kleine bloedingen. Zelfs het versturen van elektrische signalen, wat nodig is om te leren en te onthouden, was aangetast.
Volgens de onderzoekers verzwakt de bloedhersenbarrière naarmate we ouder worden. Daardoor kan het amyloïde-bèta eiwit dat gevormd wordt in onze bloedplaatjes, bloedvaten en spieren, de hersenen binnendringen. Daar voegt het eiwit zich bij wat de hersenen zelf al geproduceerd hebben en zal het de achteruitgang nog versnellen. Dat het amyloïde-bèta eiwit ook in de rest van ons lichaam geproduceerd wordt, was al langer gekend. Dat het ook kan bijdragen tot het ontstaan van alzheimer niet.
De onderzoekers hopen nu een geneesmiddel te ontwikkelen dat zich kan binden aan het amyloïde-bèta eiwit doorheen ons lichaam. Daardoor kan het worden opgeruimd door onze lever en nieren voor het in de hersenen terechtkomt. Dat zou meteen voorkomen dat we geneesmiddelen moeten gebruiken die inwerken op de hersenen, wat een moeilijk en gevoelig doelwit is.