Beroerteonderzoek is een fascinerend wetenschappelijk terrein, waarin we complexe puzzelstukjes van de hersenen ontrafelen om effectieve behandelingen te ontwikkelen. Lees verder en ontdek waarom het IGF-2-project en ik relevant zijn tussen alle andere beroerteonderzoek.
Laten we even stilstaan bij de realiteit van wetenschappelijk onderzoek. Het pad van laboratoriumontdekking naar klinische toepassing is vol hindernissen en onzekerheden. De twijfels ontstaan door de onvoorspelbaarheid van het onderzoeksproces. Veelbelovende producten kunnen nu eenmaal anders reageren in het menselijk lichaam dan verwacht. Onvoldoende begrip van de complexiteit van beroertes zorgt er ook voor dat we soms producten voor therapie kiezen die minder goed werken dan we hadden gehoopt.
De complexiteit kunnen preklinische modellen onmogelijk volledig weerspiegelen. Experimenten op jonge, gezonde mannelijke dieren weerspiegelen niet de realiteit van beroertepatiënten. Verder onderzoek bij vrouwelijke dieren, oudere dieren en dieren met bijkomende aandoeningen zoals hoge bloeddruk of diabetes is essentieel. Helaas blijven zulke studies vaak achterwege. Kan mijn onderzoek werkelijk een verschil maken?
Onvolledig herstel
Beroertes zijn een ernstige gezondheidszorgkwestie in België. Jaarlijks zijn er 15.000 tot 20.000 nieuwe gevallen, waarvan ongeveer 9300 sterfgevallen. Dat betekent dat er vandaag 54 mensen een beroerte krijgen. Een op vier mensen zal tijdens zijn leven getroffen worden door een beroerte. Bovendien is een beroerte niet langer een ziekte die alleen bij ouderen voorkomt: ze treft eender wie. Jaarlijks bedragen de gezondheidskosten voor beroertes in België bijna vierhonderd miljoen euro. We verwachten dat het aantal beroertes en het aantal mensen dat eraan sterft in de komende jaren verder zal toenemen, met grote sociale en economische gevolgen.
Een beroerte behandelen gebeurt tegenwoordig met een combinatie van medicatie, revalidatietherapieën en levensstijlinterventies. Bij een beroerte is snelle medische aandacht cruciaal om schade te minimaliseren. Elke minuut telt, want met elke minuut gaan miljoenen hersencellen verloren. Hoe minder schade aan de hersenen hoe beter de vooruitzichten voor de patiënt. Voor het herstellen van de bloedstroom naar de hersenen gebruiken we een medicijn dat bloedklonters oplost. In sommige gevallen kan de klonter in de hersenen chirurgisch verwijderd worden.
Hoewel die methoden werken, hebben ze belangrijke beperkingen. Zo moeten ze binnen zes tot acht uur na het begin van de beroerte worden toegepast om effect te hebben. Veel patiënten komen dus te laat aan in het ziekenhuis om te kunnen profiteren van deze therapieën. De bestaande behandelingen werken ook niet altijd even goed. Zo ervaren vele patiënten, zelfs degene die op tijd behandeld zijn, onvolledig herstel na een beroerte. Ze hebben langdurige problemen zoals zwakte en verlamming, gevoelloosheid, geheugenverlies, concentratieproblemen, en spraak- en taalproblemen. Dat is niet alleen een medisch probleem, het heeft vergaande gevolgen voor de levenskwaliteit, mobiliteit en zelfstandigheid van beroertepatiënten. Daarnaast concentreren bestaande behandelingen zich vooral op het verminderen van de hersenschade, maar zijn ze minder gericht op het herstel van deze schade.
Daarom is vernieuwend onderzoek dat ongekende wegen inslaat, heel belangrijk. Nochtans krijgt beroerteonderzoek in vergelijking met hart-en vaatziekten en kanker, over de hele wereld weinig geld toegeschoven.
IGF-2 in het grote geheel – een sprankje hoop
Het is gemakkelijk om te twijfelen aan de relevantie van je eigen project. Mijn onderzoek richt zich op IGF-2, insulineachtige groeifactor 2, als mogelijke therapie voor beroertes. IGF-2 is een eiwit dat van nature voorkomt in ons lichaam. Het wordt geproduceerd in verschillende weefsels, waaronder de lever, spieren en hersenen. IGF-2 speelt een belangrijke rol bij verschillende processen in het lichaam, zoals bij de groei, ontwikkeling en overleving van (hersen)cellen.
Wellicht vraag je je af: "Waarom IGF-2, te midden van al die andere producten?" Wat mijn aandacht trok, zijn de ontstekingsremmende eigenschappen van IGF-2. Na een beroerte ontstaat er een ernstige ontsteking in de hersenen, die de schade verergert. IGF-2 zou deze ontsteking kunnen temmen en daarmee de schade na een beroerte beperken. Daarnaast wekt IGF-2 mijn interesse omdat het neurogenese en angiogenese, het vormen van nieuwe hersencellen en bloedvaten, stimuleert.
Waarom is dit cruciaal? Na een beroerte is er schade aan het hersenweefsel. Stamcellen stimuleren om nieuwe hersencellen en bloedvaten te vormen, is een manier om schade na een beroerte te herstellen, in plaats van ze alleen maar te verminderen. Langdurige problemen van beroertepatiënten verminderen en dat heeft een positief effect op hun levenskwaliteit.
Soms lijkt mijn onderzoek maar een druppel in de oceaan van wereldwijd onderzoek. Maar in plaats van te focussen op de ontmoedigende statistieken van klinische mislukkingen, kijk ik hoopvol naar IGF-2. Nu ben ik bezig met preklinische experimenten op cellen en proefdieren. Of IGF-2 het uiteindelijk schopt tot in de kliniek? Geen idee! Maar terwijl ik mijn weg baan, herinner ik mezelf eraan dat elke ontdekking, elk puzzelstukje ons dichterbij brengt. Het is een proces van vallen en opstaan. De overgang van laboratorium naar kliniek is een collectieve strijd, geen persoonlijke nederlaag. Het betekent niet dat mijn werk niet waardevol is.
Mijn boodschap voor iedereen: blijf nieuwsgierig, blijf doorzetten, en wees trots op jouw bijdrage aan de wetenschap. Want zelfs in de schijnbaar kleine stappen ligt de belofte van grotere doorbraken voor de toekomst.