De Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse variant van het Sars-CoV-2-virus beschikken over een mutatie die het voor ons immuunsysteem lastiger maakt om het virus te neutraliseren. Nu duiken ook gevallen van de besmettelijkere Britse variant met dezelfde mutatie op. ‘Dit is een aanwinst voor het virus.’
Die Zuid-Afrikaanse variant van het coronavirus beschikt over negen mutaties in het stekeleiwit waarmee het virus onze cellen binnendringt. Eén daarvan, E484K, lijkt een cruciale rol te spelen bij het verschalken van onze afweer. Uit labtesten bleek al dat zowel antilichamen van ex-Covid-19-patiënten als van gevaccineerden minder grip krijgen op het virus met de E484K mutatie, die ook bij de Braziliaanse variant voorkomt.
Nu zijn in het Verenigd Koninkrijk ook elf gevallen bekend waarbij de Britse B.1.1.7 variant over de E484K mutatie beschikt. De Britse variant, die volgens de recentste schattingen tot vijftig procent besmettelijker is, heeft er daarmee een wapen bij. Britse wetenschappers meldden al dat er meer antilichamen nodig zijn om de ‘nieuwe’ Britse variant te neutraliseren, nadat ze in het lab een kunstmatige B.1.1.7 variant van de E484K mutatie hadden voorzien.
In ons land zijn tot dusver nog geen gevallen van B.1.1.7 met de E484K mutatie gesignaleerd. ‘Maar het lijkt een kwestie van tijd voor dat wel gebeurt’, zegt infectioloog Steven Callens (UZGent).
Ook immunoloog Geert Leroux-Roels (UZGent) gaat ervan uit dat de mutant vroeg of laat opduikt. ‘Via import, of omdat de mutatie ook hier spontaan optreedt’, zegt Leroux-Roels. Een rapport van de Britse overheid vermeldt dat de E484K mutatie vermoedelijk verschillende keren is ontstaan. ‘Een gevolg van een volledig willekeurig proces’, verduidelijkt Leroux-Roels. ‘Maar mutaties zoals E484K die het virus een voordeel opleveren, worden bevoordeeld en zullen beetje bij beetje aan ‘populariteit’ winnen.’
Hoe problematisch is dit? ‘Dit is toch een aanwinst voor het virus’, zegt Leroux-Roels. ‘De mutatie bevindt zich in het deel van het stekeleiwit dat het meest kritisch is voor het binnendringen van onze cellen. Dit kan ertoe leiden dat de Britse variant, die tot dusver vrij goed werd herkend door onze antistoffen, nu ook wat minder goed herkend wordt.’
Groepsimmuniteit
De recente resultaten van de klinische studies met de vaccins van Johnson & Johnson en Novavax zijn een teken aan de wand. Het vaccin van Johnson & Johnson bleek gemiddeld 66 procent doeltreffend, maar de bescherming verschilt naargelang de regio. In de Verenigde Staten bedroeg de doeltreffendheid 72 procent, in Zuid-Afrika en Latijns-Amerika respectievelijk 57 en 66 procent. Novavax haalde bijna 90 procent in het Verenigd Koninkrijk en 60 procent in een kleinere studie in Zuid-Afrika. 'Dat wijst erop dat de Zuid-Afrikaanse variant minder goed wordt herkend dan de oorspronkelijke variant uit Wuhan of de Britse variant', zegt Leroux-Roels.
Dat betekent niet dat de huidige vaccins geen bescherming meer bieden. Maar het is op zijn zachtst gezegd geen positieve evolutie. ‘De vaccins moeten nog niet meteen worden aangepast', zegt Callens. 'Al zal dat op termijn wellicht wel nodig zijn.’
De recente gebeurtenissen hebben volgens Callens wel implicaties voor onze vaccinatiecampagne. ‘Er was lange tijd sprake van een vaccinatiegraad van zeventig procent die nodig zou zijn om groepsimmuniteit te bereiken. Maar dat cijfer hangt af van de besmettelijkheid van het virus én de doeltreffendheid van de vaccins. Een besmettelijker virus, in combinatie met vaccins die mogelijk minder goed beschermen tegen bepaalde varianten, betekent dat het benodigde percentage gevaccineerden voor groepsimmuniteit verhoogt. Dat maakt het nog belangrijker om zo snel mogelijk, zoveel mogelijk mensen te vaccineren.’