Chronisch zieken bewegen te weinig

Nederlands onderzoek toont aan dat chronisch zieken meestal minder dan een half uur per dag sporten. Nochtans kunnen ze flink veel baat hebben bij lichaamsbeweging.

Patiënten met chronische aandoeningen moeten vaak hun leven lang medicatie innemen. De enige andere manier waarop ze hun symptomen binnen de perken kunnen houden, is door fysieke activiteit. Toch blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat mensen na een diagnose van een chronische ziekte meestal juist minder gaan bewegen.

Manon Dontje (UMCG) onderzocht daarvoor vier soorten chronisch zieken: patiënten met een hartafwijking, mensen met artritis, parkinsonlijders en patiënten die een niertransplantatie achter de rug hebben. Van de 116 personen met een aangeboren hartafwijking, bleek maar 17 procent de aanbevolen 30 minuten beweging per dag te halen. Maar ook de meerderheid van de nierpatiënten, die na hun behandeling in principe elke fysieke activiteit kunnen blijven uitoefenen, haalde die beweegdrempel niet.

Volgens de onderzoekster is het dus niet de aard van de aandoening die bepaalt of een patiënt veel beweegt, maar wel externe factoren zoals BMI en opleidingsniveau. Zorgverleners zouden, zo luidt het, personen met chronische ziekten meer moeten aanzetten tot fysieke activiteiten. (adw)