In coronatijd is alles anders, ook de plaats die wetenschap opneemt in het dagelijkse leven. Liesbeth Aerts, wetenschapsvoorlichter aan VIB en KU Leuven, hoopt dat ook hier wat van zal blijven hangen in het post-corona tijdperk.
De aandacht voor wetenschap de afgelopen weken is werkelijk ongezien. Nog nooit waren zoveel professoren aanwezig in het nieuws. Bijna elke dag schuift er wel eentje aan in het journaal. Ook de kranten staan bol van de quotes van de ene of andere expert. Afvlakkende curves en grafieken in logaritmische schaal worden duchtig gedeeld op sociale media.
Vroeg je een jaar geleden lukraak aan mensen om vijf Belgische wetenschappers op te noemen zouden velen je het antwoord schuldig blijven. Vandaag zijn verschillende virologen letterlijk en figuurlijk household names. Griep en corona-commissaris Marc Van Ranst krijgt stillaan een sterrenstatus toegemeten, met alles wat daarbij komt kijken: relletjes op sociale media tussen lovers en haters, een parodie-hit als ode op YouTube, ja zelfs integrale artikels gewijd aan het kleurenpallet van zijn intussen befaamde truien.
Hoe is het zo ver kunnen komen? Simpel, het covid-19 virus heeft ons allemaal persoonlijk bij de zaak betrokken. Zelfs wie bespaard bleef van symptomen – bij zichzelf of iemand in de omgeving – moest zijn of haar leven herorganiseren als gevolg van de maatregelen die onze maatschappij op korte tijd hebben omgegooid.
In die onzekere tijden vallen we terug op de expert. Maar niet omdat we plots allemaal willen weten hoe coronavirussen hun genetisch materiaal verspreiden of hoeveel uit hoeveel parameters wiskundige verspreidingsmodellen zijn opgebouwd, hoewel er voor dat soort vragen zeker een niche publiek bestaat. Er is eigenlijk maar één vraag die ons begeestert: wanneer komt die piek, en nu die stillaan in zicht is, wanneer wordt ons leven terug normaal?
We kijken naar de expert als houvast. Hij of zij brengt een zekere rust, in alle onzekerheid. Ook al kunnen zij in deze crisis met een nieuw en ongekend virus veeleer duiden dan verklaren, en eerder nuanceren dan definiëren. Het lijkt misschien contradictorisch bij het stereotype beeld van wetenschappers als wandelende vaten vol kennis, maar hun echte expertise zit eigenlijk net in het omgaan met het onbekende: een complex probleem analyseren en de juiste vragen stellen. En laat het nu net complexe waarheden zijn die nogal moeilijk te vatten zijn in onze snelle nieuwscyclus.
Zelden was er zoveel bandbreedte voor een doorbraak die nog komen moet
Met een ongekend virus zo vooraan op de globale agenda volgt iedereen plots het wetenschappelijke proces van op de eerste rij. Ook rond communicatie brengt dat heel wat uitdagingen met zich mee. Hoe kunnen we er bijvoorbeeld voor zorgen dat voorzichtige resultaten snel gedeeld worden, zonder dat daar overhaaste beleidsconclusies uit volgen? De fel gecontesteerde studie rond het effect van hydroxychloroquine bij covid-19 patiënten moet waarschijnlijk de eerste wetenschappelijke studie in de geschiedenis zijn die nog voor de peer-review een presidentiële tweet haalde.
Ook de ontwikkeling van een nieuw vaccin zullen we quasi live kunnen volgen; niet alleen de vooruitgang, maar ook de onvermijdelijke struikelblokken. Zelden was er zoveel bandbreedte voor een doorbraak die nog komen moet.Wat een kans om het te hebben over alles wat bij onderzoek komt kijken, lang voor er resultaten zijn. Over de uitdaging rond financiering, competitie of publicatiedruk, maar ook over passie, nieuwsgierigheid en globale samenwerking.
Hopelijk komt er door de coronacrisis ook op langere termijn meer ruimte voor nuance, risico en onzekerheid in het (wetenschaps)nieuws. Dat de input van experten, niet alleen achter, maar ook voor de schermen van grote waarde kan zijn, dat hebben tal van virologen en epidemiologen de afgelopen weken bewezen.