De pijnreacties van labomuizen worden vaak niet opgemerkt, omdat ze te snel gaan voor het menselijk oog.
De laboratoriummuis is het werkpaard van de farmaceutische industrie. Het dier wordt gebruikt om een hele reeks producten te testen, van kankermedicijnen over vaccins tot dieetsupplementen.
Ook pijnstillers worden op muizen uitgetest. Dat gebeurt vaak met een zogenaamde speldenprik-test. Een muis krijgt een nieuwe pijnstiller toegediend en wordt daarna met een speld in haar poot geprikt. Als het dier een pijnreactie vertoont, zoals opspringen of piepen, dan werkt de pijnstiller niet goed. Blijft de muis daarentegen rustig zitten, dan is de pijnstiller doeltreffend.
Deze experimenten zijn echter niet bijzonder betrouwbaar, omdat de pijnreacties van muizen vaak te snel gaan voor het menselijk oog. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Amerikaanse onderzoeker Nathan Fried.
Pijn in slow motion
Fried en zijn medewerkers filmden een aantal speldenprik-experimenten met een speciale slowmotioncamera. Daarna bekeken ze de filmbeelden twee keer, één keer op de normale snelheid en één keer 40 maal vertraagd.
Wanneer de film op de normale snelheid werd afgespeeld was er geen duidelijke pijnreactie te zien. De muis tilde haar poot even op, maar dat doen muizen ook wanneer hun poot wordt aangeraakt met een penseel of een wattenstaafje. De speldenprik leek dus even pijnloos als een streling met een penseel.
Maar toen de film vertraagd afgespeeld werd, bleek dat de muis toch pijnreacties vertoonde: ze sprong in de lucht, kneep haar ogen samen en schudde haar poot heen en weer. Elk van deze reacties duurde minder dan één tiende van een seconde.
Efficiënter onderzoek
Een klassiek speldenprik-experiment, zonder slowmotioncamera, kan dus onbetrouwbare resultaten opleveren. Nathan Fried: ‘Het is tijd voor bezinning. Pijnonderzoekers moeten zich de vraag stellen: zie ik wel wat ik denk dat ik zie?’
Fried hoopt dat zo veel mogelijk onderzoekers een slowmotioncamera in gebruik zullen nemen: ‘Met deze technologie kunnen we nauwkeuriger vaststellen of een muis pijn heeft. Het onderzoek naar nieuwe pijnstillers zal daardoor efficiënter verlopen.’
En dat is dringend nodig, want momenteel wordt slechts een fractie van de experimentele pijnstillers uiteindelijk goedgekeurd voor menselijk gebruik.