Een van de meest bekende en meest voorkomende melkzuurbacteriën in de vagina is Lactobacillus crispatus. Wat doet die bacterie eigenlijk in je vagina? Onderzoeker Sarah Ahannach legt het uit.
Onze moeders geven ons heel wat mee, en dit begint al vroeg in ons leven. Zo krijgen baby’s tijdens een natuurlijke bevalling miljarden vaginale micro-organismen van hun moeder mee in hun mond, hun neus en op hun huid. Dit zorgt vaak voor een sterke start in deze nieuwe wereld. Wanneer de moeder ook nog eens een vagina vol lactobacillen heeft, is dit dubbel goed nieuws.
Lactobacillen of melkzuurbacteriën zijn een verzameling van bacteriën die staafvormig zijn en melkzuur (lactaat) produceren. We vinden lactobacillen in onze mond, onze neus, op onze huid, in onze dikke darm, in onze vagina maar ook in een potje yoghurt.
Een van de meest bekende en meest voorkomende melkzuurbacteriën in de vagina is Lactobacillus crispatus. Deze bacterie wordt vaak geassocieerd met een gezonde vagina omdat ze veel melkzuur produceert en zo voor een lagere zuurtegraad zorgt.
Op die manier beschermt ze onze vagina tegen infecties of ziekmakende bacteriën zoals Gardnerella vaginalis in bacteriële vaginose, Staphylococcus aureus in Toxic Shock Syndrome of tamponziekte, Escherichia coli in blaasontstekingen; en schimmels zoals Candida albicans in vulvovaginale candidiasis. Naast deze antimicrobiële werking kan Lactobacillus crispatus ook andere moleculen maken die werken als natuurlijke antibiotica of ontstekingsremmers tegen vaginale lasten zoals pijn of jeuk. Ten slotte helpen ze om vaginale epitheelcellen in goede conditie te houden. Deze epitheelcellen dienen als een beschermende barrière, vergelijkbaar met onze huid, en zijn enorm belangrijk om vreemde stoffen buiten ons lichaam te houden.
Menstruatiecup
Nu we weten dat lactobacillen zo belangrijk zijn, luidt de vraag of de vagina in vergelijking met vroeger nog over voldoende lactobacillen beschikt. We consumeren vandaag immers meer industrieel voedsel met minder nuttige bacteriën, gebruiken verschillende zepen die niet zo microbioomvriendelijk zijn, en nemen veel antibiotica in. Daarom hebben we in het lab van prof. Sarah Lebeer aan de Universiteit Antwerpen het grootschalige burgerwetenschapsproject Isala opgezet.
Uit de eerste Isala-resultaten bleek dat bij maar liefst 1.398 vrouwen of ongeveer 43,2 procent van alle deelneemsters Lactobacillus crispatus dominant aanwezig is in hun vagina. Verder vonden we dat hogere aantallen gelinkt zijn aan bepaalde levensstijlfactoren zoals hogere oestrogeengehaltes en gebruik van de menstruele cup. We zagen ook dat lagere aantallen gelinkt zijn aan het hebben van kinderen, gebruik van maandverband en inname van suikerrijke dranken. Ten slotte vonden we Lactobacillus crispatus niet alleen terug in de vagina, maar ook op de huid rond de borst en die van de liesstreek. Momenteel voeren we met Isala verder onderzoek naar elk van deze factoren alsook diepgaand onderzoek naar alle geheimen van Lactobacillus crispatus om nieuwe biotherapieën te ontwikkelen.
Wil je meer weten of deelnemen aan burgerwetenschapsproject Isala? Kijk op isala.be