Nieuwe techniek zet het lichaam ertoe aan zelf specifieke antilichamen aan te maken.
Ons lichaam heeft verschillende verdedigingsmechanismen om indringers van buitenaf uit te schakelen. Antilichamen bijvoorbeeld beschermen ons tegen vreemde stoffen die ons lichaam binnendringen, zoals virussen en bacteriën.
Sinds enkele jaren worden antilichamen ook in laboratoria ontwikkeld, vooral voor de behandeling van kanker en inflammatoire aandoeningen. Het grootste nadeel daarvan is dat de productie een ingewikkeld en duur proces is, waardoor geneesmiddelen tot honderdduizenden euro’s per jaar kunnen kosten.
Prof. Kevin Hollevoet en prof. Paul Declerck van de KU Leuven vonden een alternatief dat de prijs van antilichaamtherapie fors kan doen dalen en de dure therapie makkelijker toegankelijk kan maken voor meer patiënten. Ze ontwikkelden een manier om het lichaam ertoe aan te zetten zelf specifieke antilichamen te produceren.
Injectie van DNA-streng in plasmide
Het werkt als volgt. Elk antilichaam heeft een unieke DNA-code met bouwstenen en instructies. Om die informatie in het lichaam te krijgen, stoppen de onderzoekers de code in een plasmide, een cirkelvormige DNA-streng, die ze in een spier injecteren. Door de spier vervolgens enkele kleine elektrische schokjes te geven, kunnen de spiercellen het DNA opnemen en de instructies uit de code gebruiken om de gewenste antilichamen te produceren en ze de bloedbaan in te sturen. Daar kunnen ze hun therapeutische werking uitoefenen.
Na succesvolle studies bij muizen, bleek de methode ook te werken bij schapen die qua gewicht, spiermassa en bloedvolume meer weg hebben van mensen. Uit die studies bleek dat de cellen voldoende antilichamen hadden geproduceerd om als geneesmiddel te werken en dat ze tot bijna een jaar na de injectie meetbaar bleven. Rest nog de techniek verbeteren en de stap zetten naar patiënten.
De therapie zal wellicht kunnen gebruikt worden bij kanker, infectieziekten zoals hiv en griep, en neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer.