Neuroloog Steven Laureys van de Université de Liège, specialist in de behandeling van coma, verzamelde bij zijn patiënten genoeg bijna-doodervaringen om uitgebreid wetenschappelijk onderzoek te voeren. Zijn 'geluksboodschap' ging de wereld rond.
'Als er al bewijs is voor een leven na de dood, dan zijn het de donororganen die in een volgend lichaam verder leven', aldus Laureys. 'Maar daar gaat het me niet om.' De neuroloog gelooft dan wel niet in het hiernamaals, hij is er wél van overtuigd dat de dood vredig en verzoenend is, nadat tijdens de coma de pijn en het lijden zijn verdwenen. 'Het voelt blijkbaar best fijn om dood te gaan.'
Zo'n tweehonderd bijna-doodervaringen verzamelde Laureys bij mensen die in coma waren geraakt. Ze hadden een hartaanval gekregen, waren bijna verdronken in zee, liepen een ernstig hoofdletsel op bij een auto-ongeluk of waren het slachtoffer van bruut geweld. 'De levensverwachtingen verschillen naar gelang van het soort coma. Ze is het laagst voor patiënten die in coma komen door zuurstoftekort na een hartstilstand, en het hoogst voor patiënten van een trauma of bloeding.'
Van patiënten die ontwaken uit hun coma neemt een aantal de herinnering aan die ervaring mee. 'Heel wat patiënten vertelden over prachtige ervaringen. Maar ik weet uit hersenscans hoe afwijkend de breinactiviteit is tijdens zo'n hartstilstand, hartbloeding of trauma. Ik vond het zelfs vreemd dat hun belevingen soms zo rijk zijn. Daarom besloot ik de bijna-doodervaringen wetenschappelijk te onderzoeken.'
Laureys levert nu in het vakblad Frontiers in Human Neuroscience een wiskundig bewijs dat doodgaan bijna altijd prettig aanvoelt. Sterker nog: al gaan mensen met doodsangst door het leven, het ogenblik waarop Magere Hein zich laat zien, is misschien wel het prettigste moment van heel het leven.
Laureys analyseerde de ervaringen naar de objectieve maatstaven van Bruce Greyson, een Amerikaanse psychiater die tijdens zijn carrière bijna-doodervaringen ernstig onderzocht, maar weinig hulp kreeg van medici. Hij bevestigde dat een welhaast hemelse sensatie van harmonie, vrede en verzoening het hoofdkenmerk is van alle doodervaringen. Ook ervaren veel patiënten het uittreden uit hun eigen lichaam, en voelen ze een grote relativering van tijdsdruk en dringende zaken. Anderzijds bleken de flashback naar het volledige leven en de vooruitblik naar de toekomst verzinsels van Hollywood: ze kwamen in werkelijkheid nauwelijks voor. Ook de dreigementen van 'hel en verdoemenis', waar predikers ongelovige zielen voor waarschuwen, zijn losse verzinsels. 'Een negatieve bijna-doodervaring is heel zeldzaam', aldus Laureys.
Fysiologie
De grootste verrassing is dat er geen verschil is tussen de ervaringen van patiënten die door verschillende oorzaken in coma waren beland. Als bijna-doodervaringen bijverschijnselen zouden zijn van het geleidelijk ontbinden en afsterven van het brein, dan zou je ook verschillende ervaringen verwachten bij verschillende doodsoorzaken. De dood zag er bij een comapatiënt die na een hartstilstand een tijd geen zuurstof kreeg en een patiënt die een hersenschudding had gehad nagenoeg hetzelfde uit. De meest gangbare verklaringen voor de bijna-doodervaring – zuurstoftekort in de hersenen en het vrijkomen van endorfinen door ontbindingsprocessen – zijn daar moeilijk mee te verzoenen.
'We willen nu de hersenen scannen van hartpatiënten met een bijna-doodervaring die net uit hun coma zijn ontwaakt. Zo gaan we op zoek naar kleine littekentjes die weerspiegelen wat er precies in de hersenen is gebeurd. We hopen daarmee ook een beter inzicht te krijgen in welk netwerk van de hersenen bewustzijn opwekt. Wat we wel al weten, is dat je voor je bewustzijn niet je volledige hersenen nodig hebt.'
De onderzoekers willen de littekentjes vergelijken met scans van gezonde hersenen, breinen in een vegetatieve toestand (een toestand waarin het brein wel de hartslag, ademhaling en lichaamstemperatuur regelt, maar niet echt wakker is), en hersenen in een alerte toestand zonder bewustzijn (een toestand waarin de ogen dus wel geopend zijn, maar er geen contact met de patiënt is).
Mogelijk is de zogeheten rechter gyrus angularis daarbij betrokken, een kronkeling in de cortex aan de rand van de achterhoofdskwab. Bij een 43-jarige epilepsiepatiënt, die overigens niet in kritieke toestand verkeerde, is ontdekt dat elektrische prikkeling van dat gebied de ervaring opwekt dat de patiënt boven het bed zweeft. Hoogstwaarschijnlijk schatte het brein van de patiënt de positie van het lichaam in de ruimte verkeerd in. In de gyrus angularis komt informatie samen van het oog, de tastzintuigen en het evenwichtsorgaan. Als die informatie niet consistent is – bijvoorbeeld door een trauma of zuurstoftekort – kunnen de hersenen het lichaam verkeerd positioneren.
Doodsangst
De psychische gevolgen van een bijna-doodervaring zijn voor de patiënten bijna altijd radicaal, waarschijnlijk doordat ze hun doodsangst kwijtspelen. Doodsangst lijkt immers een aangeboren en irrationele drijfveer te zijn die het leven van mensen volkomen beheerst, zoals de pessimistische filosoof Arthur Schopenhauer tweehonderd jaar geleden al betoogde. Mensen die een bijna-doodervaring achter de rug hebben, blijken een compleet nieuw leven op te bouwen. De herinnering aan de prettige, gelukzalige en bevrijdende ervaring is vaak zo sterk, dat ze de doodsangst naar de achtergrond verwijst. Bij vier op de vijf mensen die een bijna-doodervaring hebben gehad, leidt hun verandering in levenswijze uiteindelijk zelfs tot een scheiding met hun partner. Overigens heeft maar een op de vijf mensen die uit een coma ontwaken een bijna-doodervaring gehad, of kunnen ze zich die nadien nog herinneren. Hoeveel mensen een gelukservaring hebben voordat ze sterven, is niet bekend.