Eos Blogs

Een bezoek bij de oogarts kan Parkinson helpen opsporen

Stel je voor: een bezoek bij de oogarts en je weet of je de ziekte van Parkinson zal krijgen of niet. Ook al is het nu nog toekomstmuziek, toch zijn wetenschappers zoals ik volop bezig om hier werkelijkheid van te maken. Hoe kan het oog ons iets meer vertellen over een hersenziekte?

Beeld: Ksenia Chernaya via Pexels

Neurologische aandoeningen zoals Parkinson treffen meer dan een op drie mensen en zijn sinds 2024 de voornaamste oorzaak van ziekte en invaliditeit wereldwijd. Door de toenemende levensverwachting en vergrijzing van de bevolking zijn er steeds meer mensen met neurologische ouderdomsziektes. Ondanks de hoge socio-economische impact van deze ziektes op de volksgezondheid, bestaan er geen goede diagnose en behandeling.

De diagnose van Parkinson gebeurt met een neurologisch onderzoek naar de typische motorische symptomen. Om andere ziektes uit te sluiten, komt er soms een DaT-hersenscan bij, die het verlies van dopamine-producerende cellen detecteert. Tot nu toe bestaat er geen definitieve bloedtest of scan waarmee we de diagnose van Parkinson met zekerheid kunnen stellen. Bovendien overlapt het ziektebeeld met verschillende andere neurologische ziektes zoals Lewy body dementie, wat de diagnose moeilijk maakt. 

Vaak zijn de ziekteprocessen al tien tot zelfs twintig jaar bezig voordat de eerste symptomen van Parkinson optreden en we de diagnose kunnen stellen. Tot zeventig procent van de dopamine-producerende zenuwcellen in de substantia nigra, de meest getroffen hersenregio, zijn dan al gestorven. De behandeling komt dus vaak te laat en is dan niet meer effectief. Voorlopig is Parkinson niet te genezen. Er zijn alleen medicijnen op de markt om de symptomen te onderdrukken en de levenskwaliteit te verbeteren. Deze vullen het tekort aan dopamine aan, maar ze werken niet bij iedereen en verliezen mettertijd hun effect. 

Het oog als venster naar onze hersenen

Bij Parkinson denken we aan de typische trillende handen, voorovergebogen houding en het schuifelende voeten. Daarnaast hebben parkinsonpatiënten slaapstoornissen, constipatie of diarree, reukverlies, of zelfs verminderd gezichtsvermogen. Meer dan tachtig procent van de Parkinsonpatiënten heeft problemen met het zicht en deze problemen treden vaak vóór de motorische symptomen op. Ook op weefselniveau vinden we zowel in de hersenen als in het oog specifieke kenmerken: opeenstapelingen van het eiwit alfa-synucleïne, verlies van dopamine-producerende zenuwcellen, en ontsteking. 

De ontdekking van ziektespecifieke stoffen in het traanvocht van Alzheimerpatiënten zorgde recent voor een sprankeltje hoop

Het netvlies, de laag zenuwcellen achterin het oog, is net zoals de hersenen deel van het centraal zenuwstelsel. Beide vertonen zowel structurele als functionele gelijkenissen. Het oog is overigens veel toegankelijker dan de hersenen, omdat het niet omgeven is door de schedel. Hierdoor kunnen we hoge-resolutie-scans nemen van het oog op een niet-invasieve wijze, zonder schade te veroorzaken. Anderzijds laat dit ons toe om makkelijker stalen af te nemen bij patiënten. Onderzoek op de hersenen wordt traditioneel op overleden patiënten gedaan, maar dat geeft natuurlijk geen volledig beeld van het ziekteverloop, enkel een indicatie van het eindstadium. De ogen zijn dus ideaal voor het bestuderen, opsporen en misschien zelfs genezen van Parkinson.

In de afgelopen jaren onderzochten wetenschappers volop of we Parkinson via het oog kunnen detecteren. Dan zouden we de diagnose niet alleen vroeger kunnen stellen, maar zou deze ook goedkoper, makkelijker en minder invasief zijn. Daardoor zouden we ook de behandeling veel vroeger kunnen opstarten. Maar dat de veranderingen in de ogen van Parkinsonpatiënten overlappen met die van Alzheimer, glaucoom en zelfs lijken op die van gezonde oudere mensen, heeft tot gevolg dat we dit nog niet kunnen. Toch zorgde de ontdekking van ziektespecifieke stoffen in het traanvocht van Alzheimerpatiënten recent voor een sprankeltje hoop. 

In de onderzoeksgroep Cellulaire Communicatie en Neurodegeneratie (KU Leuven) willen wij de ziekte van Parkinson en Alzheimer beter begrijpen. Daarom bestuderen we de ogen van varkens, muizen, en zelfs killivissen. In mijn eigen doctoraatsonderzoek lok ik een ontstekingsreactie uit in muizen om Parkinsonkenmerken te veroorzaken in de hersenen en de ogen. Dan neem ik met optische coherentietomografie een oogscan die mij in vijf minuten vertelt of er ontsteking en zenuwceldood in het oog zijn. Daarnaast onderzoek ik of de zenuwcellen van het netvlies nog goed functioneren met een elektroretinogram, dat de elektrische activiteit toont. In dit muizenmodel bestudeer ik vervolgens het onstekingsproces in Parkinson om uiteindelijk nieuwe doelwitten te vinden voor diagnose en therapie. 

Een vloek of een zegen

Een oogscreening op bevolkingsniveau zou de ideale manier zijn om op brede schaal de ziekte van Parkinson in kaart te brengen. Naar analogie met het uitstrijkje voor vrouwen, zou de volledige bevolking vanaf veertig jaar een uitnodiging kunnen ontvangen voor een oogtest. Maar niet iedereen wil al op jonge leeftijd weten of ze later een neurodegeneratieve ziekte zullen krijgen, zeker niet zonder beschikbare behandeling. 

Moeten we een oogscreening voor iedereen verplicht maken of eerder vrijblijvend? Vanaf wanneer is het ethisch verantwoord om een behandeling op te starten? Wat als die behandeling te duur is voor de patiënt? Zijn crowdfundings zoals deze voor ‘baby Pia’ de enige oplossing in de toekomst? Deze vragen zullen we moeten beantwoorden zodra we erin slagen Parkinson vroegtijdig op te sporen via het oog.