Een perfect afgestelde machine

Op een bloedhete dag in de zomer van 2019 zit Pieter Vancamp af te koelen op een terrasje in Parijs, waar hij werkt als onderzoeker bij het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek. Het kwik is weer tot boven de 40°C uitgestegen. Hij vraagt zich af of de mensen om hem heen zich ook maar enigszins bewust zijn van wat hun lichaam op dat moment aan het doen is om niet oververhit te geraken. Hij schrijft het neer in een essay. 

Niet veel later besluit hij een boek te schrijven over wat voor een indrukwekkende en perfect afgestelde machine ons lichaam wel niet is, waarom we ons daarover nauwelijks druk hoeven te maken, en wat we kunnen doen om onze veelzijdige verpakking te helpen wanneer het toch eens dreigt fout te lopen.

Vancamp beschrijft niet alleen wat hitte met ons lijf doet, maar ook met welke soms schijnbaar onbenullige bedreigingen het op elk moment van de dag moet omgaan. Zijn verhalen over slaap en het tekort daaraan, grote hoogtes, voeding, zwaartekracht, virussen en bacteriën, alcohol en radioactieve straling zijn allemaal gebaseerd op doorgedreven onderzoek en doorspekt met anekdotes en experimenten. Een ideaal boek voor wie op bloedhete zomerdagen op een terrasje zit af te koelen.