Patiënten met kleine aandoeningen vormen de grootste groep in de huisartsenpraktijk. Toch bestaat voor vele kwaaltjes als wratten, oorsmeer of wintertenen geen goede behandeling. Artsen gaan zelf op zoek naar oplossingen.
Hoestproblemen, urineweginfecties, slaapwandelen, maar ook allerlei hart- en vaatziekten: artsen worden er dagelijks mee geconfronteerd in hun praktijk. Vaak hebben ze geen onmiddellijke oplossing voorhanden. Op deze en nog honderden andere ziektebeelden bestaat immers geen pasklaar antwoord.
De behandelingen die dan toch worden voorgeschreven, zijn zwak onderbouwd. Dat is deels te wijten aan keuzes van beleidsmakers en academici, die hun budgetten en aandacht liever richten op ernstige aandoeningen.
Enkele Nederlandse huisartsen nemen het heft in eigen handen. Sinds 2003 voert Ibo Souwer onderzoek uit naar behandelingen voor wintertenen. Hij vond geen bewijs voor de werkzaamheid van de veelgebruikte middelen nifedipine en betamethasone. Soms stelde hij zelfs een risico vast: ‘Zeker bij nifedipine kunnen er bijwerkingen optreden’, zegt hij in Eos.
Het volledige artikel lees je deze maand in Eos.