Cognitieve achteruitgang na een ernstige covid-19-infectie en mechanische beademing is vergelijkbaar met het verlies van 7 IQ-punten.
Vlak voor de pandemie had een onderzoeksteam van King's College London, Imperial College London en Cambridge University een reeks tests online gezet voor het grote publiek. Ze deden dat in het kader van de Horizon's Great British Intelligence test op BBC2, een van de grootste intelligentie-experimenten ooit. Begin 2020 breidde het studieteam de vragenlijsten uit om ook informatie te verzamelen over het effect van SARS-CoV-2-infecties op de cognitieve prestaties van patiënten.
Van de 81.337 personen die aan de tests deelnamen, gaven er 12.689 aan dat ze covid-19 hadden gehad. 3.559 deelnemers daarvan ervoeren ademhalingssymptomen maar mochten thuis uitzieken, 192 werden in het ziekenhuis opgenomen en een kwart daarvan had mechanische beademing nodig.
Uit de resultaten bleek dat er een verband kon worden gelegd tussen slechtere cognitieve prestaties en de ernst van de ervaren respiratoire symptomen. Maar ook dat niet alle gebieden van het denkvermogen door covid-19 werden aangetast. Sommige cognitieve vaardigheden bleven gespaard, zoals emotionele discriminatie (bijvoorbeeld gezichten herkennen die eenzelfde emotie uitdrukken) en werkgeheugen (bijvoorbeeld onthouden waar een reeks vierkantjes op een scherm verschijnt).
De effecten bij degenen die mechanisch waren beademd, waren vergelijkbaar met de gemiddelde cognitieve achteruitgang die over een periode van tien jaar veroudering wordt waargenomen
De grootste tekorten werden gevonden bij uitvoerende taken waarbij de patiënten moesten redeneren (bijvoorbeeld beslissen of relaties tussen woorden gelijkaardig zijn) en problemen moesten oplossen (bijvoorbeeld uitwerken hoeveel zetten nodig zijn om van een positie naar een andere te gaan).
Om de omvang van de tekorten te begrijpen, vergeleken de auteurs het patroon van de scores op de tests met cognitieve veranderingen die om andere redenen optreden. De effecten bij degenen die mechanisch waren beademd, waren vergelijkbaar met de gemiddelde cognitieve achteruitgang die over een periode van tien jaar veroudering wordt waargenomen en kwamen overeen met een verschil van zeven IQ-punten. De onderzoekers voerden een reeks controles uit om er zeker van te zijn dat de cognitieve tekorten niet aan andere variabelen lagen.
Volgens dr Adam Hampshire, eerste auteur van de studie, bevestigen de resultaten die van een groeiend aantal onderzoeken waaruit blijkt dat er belangrijke effecten van covid-19 op de hersenen van patiënten zijn die verder moeten worden onderzocht. De onderzoekers willen ook uitzoeken waarom sommige cognitieve functies meer aangetast zijn dan andere. En of het verminderen van de ernst van de ziekte ook de ernst van de cognitieve problemen kan verminderen.
De studie kon niet aantonen of de effecten op de cognitie van lange duur waren, omdat geen enkele deelnemer langer zes maanden geleden ziek was geweest. Daarvoor moeten patiënten langdurig worden gevolgd. Volgens de onderzoekers zou het bovendien waardevol zijn om beeldvorming van de hersenen en cognitieve tests samen te brengen met andere informatie over geestelijke gezondheid en dagelijks functioneren.