Om het tekort aan donorharten te verkleinen, zou men ook gebruik kunnen maken van het hart van patiënten bij wie de bloedsomloop net is gestopt. Maar dan moet de transplantatie wel snel gebeuren.
Van alle patiënten die op de wachtlijst staan voor een harttransplantatie in Nederland, sterft 15 procent van de volwassenen en 30 procent van de kinderen vooraleer de transplantatie heeft kunnen plaatsvinden. In België ligt die mortaliteit voor harten veel lager. In 2018 was dat maar 7 procent.
Wie wel op tijd een hart krijgt, kreeg dat van patiënten die hersendood werden verklaard. De hersenen werken dan niet meer, maar de bloedsomloop is nog niet gestopt waardoor de andere organen wel nog functioneren. Nadat de hersendood volgens strikte criteria werd vastgesteld, wordt het hart uit de donor gehaald en op ijs getransporteerd naar de ontvanger. Dat België minder doden op de wachtlijst heeft dan Nederland ligt voor een stuk aan het feit dat België meer DBD-donoren (donation after brain death) heeft.
Om het tekort aan donorharten te verkleinen, zou men ook gebruik kunnen maken van harten van DCD-donoren (donation after circulatory death) bij wie de bloedsomloop wel is gestopt. Maar dan moet het wel snel gebeuren, want nauwelijks een half uur nadat de bloedsomloop is gestopt, loopt het hart van de overledene al teveel schade op en is het al niet meer bruikbaar voor donatie.
Volgens arts-onderzoeker Stefan Roest van de afdeling Cardiologie van het Erasmus MC, die de techniek in Nederland zou willen introduceren in een nationale samenwerking tussen het UMC Utrecht, het UMC Groningen en Erasmus MC, kan machineperfusie het donoraanbod flink vergroten. Bij machineperfusie wordt het hart na het overlijden, maar altijd binnen 30 minuten, weer op gang gebracht in een machine waarna beoordeeld wordt of het gebruikt kan worden. Als een donor geschikt blijkt, staat er een team klaar om het hart vijf minuten na het overlijden uit te nemen en aan de perfusiemachine te verbinden waarna het weer gaat kloppen. Vervolgens wordt visueel en met bloedonderzoek beoordeeld of het geschikt is voor transplantatie.
De eerste resultaten uit Engeland en Australië, waar donatie na circulatiestilstand al gebeurt, zijn veelbelovend. In Engeland is het aantal harttransplantaties sinds 2015, de start van de toepassing van donatie na circulatiestilstand, met bijna 50 procent toegenomen. Er is daar zelfs sprake van een verkorting van de wachtlijst voor harttransplantatie.
Volgens Luc Colenbie, transplantatiecoördinator van het Universitair Ziekenhuis in Gent, zal de techniek ook in België verder uitgewerkt worden. ‘In november 2018 zijn er in België voor het eerst 3 harten getransplanteerd van een DCD-donor’, vertelt hij. ‘Aangezien de leeftijd van de donoren stijgt, is dit een opportuniteit om meer mensenlevens te redden.’