Meer dan de helft van hersentumorpatiënten ondervindt aandachts- en concentratieproblemen na behandeling. Een verstoring van hun hersennetwerk door de tumor of de therapie speelt hierin een belangrijke rol.
Beeld: Laurien de Roeck
Bijna iedereen kent wel iemand die behandeld werd voor kanker, maar weinigen onder ons kennen de exacte laattijdige gevolgen van een (hersen)tumor en zijn behandeling.
Lindsey, die twee jaar geleden een operatie, bestralingsbehandeling en chemotherapie onderging voor een hersentumor, ervaart de gevolgen daarvan nog elke dag. Die leiden tot veel frustratie bij zichzelf en tot onbegrip in haar omgeving. Gisteren stond ze in de winkel zonder zich te herinneren wat ze nodig had, vanmiddag lukte het haar niet om een boek te lezen omdat ze zich niet kon concentreren en vanmorgen stond ze op school zonder de boekentas van haar dochter omdat die haar om hulp gevraagd had met haar schoenen terwijl Lindsey de auto inlaadde.
Lindseys geheugen-, aandacht- en concentratieproblemen maken deel uit van de cognitieve problemen die maar liefst zestig procent van de hersentumorpatiënten na hun behandeling ervaren. Helaas zijn de precieze mechanismen die aanleiding geven tot deze klachten nog onbekend. We weten niet welke hersengebieden verantwoordelijk zijn, noch of de schade aan de hersenen veroorzaakt wordt door de tumor, de bestralingsbehandeling, de chemotherapie of een combinatie hiervan.
Hersenen als telefoonbedrading
Eerdere studies hebben aangetoond dat de complexiteit van deze cognitieve problemen niet toe te schrijven is aan één specifiek hersengebied. Daarom zijn we er binnen ons onderzoek vanuit gegaan dat de hersenen functioneren als een netwerk. Misschien herinner je je nog het spelletje ‘telefoontje’ van bij de jeugdbeweging of de speelplaats. Iedereen in een kring houdt elkaars handen vast en je ‘belt’ naar elkaar door in de hand van je buur te knijpen die de boodschap doorgaf aan de volgende. Onze hersenen werken op een vergelijkbare manier, waarbij neuronen signalen doorgeven via witte stofbanen of axonen. Wanneer een schakel in dit netwerk beschadigd raakt door een tumor of bestralingsbehandeling, wordt de informatieoverdracht verstoord. Dat kan leiden tot cognitieve problemen. In ons onderzoek wilden we ook nagaan of bepaalde schakels in dit netwerk belangrijker zijn dan andere. Zijn dat de zogeheten hubs – schakels die met veel andere schakels of hersengebieden verbonden zijn?
We ontdekten dat hogere bestralingsdoses aan de sterkste schakels samenhangen met slechtere cognitieve prestaties
Om dit te onderzoeken hebben we vijftig patiënten met een hersentumor vergeleken met vijftig gezonde personen met dezelfde leeftijd, opleiding en geslacht. Deze honderd mensen ondergingen aandachts- en geheugentesten en een gespecialiseerde MRI-scan, die de witte stofbanen van de hersenen in beeld brengt. Zo hebben we de ‘netwerken’ van deze personen in kaart gebracht en de belangrijkste schakels geïdentificeerd. Vervolgens werd per hersenregio nagegaan of een hogere bestralingsdosis op die regio samenhangt met slechtere scores op de aandachts- en concentratietesten.
We ontdekten dat hogere bestralingsdoses aan de sterkste schakels - de hubs -, vooral in de linker hersenhelft, samenhangen met slechtere cognitieve prestaties in verschillende domeinen, zoals taal, aandacht, concentratie en verwerkingssnelheid. De hubs lijken dus kwetsbaar voor bestraling, en de schade door de bestralingsbehandeling hangt samen met slechter cognitief functioneren. .
Ons onderzoek suggereert dat het belangrijk is om netwerkhubs te beschermen tijdens de bestralingsbehandeling om zo cognitieve functies te sparen. Deze kennis kan helpen om de bestralingsbehandeling en de zorg voor mensen met hersentumoren verder te verbeteren. Zo hopen we dat patiënten zoals Lindsey in de toekomst minder cognitieve problemen zullen ervaren.