Volgt ons auditief systeem op eigen kracht bewegende geluiden? Of anders gesteld: kan ons brein hun snelheid en verschuivende locatie in kaart brengen, zonder de geluidsbron met de ogen te zien?
Nee, was tot nog toe de wetenschappelijke consensus, op basis van de analyse van de bewegingen die onze ogen erbij maakten. Maar een team o.l.v. prof. José García-Uceda Calvo (Universitat Rovira i Virgili, Tarragona) gooide het over een andere en volgens hen accuratere boeg: wat als we niet de oog- maar de hoofdbewegingen als richtsnoer nemen? Ze pasten het toe op proefpersonen die in een donkere kamer moesten aangeven waar ze willekeurige geluiden ruimtelijk plaatsten.
De resultaten geven aan dat ons gehoorsysteem hetzelfde doet als ons visueel systeem: het baseert zich niet op aparte veranderingen in vanwaar een geluid komt, maar het traceert actief de snelheid waarmee het zich voortbeweegt. Kort samengevat: op het niveau van ons brein hebben onze oren onze ogen niet nodig om een trein te ‘zien’ rijden achter een huizen- of bomenrij.
Verborgen patronen
In de loop van het experiment nam bovendien het vermogen van de proefpersonen toe om dit te doen. Wat er, nog steeds volgens de onderzoekers, op wijst dat hun auditief systeem zelfstandig verborgen patronen in de geluidstrajecten oppikte, en op basis daarvan voorspellingen begon te maken over waar ze naartoe gingen.
In de dagelijkse praktijk kan dit belangrijk zijn voor hardhorigen, stelt prof. García-Uceda Calvo: ‘Het is bekend dat mensen met een hoorapparaat moeite hebben om geluiden van elkaar te onderscheiden in drukke omgevingen. Beter begrijpen hoe ons auditief systeem werkt, is van groot belang voor het verbeteren van gehoorondersteunende technologie.’