De temperatuurlimiet voor menselijk overleven bij extreme hitte moet naar beneden worden bijgesteld, blijkt uit nieuw onderzoek.
Weermannen en -vrouwen hebben het altijd over de luchttemperatuur (T). Dat is de temperatuur die in de schaduw wordt gemeten. Helaas is dat geen goede graadmeter voor het antwoord op de vraag hoeveel warmte een menselijk lichaam aankan. De natte bol temperatuur (Tw) is daarvoor geschikter.
Die wordt gemeten door een thermometer die bedekt is met een natte doek en die in de luchtstroom staat. Die neemt ook de luchtvochtigheid mee en daarmee de mogelijkheid tot verdamping van vocht dat resulteert in afkoeling. In het geval van het menselijk lichaam dus de zweetverdamping die voor afkoeling van het lichaam zorgt.
De natte bol temperatuur is vrijwel altijd lager dan de luchttemperatuur. Ze is afhankelijk van de luchtvochtigheid: hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe minder verdamping en hoe dichter T en Tw bij elkaar komen te liggen. Bij 100 procent luchtvochtigheid vindt er geen verdamping meer plaats en zijn T en Tw aan elkaar gelijk.
Al meer dan tien jaar wordt een kritische natte bol temperatuur (Tw) van 35°C gebruikt als bovengrens voor menselijke overleving. Maar daarin zijn variaties in de menselijke fysiologie (zoals leeftijd, geslacht, en lichaamsbouw) niet meegenomen. Doe je dat wel, dan blijkt de Tw-drempel voor de menselijke overleving lager te liggen. Bij ouderen en in het bijzonder bij oudere vrouwen zelfs aanzienlijk lager, stelt een internationale groep van onderzoekers. Onder hen Coen Bongers van de afdeling Medische Biowetenschappen van het Radboudumc in Nijmegen. Ze publiceerden hun onderzoek in Nature Communications.
Zweten
De onderzoekers gebruikten een op fysiologie gebaseerde benadering om de inschatting van de overlevingskansen te verbeteren. ‘Bij oudere mensen neemt het vermogen om te zweten af’, vertelt Bongers. ‘Daardoor ligt de grenswaarde van de temperatuur waarbij ouderen kunnen overleven ook een stuk lager dan die natte bol temperatuur (Tw) van 35°C. Daarbij komt nog dat vrouwen een mindere maximale zweetcapaciteit hebben dan mannen. Ze kunnen hun lichaam minder koelen door warmte te verliezen via zweten.’
Volgens de onderzoekers ligt de grenswaarde 0,9 tot 13 graden lager dan tot nu toe werd aangenomen. Onder meer omdat ze niet alleen naar de overlevingslimiet hebben gekeken, maar ook naar de leefbaarheid: de temperatuurgrens waarbij mensen nog veilig hun dagelijkse activiteiten kunnen uitvoeren. Die neemt volgens de onderzoekers af met blootstelling aan de zon en vochtigheid, maar het meest dramatisch met de leeftijd. ‘Met de verdere vergrijzing in de komende decennia is dat een belangrijk criterium om mee te nemen in modellen die kijken naar effecten van klimaatverandering’, vertelt Bongers. ‘In de staart van de klimaatconferentie COP28 in Dubai kunnen ze de resultaten van onze studie misschien nog mooi meenemen.’