Huilgedrag baby’s gelinkt aan darmbacteriën
15 januari 2013 door Eos-redactieDe aan- of afwezigheid van bepaalde bacteriën in de poep van een tot twee weken oude baby’s kan het huilgedrag een maand later voorspellen.
De aan- of afwezigheid van bepaalde bacteriën in de poep van een tot twee weken oude baby’s kan het huilgedrag een maand later voorspellen.
Biologe dr. Carolina de Weerth van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht meer dan duizend bekende darmbacteriën in de ontlasting van 24 jonge baby’s, en bracht die 'bacteriële poepsamenstelling' in verband met het huilgedrag tot zo’n vier maanden oud.
Op de leeftijd van zes weken werd het dagelijkse huilgedrag geregistreerd: 12 baby’s huilden gemiddeld meer dan drie uur per dag (de gebruikelijke grens om van een ‘huilbaby’ te spreken) en 12 huilden gemiddeld iets meer dan een uur per dag. In de poepmonsters die in de eerste weken werden afgenomen van de baby’s die later ‘huilbaby’s’ werden, zaten minder verschillende soorten bacteriën en de bacteriële samenstelling ontwikkelde zich langzamer dan bij de baby’s in de controlegroep. In de ontlasting van de niet-huilbaby’s kwamen dus meer verschillende bacteriën voor.
De huilbaby’s hadden twee keer zoveel proteobacteriën in hun ontlasting dan de controlebaby’s. Tussen deze proteobacteriën zaten soorten die gas produceren. Bacteriën die niet of veel minder voorkwamen bij de huilbaby’s waren de bifidobacterie, de lactobacillus en butyraat producerende bacteriën. De laatste bacterie heeft bij volwassenen een pijnstillend effect. Volgens Carolina de Weerth verklaart de specifieke microbiële diversiteit of blauwdruk mogelijk het buitensporige huilen van de baby’s. Haar onderzoek verscheen deze week online in het tijdschrift Pediatrics.
Hoe het komt dat de (latere) huilbaby's een andere microbiële diversiteit hebben, is onduidelijk. De samenstelling van onze darmflora kan beïnvloed worden door het innemen van probiotica, bacteriën die aan voeding zijn toegevoegd. Eerder hebben onderzoekers probiotica gegeven aan oudere huilbaby’s en dat heeft geholpen om het huilgedrag te verminderen. De resultaten van het onderzoek van De Weerth en haar Wageningse collega’s kunnen als basis dienen voor toekomstige onderzoeken die willen kijken of vroegere toediening van probiotica aan baby’s met bepaalde microbiële samenstelling preventief kan werken voor huilbaby’s.